De Europese Commissie laat lidstaten meer ruimte om de waterkwaliteit te monitoren op de eisen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dat maakt het mogelijk om genuanceerder te rapporteren over de vorderingen die gebieden maken bij het halen van de KRW-doelen.
Minister van Infrastructuur en Waterstaat Robert Tieman is blij met het alternatief voor het veel strengere one-out-all-out-principe dat dat Brussel 23 september bekendmaakte. Volgens die strengere methodiek zijn er twee mogelijkheden: gehaald of gefaald. Dat Nederland, zoals laatst door de minister bekendgemaakt, 80% van de KRW-kwaliteitseisen haalt, is in die methodiek van weinig waarde.
Watercoaches naar meer glastuinbouwgebieden
Minister Tieman ontving woensdag 24 september uit handen van Glastuinbouw Nederland, Federatie VruchtgroenteOrganisaties (FVO) en de Sierteelt Versnellers het actieplan Waterkwaliteit in Glastuinbouwgebieden. Dit plan moet in minimaal vijf glastuinbouwgebieden verspreid over Nederland tuinbouwbedrijven stimuleren om meer aandacht te besteden aan emissies naar het oppervlaktewater. In het gebied van Hoogheemraadschap Delfland is daar al veel ervaring mee opgedaan. Volgens het actieplan zouden ook in Brabant, Limburg, Flevoland en Noord-Holland telers aan de slag moeten met watercoaches.
Rijk betaalt mee aan sectorale aanpak
De actieve inzet van de telersverenigingen kan de bewustwording en het verantwoordelijkheidsgevoel bij telers alleen maar bevorderen. “Van collega’s neem je eerder aan dat het de moeite waard is om je bedrijf door te laten lichten”, stelt Mark Zwinkels van de Sierteelt Versnellers.
De rijksoverheid draagt al bij aan deze sectorale aanpak met financiering van een deel van het werk van de watercoaches. Van die onafhankelijke adviseurs zijn er nu vijf actief. Het doel van de telersverenigingen is dat eind 2026 minimaal 75% van hun leden gebruik heeft gemaakt van een watercoach.
Einddoel van het actieplan is dat volledig transparant en aantoonbaar wordt wat de emissie van de glastuinbouw naar het oppervlaktewater is. Zo moet duidelijk zijn in welke mate de sector wel of niet verantwoordelijk is voor overschrijdingen van de KRW-eisen.