Provincie Drenthe werkt aan een nieuwe onderbouwing die lelietelers moet helpen bij de vergunningverlening rond Natura 2000-gebieden. Volgend jaar moet een voortoets klaar zijn, aan de hand waarvan telers en de provincie kunnen beoordelen of sprake is van een vergunningplicht voor de lelieteelt.
Tegelijk werken de negentien Drentse lelietelers aan de vermindering van het middelengebruik. De provincie wil in overleg met het Interprovinciaal Overleg en de rijksoverheid bovendien een onderzoek laten doen naar de effecten van gewasbeschermingsmiddelen op natuurgebieden. Dat onderzoek richt zich op vijf gewasbeschermingsmiddelen. Doel is het gebruik binnen drie jaar terug te brengen tot normaal akkerbouwkundig gebruik, vergelijkbaar met de aardappelteelt.
Aanleiding voor de Drentse aanpak is een uitspraak van de Raad van State van 2 april dit jaar. De hoogste bestuursrechter vond toen dat de provincie tekort was geschoten bij de teelt van lelies bij het natuurgebied Holtingerveld. Volgens de rechter was sprake van een vergunningplicht.
Problemen lelieteelt inventariseren
De provincie gaat ondertussen bij gemeenten inventariseren of er problemen zijn met de lelieteelt op specifieke plekken. Als dat zo is, probeert de provincie in samenspraak met gemeenten en telers tot een oplossing te komen. Hierbij is het ook mogelijk om grond in te zetten die bij de provincie in eigendom is.
Gedeptueerde Gert-Jan Schuinder zegt dat de plannen nu worden ingezet, maar dat dit jaar nog een overgangsjaar zal zijn. “De gewassen zitten u al in de grond”, zegt de gedeputeerde. Hij verwacht evenwel dat de provincie niet gevrijwaard zal zijn van handhavingsverzoeken waarbij de inzet is dat lelietelers een natuurvergunning nodig hebben voor de teelt.
In Drenthe is volgens de provincie op dit moment een areaal van 142 hectare aan lelies. Dat mag in elk geval niet groeien. Telers binnen 250 meter van een Natura 2000-gebied, die eerder al gewaarschuwd zijn, zullen dit jaar te maken krijgen met handhaving door de provincie. Voor andere telers zal bij een eerste fout worden volstaan met een waarschuwing.
