Doorgaan naar artikel

Anne Williams: ‘Zorgen dat telers kunnen blijven telen’

Wat haar in haar dagelijkse werk als hoofd bedekte teelten bij Bayer Vegetable Seeds het meeste bezighoudt? ‘Sustainability’, en: ‘Keeping growers growing’. Maar naast duurzaam en goed te telen moet een nieuwe tomaat, paprika of komkommer van Bayer volgens Anne Williams er uiteindelijk vooral eentje zijn die de mensen graag willen kopen en eten.

In het De Ruiter Experience Center in Bleiswijk (Z.-H.) kom je, uiteraard, niet binnen zonder door een hygiënesluis te zijn gegaan. En als je de kas in zou willen, waar een keur aan bestaande en nieuwe tomatenrassen van Bayer staat te groeien, dan gelden de aller strengste hygiëneregels. In gesprek met Anne Williams ontkomen we niet aan de vraag of de ToBRFV-resistente tomaat er al is.

“Onze veredelaars en onderzoekers over heel de wereld zijn hard aan het werk. We concentreren ons daarbij niet op het vinden van één beslissend gen dat we dan in alle nieuwe rassen zouden gaan inkruisen. We stapelen resistenties. Wat we niet willen, is dat we helemaal opnieuw moeten beginnen als het virus muteert.”

Want dat virussen muteren, dat weet sinds corona ook tante Truus die trostomaten koopt bij de Dirk.

“ToBRFV was een doodgewoon Tobamo-virusje in het Midden-Oosten. Tot het ineens veranderde in net zoiets als corona bij mensen. Ook qua verspreiding is het vergelijkbaar: eerst dachten mensen misschien dat het naar noordelijker streken opschoof door klimaatverandering. Maar dat het virus niet door insecten wordt overgebracht, maar mechanisch overdraagbaar is, en dus ook zomaar van het ene naar het andere continent kon springen, maakte wel duidelijk dat het – net als corona – waarschijnlijk een kwestie is van globalisering van markten.”

De zoektocht naar groenterassen die bestand zijn tegen niet alleen ToBRFV, maar ook tegen al die andere afkortingen zoals PepMV, TSWV, CABY en TYLCV, moet er voor zorgen dat telers kunnen blijven telen.

“Maar verder moeten die resistente tomaten, komkommers en paprika’s ook aan alle andere eisen voor een goed scorend ras voldoen. Ze moeten lekker zijn, er goed uitzien, goed houdbaar zijn, betaalbaar voor de consument én economisch aantrekkelijk voor telers met allerlei uiteenlopende teeltsystemen, hightech, midtech, lowtech, noordelijke en zuidelijke landen, substraten én grondteelt.”

Dat uit zo’n overdaad aan variabelen, die voor een nieuw ras allemaal het licht op groen of op rood kunnen zetten, dan toch ‘duurzaamheid’ als eerste prioriteit naar boven komt, kan deels verklaard worden doordat Williams vóór de grote fusie werkte bij Monsanto.

“Sowieso ben ik me ervan bewust dat als je werkt voor een grote multinational, alles wat je doet onder een vergrootglas ligt. Elke uitspraak, elke claim over duurzaamheid moet perfect onderbouwd zijn. Wij zijn aan het werk voor de meest intensieve tak van de land- en tuinbouw en alleen al dat woordje intensief heeft voor sommigen de bijsmaak van niet-duurzaam. Maar zo erg als het was bij Monsanto, waar activisten van alle auto’s van medewerkers alle vier de banden kwamen lekprikken, is het gelukkig niet meer.”

Dat hoog oplopende debat ging toen over genetisch gemodificeerde gewassen, wat de Britten Frankensteins food noemden. Nu haalt het Verenigd Koninkrijk de EU in door wel al toestemming te geven voor gene-editingtechnieken zoals Crispr-Cas.

“Heel mooie en vooral heel precieze technieken, die gebruikmaken van de natuurlijke variatie binnen een plantensoort. Uiteraard kijkt R&D van Bayer heel serieus naar wat we met die technieken zouden willen doen en waar we dan in het genenpakket van dit of dat gewas moeten zijn. Maar net zo belangrijk als wat er veredelingstechnisch allemaal kan, is wat door het publiek geaccepteerd wordt. Dat geldt zeker voor groenten, omdat het zo dicht bij de eindconsument zit.”

Buiten Europa is er al veel meer toegestaan. Hoe staat het daar met die acceptatie?

“In Japan is er bijvoorbeeld de tomaat met door gene-editing verhoogd GABA-gehalte. Die zijn goed voor het hart. In reclames richten de makers van die tomaat zich vooral op ouderen. Kennelijk is de acceptatie van het gebruik van dit soort technieken groter als het gezondheidsbevorderend werkt. Dat is dan minder frivool dan een leuk kleurtje of een zoetere smaak. Anderzijds kun je ook zeggen: als je meer vitamine C wilt of extra lycopeen, dan eet je toch gewoon niet één maar twee tomaten?”

Wat consumenten wel of niet willen is vooral de corebusiness van de retailers. Daarom willen zaadbedrijven soms dichter aanschurken tegen de supermarkten.

“Zeker niet mijn insteek. Ik zie de verschillende spelers in de groenteketen als een estafetteteam. Iedereen doet zijn ding. Telers praten elke dag met hun afnemers. Dat zijn grote partijen, zoals Harvest House, Prominent, Mastronardi, Greenyard. Die gaan wij niet voor de voeten lopen. Wat wij, gericht op de consument, wel doen zijn smaaktests en dergelijke.”

Met de keten als een gestroomlijnd estafetteteam, dat suggereert een zich intensiever richten op de teler. Hoe onderscheidt Bayer zich daarin?

“Bijvoorbeeld met het PlantBalance-systeem. Digitaal teeltmanagement voor de telers die steeds meer sturen op data. Met digitale data kunnen we efficiënter telen dan zelfs de Nederlandse telers met hun groene vingers en hun oog voor de plant dat konden. Ons denken over duurzaamheid gaat vooral over zo efficiënt mogelijk omgaan met inputs als water, land en energie. Nog maar tien of vijftien jaar geleden ging het veel meer over voedselveiligheid dan over voedselzekerheid. Maar met straks misschien wel 10 miljard mensen toch nog iedereen elke dag maaltijden te bezorgen, terwijl we ook met klimaatverandering te maken hebben, dat is nu dé uitdaging. De komende tien jaar gaat er in voedselproductie meer veranderen dan in de afgelopen dertig jaar.”

Ik zie de verschillende spelers in de groenteketen als een estafetteteam

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin