Het teeltbedrijf voor cannabis in Hellevoetsluis heeft tot begin september de tijd om geuroverlast afdoende te bestrijden. Dat is ingewikkeld. De teelt kan niet in een gesloten kas. Het CDA maakte deze week in het verkiezingsprogramma bekend het wietexperiment te willen afbouwen.
De rechtbank Rotterdam gaf de Zuid-Hollandse cannabisteler die meedoet aan het wietexperiment eerder deze maand vier weken extra om maatregelen te nemen en zo dwangsommen te voorkomen. Omwonenden ervaren geuroverlast en uit metingen van de omgevingsdienst blijkt de overtreding van de geurhinderregels. Op 4 september loopt de termijn af en moet de geuroverlast zijn verholpen.
Tijd voor maatregelen
De teler vroeg om uitstel omdat hij 120 geurfilterinstallaties heeft besteld. Ook wil de teler een nevelinstallatie plaatsen en wil hij bij bloeiende planten lucht afzuigen en filteren. Het bedrijf heeft een geurdeskundig ingehuurd om te bepalen of met de maatregelen wordt voldaan aan het Geurhinderbeleid van de gemeente.
De gemeente Voorne aan Zee denkt dat de teler in een gesloten kas kan telen, maar volgens de teler is dat onmogelijk. Ook een andere soort cannabis is in een kort tijdsbestek onhaalbaar. Zelfs het afbreken van de teelt zorgt niet voor het eindigen van de geuroverlast, stelt de teler in de rechtszaak.
CDA: stekker uit wietexperiment
Als het aan het CDA ligt, stopt het wietexperiment. Dit staat in het verkiezingsprogramma: “We trekken de stekker uit het wietexperiment. We voeren een wiettaks in totdat we van het wietexperiment af zijn. We zetten een deel van de opbrengst in om drugsgebruik te ontmoedigen door meer voorlichting op scholen over de gevaren van drugsverslavingen.”
