Doorgaan naar artikel

Arne Bac (Rabobank): ‘Teler door energietransitie heen financieren’

Rabobank afficheert zich al enkele jaren als de bankier van de energietransitie. Een claim die in de land- en tuinbouw en vooral de teelten onder glas geen loze belofte is. Om te zien waar de sector en de individuele bedrijven staan, gaat de bank met haar grotere klanten de footprint berekenen, kondigt sectormanager tuinbouw Arne Bac aan.

Over nut en noodzaak van de energietransitie hoef je nu met geen enkele teler meer een discussie te voeren, stelt Arne Bac vast. Als sectormanager tuinbouw spreekt hij regelmatig voor groepen tuinders. “Ik stel ze dan de retorische vraag: ‘Als het gas op 17 cent was blijven hangen, was dan de energietransitie zo snel op gang gekomen als nu?’ Natuurlijk niet. Het tempo dat er nu in is gekomen is meer prijsgedreven dan gedreven door de wil om te verduurzamen.”

Rabobank financiert energietransitie

Niet dat die wil tot nu toe afwezig was. De glastuinbouw liep al langer als sector voorop. Maar de investeringen die voor de energietransitie nodig zijn op de individuele bedrijven, die moeten ook wel financierbaar zijn. “En dat is in 2022 hard gegaan”, aldus Bac. “De balans van Rabobank aan uitgezet kapitaal in de tuinbouw is stabiel. Het afgelopen jaar is nagenoeg geen nieuwbouw gefinancierd, maar eenzelfde bedrag aan financieringen als wat normaal in nieuwe kassen werd gestoken, is nu is gegaan naar led, schermen, ontvochtiging, enzovoort. Om te verduurzamen, jazeker, maar vooral om kosten te vermijden.”

De teler die hierin investeert zit aan de goede kant van jullie duurzaamheidsmatrix?

“Jazeker. Afgelopen jaar hebben we die matrix stevig aangepast. Energie is naast bijvoorbeeld afval, personeel of meedoen met keurmerken, een heel belangrijke factor om onze klanten in te delen. Aan die knop hebben we flink gedraaid. Om de telers te blijven uitdagen ook de komende jaren weer nieuwe stappen te zetten. Wie nu nog de ketel of de wkk alleen als basis van de energievoorziening heeft, scoort minder dan in het verleden. Die staat dus niet op de bovenste trede, waar je als teler de meeste voordelen kunt behalen.”

Er zijn het afgelopen jaar ook wel wkk’s gaan draaien op propaan en stookolie. Wij gaan dat niet meer financieren

Maar met die wkk kan een teler nu juist veel geld verdienen. Dat kan dan een dilemma zijn voor een Rabo-klant?

“De wkk is een transitiemiddel. Maar is het op de lange termijn ook nog een duurzaam middel? Er zijn het afgelopen jaar ook wel wkk’s gaan draaien op propaan en stookolie. Wij gaan dat niet meer financieren. Als bereddering om aan nog net betaalbare warmte te komen, kan ik me er iets bij voorstellen. Maar huren is dan beter dan kopen. Wil je in 2030 50% emissiereductie halen, dan haal je dat ook niet met een fossiele wkk. Maar je ziet nu al dat gas-wkk’s veel minder uren maken. Wel nog als er geld verdiend kan worden met onbalans. Maar niet meer als basis voor de warmtevoorziening. Als ik nu als teler in een nieuwe wkk wil investeren, dan zou ik kijken naar een die ombouwbaar is voor waterstof.”

Maar waterstof is nog niet bewezen als een investering die op een glastuinbouwbedrijf gaat renderen. Gaat Rabobank dat dan toch al stimuleren?

