Het inkomen in de glasgroentesector is drie keer zo hoog als het gemiddelde in de land- en tuinbouw. ABN Amro ziet duidelijke redenen en ziet de McKinsey-adviezen uit de crisis van 2011 als kantelpunt.
De bank interviewde voor zijn onderzoek ondernemers en bestuurders in de sector. De belangrijkste factor voor het succes is het ondernemerschap, maar ook de clusters van techniekbedrijven in instellingen om snel te innoveren. Ondertussen is er grip op de markt ontstaan door ketenintegratie, een derde oorzaak, zo staat in het rapport Nederlandse glasgroente – de kas als kracht.
Glasbedrijven groeien vier keer zo snel
De bedrijven groeiden meer dan vier keer zo hard in glasgroenten als in andere landbouwsectoren, de laatste jaren aangewakkerd door investeringsmaatschappijen van buiten de sector. Door verdere integratie en nauwe samenwerking tussen telersverenigingen en handelsbedrijven is de keten overzichtelijker geworden
ABN Amro constateert dat het inkomensverschil tussen glasgroentetelers en andere agrarische ondernemers voor een belangrijk deel is ontstaan uit handel in energie. Voor een aantal bedrijven leverde energie een hogere opbrengst op dan gewassen. Het is het ondernemerschap dat bedrijven dit voordeel laat verzilveren.
Positief over maatschappelijke rol
De glastuinbouw ligt onder het vergrootglas van de maatschappij door het ruimtegebruik, energiegebruik en grote arbeidsbehoefte. Toch is de bank positief over de stappen die de sector collectief zet. Een van de instrumenten daarvoor is de Federatie Vruchtengroenten Organisaties (FVO).
De bank schrijft dat deze samenwerking is opgericht op advies van bureau McKinsey na de crisis in 2011. Die aanbevelingen van de adviesgroep leidden tot een positieve kentering in het verdienmodel en de marktpositie van de glasgroentesector, stelt de bank. ABN Amro noemt niet de opdrachtgever Glastuinbouw Nederland (toen LTO Glaskracht). Destijds was 65% van de glasbedrijven financieel ongezond.
Afhankelijk van arbeidsimmigranten
De bank verwacht niet snel verandering in de afhankelijkheid van internationale arbeidskrachten in de kassen. ABN AMRO denkt namelijk dat op ‘middellange termijn een grote afhankelijkheid blijft aan internationale arbeidskrachten bij de teelt- en oogst werkzaamheden’. Voor middellange termijn geldt doorgaans een periode tussen de 2 en 10 jaar.
De bank waarschuwt wel voor verdere schaalvergroting. Dat kan ertoe leiden dat bedrijven de kennis over innovaties niet meer delen, maar inzetten voor eigen concurrentie-overwegingen.