“Ze zijn de spruiten aan het uitroeien. Dat roeien kun je onderhand letterlijk nemen”, bedenkt André Noordhoek uit Bleiswijk. Zijn joligheid was hij midden vorige week niet kwijt, ondanks de meer dan royale hoeveelheid water die zijn spruiten te verwerken kregen: twee weken eerder viel er 45 millimeter, en een week later – op woensdag 22 juni – nog 70 millimeter. “Mijn spruiten staan in de Zuidplaspolder, dat is zowat het laagste punt van Nederland: het leek erop of al het regenwater uit deze regio daarheen was gelopen. Ik heb daar onder andere een perceel van 8 hectare, daar is nu twee tot tweeëneenhalve hectare van weg, denk ik. Als je zag hoe dat perceel onder water stond: het drijfvuil zat tot bovenin de planten.”