Doorgaan naar artikel

Broccolipionier zet andere koers in

Sinds twee jaar ligt bij de firma Goodijk de focus niet langer op broccoli. Samen met de bedrijfsopvolgers richt de aandacht zich nu vooral op de veehouderij en akkerbouw. Een grote stap voor een bedrijf met een grote bijdrage aan de ontwikkeling van een destijds nieuwe groente.

Het is nog vroeg in het seizoen als Wiebe Goodijk tijd maakt voor een gesprek. De vroege Frieslanders, de hoofdteelt is aardappelen, zijn begin maart al gepoot, de bieten zijn eind april gezaaid en de broccoliplanten werden in de laatste week van april afgeleverd. Door het drogende weer, was planten begin mei uiteindelijk toch haalbaar. Dit jaar oogst Goodijk de broccoli alleen in juli en augustus. Nog maar twee jaar geleden zaten de eerste broccoliplanten er begin maart al in en oogstte hij tot oktober.

Het planten, de verzorging van het gewas, het oogsten en verpakken, de broccoli kwam altijd eerst, maar nu zetten we een andere koers in

Goodijk legt de ommezwaai uit: “We hebben gezamenlijk een ander pad uitgestippeld. Een groentegewas moet voorrang krijgen. Het planten, de verzorging van het gewas, het oogsten en verpakken, de broccoli kwam altijd eerst, maar nu zetten we een andere koers in.” Goodijk heeft geïnvesteerd in de akkerbouw en melkveehouderij. Er is een nieuwe locatie aangekocht welke wordt uitgebreid tot een capaciteit van 240 koeien. Tevens zijn vier nieuwe melkrobots geïnstalleerd.

Broccoli heeft plaatsgemaakt, maar helemaal afscheid nemen willen ze niet. “Vorig jaar teelden we nog 10 hectare voor een collega en dit jaar, mede dankzij een ‘leuk’ contract, zetten we 20 hectare.”

Voorliefde voor techniek

De broccoli deed zijn intrede in 1986 nadat Wiebe een cursus groenteteelt volgde. Al snel had die teelt hem in zijn greep. “Van enkele hectaren groeiden we door. We hebben de 100 hectare zelfs aangetikt, maar eigenlijk paste 60 hectare nog het best”, durft hij achteraf te stellen. Dit vanwege de arbeid, maar ook omdat de handel niet altijd meezat. Samen met zijn broer Murk volgde hij excursies en bijeenkomsten en bleven zij op de hoogte van nieuwe rassen en teeltmaatregelen. “We hielden ook van techniek. In 1999 haalden we de Ulma verpakkingsmachine van Spanje naar Nederland.” Collega’s waren bijzonder sceptisch. Maar nu wordt wel 80% in de krimpfolie verpakt. De angst dat de warmte die nodig is voor het krimpproces de broccoli zou schaden, bleek ongegrond.

Een ander feit is dat Goodijk 13 jaar geleden al een bijdrage leverde aan de ontwikkeling van een broccoli-oogstmachine. Zij gingen daarvoor zelfs in Tasmanië kijken. Uiteindelijk is dit project overgenomen door een Amerikaan. De machine, met camera gestuurde robotarmen, komt dit seizoen naar Nederland.

Zelf oogst Goodijk nog steeds direct in kisten en daar komt niet eens een oogstband aan te pas. “We oogsten net als bij boerenkool met vijf tot acht man in het veld en drie kisten op een frame achter de trekker. Als het moet met 2 ploegen en 3 trekkers. De blauwe kisten klappen we open om de broccoli erin te leggen en vervolgens weer dicht om van boven af te vullen.”

Behoorlijk circulair

De combinatie van vee en 300 hectare gras en akkerland bevalt hem goed: “We hebben nooit een periode niets te doen.” Een paar jaar gras komt de zware grond ten goede en het is goed voor de opbouw van organische stof. Het bedrijf is volgens hem ‘behoorlijk circulair’ De koeien worden gevoed met gras, restanten en/of uitschot van de andere gewassen en voedermais. Alle mest wordt over eigen land uitgereden en dan is er nog ruimte over.

De nieuwe GLB-richtlijnen hebben vorig jaar winter voor slapeloze nachten gezorgd, maar het leverde wel Goud op. De nieuwe GLB-richtlijnen hebben vorig jaar winter voor slapeloze nachten gezorgd, maar het leverde wel Goud op.

De nieuwe GLB-richtlijnen hebben hem vorig jaar winter slapeloze nachten gekost. “Het heeft heel veel tijd gekost om alle percelen en sloten opnieuw in te tekenen. Maar uiteindelijk zijn we wel in Goud beland”, aldus Goodijk. Het bedrijf scoorde onder meer op onderzaai van een vanggewas in mais, vogelbeheersovereenkomsten op huurland, maar ook met vogelakkers en kruidenrijke akkerranden. “Dat laatste is een verduurzamingseis van Friesland Campina”, voegt hij toe.

Bodembeheer

Vanuit de kantine op de eerste etage van de verwerkingsloods, wijst hij over het veld. De groenbemester ligt af te sterven, in de verte ligt een hoop eierschalen. “Door het lage gehalte aan koolzure kalk hadden we last van knolvoet op verschillende percelen. Dit hebben we in een aantal jaar weten te verbeteren van 0,1% naar 2% zonder de pH te verhogen.” Een hoge pH verhoogt de kans op schurft in aardappel dus dat moest worden voorkomen. Het hogere percentage koolzure kalk zorgt volgens Goodijk voor een betere kwaliteit van producten. “De schil van de aardappelen is beter, maar ook de bewaarkwaliteit.”

Wiebe Goodijk: “Door het lage gehalte aan koolzure kalk hadden we last van knolvoet op verschillende percelen. Dit hebben we met eierschalen weten te verbeteren van 0,1% naar 2% zonder de pH te verhogen.” Wiebe Goodijk: “Door het lage gehalte aan koolzure kalk hadden we last van knolvoet op verschillende percelen. Dit hebben we met eierschalen weten te verbeteren van 0,1% naar 2% zonder de pH te verhogen.”

Waar vroeger standaard werd geploegd, gebruikt hij zoveel mogelijk de ecoploeg of de paragrubber. “We houden de organische stof in balans en de vruchtbare bodem bovenin. Als de aardappelen er op tijd uit zijn zaaien we een groenbemester. Engels raaigras, Italiaans raaigras of bladrammenas, het effect op aaltjes is leidend.”

De broccoli is op lichte klei geplant. Voordat deze werd gepland is met een schijfeg of een ecoploeg, de groenbemester die in april nog lag af te sterven, ondergewerkt. Dit jaar alleen Iron Man. “Niet spannend, maar deze heeft zich voor de middenteelt bewezen”, aldus Wiebe. Uiteraard ligt alles straks onder wilddoek, want faunaschade is overal.

Zoute kwel tot EC 28

Een nieuwe uitdaging bij Goodijk is die van zoute kwel. Zo is er een perceel waar op 1,5 van de 6 hectare niets meer groeit. Zelfs suikerbieten konden er niet meer tegen. De EC is er 28. Op andere plekken is het ook 2 of 3 keer de waarde van wat acceptabel is. “De bodem daalt en de zeespiegel stijgt. Het gaat om stromingen ondergronds, waar het land laat ligt, komt het zoute water omhoog”, aldus Goodijk. Met antiverziltingsdrainage probeert hij hierin verandering te brengen. Door zoet water te infiltreren, wordt het onderliggende zoute water weggedrukt. Een effect dat ook optreedt na een forse regenbui.

Een andere uitdaging vormen clusterbuien. Bij het bedrijf ligt 25 tot 30 hectare van het oude land behoorlijk laag. In 2008 en 2012 viel er zoveel water dat het compleet verzadigd was. Hij stelt vast: “Buien van 80 millimeter water komen nu vaker voor dan voor de eeuwwisseling, want toen sprak je van eens in de 50 jaar.” De veranderingen van de natuurlijke omstandigheden zijn voor Goodijk een bron van zorgen, maar ook van inspiratie. Opnieuw volgt hij mogelijke technieken, maar ook kijkt hij voorzichtig om naar zilte teelten.

Bekijk meer

Share this

Marga van der Meer
Marga van der Meer

freelance redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin