Doorgaan naar artikel

‘Bladgewassen groeien nu hard’

“Door de zachtere nachten en het mooie zonnig weer groeit alles hard en wordt er meer product geoogst”, zegt bladgewassenteler Edwin Buitendijk in Ridderkerk.

De laatste struiken van de 6.000 stuk paksoi, die in week 6 was geplant, zijn in week 17 geoogst. De kwaliteit van de paksoi was goed en het gewicht tussen de 400 en 600 gram. De paksoi is naar onze vaste afnemer gegaan. “Net toen we begonnen met de oogst kwamen er aardvlooien in, die kleine gaatjes in de bladeren prikken. Dan kun je er met spuiten niets meer aan doen”, vertelt Buitendijk. “Daarom hebben we de paksoi zo snel mogelijk gesneden. Maar als je dan geen afnemer hebt, heb je een probleem. Want langer laten staan, kon niet.”

Postelein afwisselen met raapstelen

Na de paksoi zijn er raapstelen gezaaid. “We zaaien het hele jaar door raapstelen, afgewisseld met postelein. Meestal doen we eerst postelein, dat na een maand weer weg is, en dan zaaien we raapstelen. Deze twee teelten wisselen we af en zo gaan we rond.”

De afgelopen periode was er te veel aanbod van raapstelen. “We proberen dan de raapstelen in kilo’s te slijten om in kleine groentepakketten te verwerken. We hoeven de raapstelen dan niet met wortel en al eruit te trekken om te bossen, maar snijden het boven de grond af. Kilo’s leveren wel minder op”, laat de bladgroenteteler weten. De afzet van raapstelen is in week 19 weer goed.

In de vorig jaar gestoomde kas groeien de raapstelen goed. Ook is er geen last van onkruid, die er in verband met het bossen uit moeten worden gehaald. “De raapstelen in de kleine kas van de paksoi hebben in de bladeren ook gaatjes van de aardvlooien. In de gestoomde kas niet, want anders hadden we moeten spuiten.”

Jonge postelein gaan oogsten

Begin week 18 is de oogst van postelein gestart, die in week 12 is gezaaid. Buitendijk: “Hoewel het gewas nog klein was, zijn we toch begonnen omdat de prijs goed was. Als de groei hard doorzet, neemt het aanbod toe en stort de prijs in.”

De oogst gaat door tot eind augustus. Iedere week worden er op dinsdag en vrijdag twee kappen gezaaid, zodat er elke dag een pallet kan worden geoogst.

De teler heeft geen luis of andere insecten in het gewas gezien. “Alleen bij nat weer kunnen we last van smet hebben. We moeten het gewas dan drooghouden en een tijdje niet beregenen.” Na het zaaien wordt er twee keer een haf uur beregend. De postelein kiemt dan binnen twee dagen. In de zomer bij 25 graden overdag en 20 graden ’s nachts is het in drie weken klaar voor de oogst. Gemiddeld duurt de teelt van postelein vier tot vijf weken.

Minder productie peterselie

In de kas waar op een plek de peterselie stond weg te kwijnen en het gewas weer is gaan groeien, is in week 18 de laatste peterselie opgebost. “We hebben maar 40% kunnen oogsten. De rest is verloren gegaan. De kwaliteit en prijs waren goed. In begin hadden we wel wegval door pythium. Maar het is goed dat het klaar is, want er komt volop peterselie van de buitenteelt.”

Tegenvallende belangstelling voor selderij

De afzet van selderij verloopt niet vlot. De teler: “Niemand wil voor een paar euro een bakje selderij hebben. Een week nadat de Ramadan begon stortte de prijs in. Er is te veel gezaaid met de gedachte dat er in die periode een goede afzet zou zijn. Maar dat was niet het geval. En er staat nog steeds veel selderij.”

Ondertussen groeide de selderij door en in week 19 past het lange gewas nog net in een bakje.

In week 20 gaat dat niet meer en moet de teelt eruit. “We kunnen de selderij niet onderfrezen, want dan groeit er niets meer op, zeker geen postelein. We moeten de selderij omschoffelen en uit de kas halen.”

Vroege oogst boskroten

In week 18 is met de oogst van boskroten begonnen. “Hiermee zijn we best vroeg, maar dat komt ook omdat we al op 10 januari hebben gezaaid en er acyldoek over hebben gelegd. We konden zo voeg zaaien omdat er toen geen vorst was.”

De teler ziet af en toe zwarte plekken aan de kroot, die door te veel water geven worden veroorzaakt. “We moeten dus oppassen met water geven en af en toe hiermee stoppen.”

Bij de oogst worden bosjes van drie kroten gemaakt en gaan er twaalf bosjes in een grote bak. “De kroten mogen niet te klein zijn; ongeveer zo groot als een biljartbal. De oogst is goed en er staat mooi blad op. Later wordt het blad slechter, omdat we er doorheen lopen en we dan het gewas beschadigen. De randen van de beschadigde drogen geel op”, aldus Buitendijk.

De oogst van twee keer per week, gaat nog twee maanden door.

Auteur: Harry Stijger

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Edwin Buitendijk

is teler van bladgewassen in Ridderkerk

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin