Corona raakt arbeidsmarkt tuinbouw op termijn niet

Rabobank verwacht dat de coronacrisis weinig effect heeft op het arbeidsvraagstuk voor de tuinbouw. Dat schrijft de bank in het rapport Samen werken aan arbeid.

De arbeidsmarkteffecten van de coronacrisis zullen beperkt zijn op lange termijn, verwacht de bank. Op korte termijn is wel effect te verwachten door meer aanbod aan Oost-Europees personeel door oplopende werkloosheid. Op termijn zullen deze landen het snelle economische groeipad weer oppakken, verwacht de bank. De analisten voorzien ook geen groot effect van Nederlandse werklozen in deze coronacrisis. Door reisafstanden en het specifieke van tuinbouwarbeid zullen weinig werknemers blijvend kiezen voor een overstap uit bijvoorbeeld horeca.

Oogstrobots nog aanvullend

In het rapport pleit de bank voor een structurele benadering van het arbeidsvraagstuk voor de tuinbouw. Het zijn vooral de structurele ontwikkelingen waarop ondernemers moeten inspelen, zoals schaalvergroting, automatisering en digitalisering. Dat leidt tot een toename in het aantal management- en specialistische functies op het gebied van personeel, marketing, ICT, in- en verkoop. Nu bedrijven steeds meer rechtstreeks leveren aan afnemers wordt ook het sorteren, verpakken en controleren complexer met extra functies.

Op het gebied van automatisering voorziet Rabobank niet dat in de komende tien jaar oogstrobots het werk van personeel voor een belangrijk deel zullen overnemen. Wel komen er banen bij die te maken hebben met het aansturen, trainen en onderhouden van robots. Het werk wordt daarnaast eentoniger en zwaarder voor een deel van de functies, verwacht de bank. Door meer machines met soms strengere hygiëne-eisen zullen mensen vaker in lawaaierige, koude en vochtige ruimtes moeten werken.

Valkuilen

De ontwikkeling van de arbeidsmarkt door automatisering brengt valkuilen met zich mee. Het management kan mensen als productiefactoren gaan behandelen. Bedrijven moeten zich verdiepen in het goed laten functioneren van mensen en machines. Bedrijven kunnen twee richtingen kiezen, met aan de ene kant aandacht voor de menselijke maat of juist de andere kant met focus op technologie als productiefactor. Beide richtingen kunnen aanvullend werken en worden het beste samen opgepakt met concurrenten, andere ketenschakels of juist partijen buiten de agrarische sector, aldus de bank.