“Als het gaat om de normale bedrijfsvoering, dan bevragen we de klant over hoe een nieuwe wkk, of een nieuwe kas nu al is voorbereid om in 2040 energieneutraal te kunnen produceren. Zo’n bedrijf kun je bedienen door het met een rentekorting of een langere looptijd door de transitie heen te helpen. Als het gaat om grondiger innovaties, zoals vertical farming, dan kijk je weer anders naar het risico dat bij het bedrijfsmodel hoort. We krijgen wel de nodige financieringsverzoeken, van start-ups, maar dan meestal als medefinancier. We hebben daar een apart fonds voor (Rabobank Innovatie Lening), waaruit we een kansrijke start-up € 150.000 aan achtergesteld vermogen kunnen verstrekken. Bijvoorbeeld een innovatie als de ontwikkeling van energiebesparende coating van glas, of datatechnieken, robotisering en AI-toepassingen. Innovaties die in potentie de sector in de toekomst sterker kunnen maken. Daar zetten we ons coöperatief dividend voor in.”

Dat er rendement zit op een investering betekent niet automatisch dat die investering ook voor elk bedrijf financierbaar is

De teler heeft door de wettelijke energiebesparingsplicht ook niet altijd de vrije keuze om wel of niet te investeren.

“Zeker. En dat wordt ook nog opgerekt. Niet wat je in 5 jaar maar wat je in 7 jaar kunt terugverdienen, moet je gaan toepassen. Dat betekent dat er meer zal moeten worden geïnvesteerd. Maar dat er rendement zit op een investering betekent niet automatisch dat die investering ook voor elk bedrijf financierbaar is. Dat is wel een spannende. Als een teler om wat voor reden dan ook al zwaar gefinancierd is, dan zit je alsnog klem.”

Voor hoeveel van jullie klanten gaat dat spannend worden?

“De sector als geheel is gezond door de energiecrisis heen gekomen. Maar voor een aantal telers en teelten is de impact wel degelijk flink geweest. Vooral in de sierteelt zijn er veel telers dan wel niet failliet gegaan, maar wel gestopt: 30% van het areaal phalaenopsis is gestopt. Het aanbod aan de bloemenveiling is nog niet op het niveau van twaalf maanden geleden. In de groenteteelten zijn de bedrijven wat flexibeler en is alleen teruggeschaald in de winterproductie. Een solitair bedrijf staat voor een andere opgave. Ook in Limburg is het moeilijker omdat daar aardwarmte on hold is gezet. Om zo’n regio dan toch economisch vitaal of ‘transitievitaal’ te houden, daar kijken wij als bank ook naar. Bijvoorbeeld door telers te koppelen aan andere sectoren die duurzame warmte kunnen leveren.”

Verhoging van de energiebelasting en het CO2-sectorsysteem ombouwen naar een heffing per bedrijf, dat kan ook spannend worden.

“Een CO2-heffing per bedrijf per hoeveelheid gebruikte energie, dat is in onze optiek de juiste weg. Wederom is dat een prijsprikkel die elk individueel bedrijf aanjaagt om een eigen strategie te voeren op het verlagen van je footprint. Dat is ook waar retailers en ketens om vragen. Daarom zijn wij voornemens na de zomer te starten met de grotere glastuinbouwklanten om de footprint in kaart brengen. Om vanuit dat inzicht op het individuele bedrijf de volgende stappen te kunnen zetten. We merken in onze pilots dat ondernemers hier zelf ook mee bezig willen zijn. Het footprint-inzicht in het eigen bedrijf zet aan om te gaan verbeteren. We werken met de Europese standaarden die in PPS-verband worden afgesproken. Er was al zo’n standaard voor bloemen en die komt er ook voor groente. Met een nog nader te benoemen consultant gaan we bedrijven begeleiden om hun footprint te berekenen.”

Die gegevens komen ook als benchmark beschikbaar?

“Dat zijn we in de toekomst van plan, dan geef je ook iets extra’s terug aan de bedrijven. De best practices van groepen vergelijkbare bedrijven kunnen we meegeven aan bedrijfsgenoten. Het is ook heel goed denkbaar dat een bepaald type investering dat voor tomatentelers in de ene regio goed werkt in de andere regio niet mogelijk is. We streven ernaar dat we volgend jaar zo’n 85% van de emissies van onze gehele glastuinbouwportefeuille in kaart hebben met behulp van de footprint-berekening.”

Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin