Het gewasbeschermingsmiddelendebat in de Tweede Kamer, gisteren 15 mei, stond bij voorbaat al op scherp. De oppositie schoot met scherp, de halve coalitie was kritisch.
“Succes”, zei ChristenUnie-Tweede Kamerlid Pieter Grinwis donderdagavond tegen landbouwminister Femke Wiersma voorafgaand aan het Kamerdebat over gewasbeschermingsmiddelen. Hij had ook ‘sterkte’ kunnen zeggen, want een lastig debat werd het. Een debat dat ging over de gevolgen voor de gezondheid van omwonenden, maar ook over de (rechts)onzekerheid voor de teler. Bij coalitiepartijen VVD en NSC was er kritiek en gemor. Beide partijen vrezen voor meer rechtszaken die tegen telers worden aangespannen.
Aanwijzingen over een mogelijk verband tussen neurologische aandoeningen en gewasbeschermingsmiddelen, en omgekeerde bewijslast voor mogelijke gevolgen van deze middelen: het debat over gewasbeschermingsmiddelen stond al bij voorbaat op scherp. Onder meer door de lelieteelt-uitspraak van de Raad van State van 2 april. Daarin moet een Drentse teler met meer onderzoek naar bestrijdingsmiddelen komen, anders is een natuurvergunning nodig. Meer recent was er het nieuws dat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) wil dat de internationale richtlijnen voor het beoordelen van kankerrisico’s van middelen worden aangescherpt. Ook trokken 50 huisartsen recent aan de bel over de Drentse bollen- en lelieteelt.
‘Te veel veranderd in jaar tijd’
Staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) was ook aanwezig tijdens het debat. Hij kreeg vooral kritiek op het lopende onderzoek naar bestrijdingsmiddelen en omwonenden, in opdracht van het RIVM, dat tot 2031 loopt. “Dit onderzoek duurt nog zes jaar, maar we hebben nu te maken met kritische artsen en rechtszaken”, zei D66-Kamerlid Anne-Marijke Podt. “De GGD zegt: houd ramen en deuren dicht als er gespoten wordt. Hoe leg ik dat uit?” Daar wilde Karremans echter niet in meegaan. “We kiezen altijd voor veiligheid. Er is geen onomstotelijk bewijs voor zo’n verband met gewasbeschermingsmiddelen. Er zijn aanwijzingen, maar je moet wel goed onderzoeken of er een causaal verband is.” NSC-Kamerlid Harm Holman reageerde scherp. “Uw verhaal past niet meer in deze tijd. Ik zou u een jaar geleden nog kunnen volgen, maar er is sindsdien natuurlijk wel wat gebeurd. Hier komt u niet meer mee weg. Als dit zo blijft, volgen meer rechtszaken.”
Minister Wiersma gaf aan dat ze samen met provincies studeert op de Raad van State-uitspraak van 2 april en dat ze na de zomer met een uitgebreidere reactie komt. VVD-Kamerlid Wim Meulenkamp ging daar niet mee akkoord. “Er is veel onduidelijkheid en voor de zomer moet dat veranderen. Anders dreigen veel meer rechtszaken.” Wiersma stelde echter dat ze ook nog moet overleggen met de provincies. Wel gaf ze aan dat ruimtelijke keuzes onderdeel van de oplossing kunnen uitmaken.
Kleiner wordend middelenpakket
PVV, BBB en SGP kaartten het kleiner wordende middelenpakket aan. De partijen vroegen minister Wiersma om de Franse koers rond gewasbeschermingsmiddelen te volgen. Dat wil zeggen: pas middelen verbieden als er alternatieven zijn. Daar wilde Wiersma niet in meegaan. “We volgen het Europese beleid en in Frankrijk is de situatie anders. Dat land kende in het verleden juist verregaande beperkingen en nationale koppen. Daarvan komen ze nu terug”, legde ze uit.
Gewasbeschermingsmiddelen zijn al prijzig genoeg
Ook een heffing op gewasbeschermingsmiddelen zag Wiersma niet zitten. Die wens kwam vooral van de oppositie (GroenLinks-PvdA en Partij voor de Dieren). “Ik ben geen voorstander van zo’n heffing, want dat verhoogt de kosten. Gewasbeschermingsmiddelen zijn al prijzig genoeg.” Over groene middelen zei de minister dat ze het Europese beleid volgt. “Ik wil ook snellere toelatingen en de Europese Commissie komt later dit jaar met een voorstel daartoe. Daar zetten wij zeker vol op in.”
Coalitie verdeeld, oppositie scherp
De coalitie was eerder in het debat verdeeld in het gewasbeschermingsdebat. NSC en VVD waren kritisch. NSC-Kamerlid Harm Holman maakte een vergelijking met auto’s. “Autorijden is veilig, mits je ermee om kunt gaan. Maar dat hoeft niet te betekenen dat het veilig is voor de omgeving.” Holman noemde het schrijnend dat burgers naar de rechter moeten stappen, maar ook schrijnend dat de boer in onzekerheid komt. VVD’er Meulenkamp kaartte ook die onzekerheid aan, zeker na de Raad van State-uitspraak over de Drentse lelieteler. “De verwijten gaan vaak heen en weer, bij inwoners, telers en overheden. De minister moet spoedig duidelijkheid geven. Wat mag wel en wat mag niet?”
Gereedschapskist van de teler moet gevuld blijven
BBB-Kamerlid Cor Pierik begon met een duidelijk statement. “De gereedschapskist van de teler moet gevuld blijven zodat de voorraadkast van de burger ook gevuld blijft.” Over eventuele gezondheidsrisico’s van middelen was hij helder. “Gezondheid staat bij ons voorop. Als er risico’s zijn, moet je middelen verbieden. Maar dan moet er wel echt een causaal verband zijn.”
D66’er Podt kon zich daar aan het eind van het debat niet in vinden. “Jaren is gezegd dat er niets aan de hand is, maar we kunnen niet wachten tot mensen bewezen ziek zijn.” Bij twijfel niet spuiten, vond ze. “Het is teleurstellend dat minister Wiersma de nieuwe realiteit niet ziet. Ik zou bijna zeggen dat er parallellen zijn met het debat van volgende week (stikstof, red.).”