Doorgaan naar artikel

Bollen en GLB van invloed op grondmarkt noorden

In de tweede artikel over de grondmarkt staat de situatie in het noorden van Nederland centraal. Net als bij collega’s in het zuiden zit er veel druk op de grondmarkt, maar hier zijn deels andere oorzaken zoals de aanwezigheid van de bollenteelt. Eén ding is hetzelfde: grond wordt ook hier vaker en verder van huis gevonden.

De vollegrondsgroententeelt ‘boven de rivieren’ is het meest aanwezig in Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland, naast natuurlijk ook andere provincies in meer of mindere mate. Typerend in het westen is de grote verscheidenheid aan grondsoorten en gebruik van grond. Van veenweidegebieden met melkveehouderij tot bollenteelt op zand in de kusstrook. Verder zijn er meerdere sterke tuinbouwregio’s, zowel met glas als vollegrond. De aanwezigheid van meerdere sterke sectoren die ‘in elkaars gebied’ gronden kopen maakt dat vraag blijft, ook al gaat het economisch met een sector wat minder.

Verder is de nabijheid van stedelijk gebied van invloed op prijzen. Makelaars merken daardoor een toenemende belangstelling van projectontwikkelaars. Ook vanuit de hoek van energie en natuurontwikkeling zijn er veel kopers.

Lees ook dit artikel in de serie over de grondmarkt in Nederland: Courante grond in het zuiden is duur en zo verkocht 

Hoogste prijzen

Uit cijfers van het Kadaster blijken in Noord-Holland gemiddeld de hoogste hectareprijzen van West-Nederland te liggen. Dat is buiten Flevoland geteld. George van der Velden, makelaar/taxateur bij Agriteam Noord-Holland, merkt vanuit de groenteteelt veel vraag naar grond. Koopgrond is volgens hem meestal afkomstig van akkerbouwers of andere telers. “Het aandeel graslandpercelen van veehouders is beperkt.”

Van der Velden ziet telers voor zandgronden waar bollenteelt op mogelijk is veruit de hoogste prijzen betalen: € 1,5 tot € 2 ton per hectare is geen uitzondering. Kleigronden met akkerbouw wisselen voor € 80.000 tot € 130.000 per hectare van eigenaar. De goedkoopste gronden zijn de veengronden waar alleen veehouderij mogelijk is. In Flevoland gaan prijsniveaus daar nog ver boven.

Lees verder onder de grafieken

Flevoland heeft veruit de duurste landbouwgrond, ook van de noordelijke provincies. Prijzen in Noord- en Zuid-Holland liggen een stuk lager maar voor de betere gronden wordt ook daar dik boven de ton per hectare betaald.

Pachtprijzen

Hetzelfde verschil komt in de (vrije) pachtprijzen terug: van amper € 1.000 per hectare voor de veengronden tot meer dan € 4.000 per hectare voor goede bollengrond op het zand. Dat zijn niveaus ver boven de regionormen vanuit de reguliere pacht. Bij die pachtvorm is de looptijd minimaal zes jaar en deze wordt bij wet verlengd.

Geliberaliseerde pacht kent geen regionorm bij een duur van zes jaar of korter. Er is ook geen minimale periode. De zeer lage regionormen maakt dat reguliere pacht steeds minder voorkomt en zeker niet bij gronden geschikt voor intensievere teelten. Van der Velden merkt dat er altijd belangstelling blijft voor pacht of huur. “Zeker met de oplopende rente blijft dat een veel toegepaste gebruiksvorm.”

Pachtnormen vanuit reguliere pacht liggen ver onder de prijzen die voor grond met vrije pacht wordt betaald. Dat is een belangrijke reden dat het animo voor reguliere pacht vanuit verpachters steeds kleiner wordt.

Meer samenwerking

Net als in Zuid-Nederland signaleren sectordeskundigen een continu grote vraag naar goede grond. Ulko Stoll, adviseur bij vollegroendgroente.net, ziet dat ook in dit landsdeel bedrijfsontwikkeling vaker gebeurt op grond verder van huis. Daarbij wordt vaker samengewerkt waarbij akkerbouwers en groentelers hun bouwplan op elkaar afstemmen.

“Kunnen roteren is belangrijker dan het hebben van eigendom”, is zijn ervaring. Toch merkt hij ook zeker belangstelling in koopgrond. “Bedrijfseconomisch kan koop van grond niet uit. Maar het geeft wel zekerheid en geeft voor de lange termijn voordelen door een betere zorg voor de bodem.” Bovendien kunnen telers dure grond uitsmeren over de rest van areaal, zodat de kosten door het hele bedrijf worden gedragen.

Dit jaar merkt hij dat de eco-regeling van het nieuwe GLB zand in de raderen strooit. Deelnemers kunnen daarmee een hogere hectarepremie krijgen. “Akkerbouwers kunnen dusdanig veel geld krijgen dat ze groentetelers het verschil moeten vergoeden of anders geen grond krijgen.” Dat legt een voelbaar beslag op de beschikbaarheid van de grond en hoogte van de huurprijzen. “Het is zorgelijk dat subsidies de markt voor de voeten lopen.”

Bollenteelt concurrent op grondmarkt

Specifiek voor het westen van het land is de sterke aanwezigheid van de bollenteelt. Met hoge saldo’s per hectare en een continue zoektocht naar goede percelen is dat altijd een concurrent voor groentetelers. Het heeft consequenties voor de grondmarkt, maar Stoll wil het ook niet te groot maken. “In de praktijk zie je dat bollen en groenten ook goed samengaan. Een broccoli- of bloemkoolteler heeft de oogst op tijd weg en dan is de grond beschikbaar voor bollen. Dat is ook nodig in gebieden met een krappe grondmarkt.”

Hij ziet dat afstand veel minder een probleem is: de meeste bedrijven zijn er goed op ingericht waarbij de machines met een dieplader snel en efficiënt verplaatst worden. Toch blijven groentelers relatief dichtbij en gaan in de ogen van Stoll niet de bollentelers achterna. “Specifieke teelten gedijen goed in de eigen regio, zoals witlofpennen in de Noordoostpolder. Daar is ook de hele infrastructuur aanwezig.”

Goed netwerk

Dat meerdere sectoren op de grondmarkt actief zijn, biedt ook kansen. Veel tuinders hebben goede ervaring met samenwerken met akkerbouwers, wat voordelen kan bieden qua vruchtwisseling. Ook veehouders zijn in sommige gebieden goede partners als het gaat om grond.

Dat ziet ook Hans Scholte, teamleider veehouderij bij Flynth en werkzaam vanuit Noord-Holland. Veehouders willen volgens hem best meewerken aan grondruil. “Mits compensatiegrond beschikbaar is.” Scholte ziet wel dat veehouders soms terughoudend zijn bij eenmalig gebruik van gronden, zoals bij de koolteelt in het noorden van Noord-Holland. “Niemand zit te wachten op kapotgereden grond als bij slechte omstandigheden is geoogst.” Dat betekent dat de teler soms dieper in de buidel moet tasten om veehouders over de streep te trekken. Hij merkt dat sommige telers een goed netwerk hebben in de veehouderijsector en daardoor gemakkelijker aan gronden komen.

Scholte is groot voorstander van langdurige samenwerking tussen veehouderij en plantaardige sectoren. Via het project Vruchtbare Kringloop van LTO is Flynth er ook nauw bij betrokken geweest. “De overheid wil dat sectoren samenwerken, maar helaas sluit regelgeving niet optimaal aan bij de praktijk. Mogelijk krijgen we binnen afzienbare termijn meer duidelijkheid over hoe dit kan worden verbeterd.”

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Rene Stevens

freelance redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin