Er is geen verhoogd risico op bevingen door de optelsom van aardwarmteputten in Oostvoorne en Vierpolders.
Dat concludeert onderzoeksbureau TNO in een onderzoek naar de effecten van de putten die nabij gelegen zijn op Voorne Putten. Het onderzoek was een belangrijke voorwaarde voor afgifte van het ontwerp-instemmingsbesluit voor het winningsplan Oostvoorne. Beide aardwarmteputten zijn van Hydreco en liggen in hetzelfde breukblok en beïnvloeden elkaars druk enigszins, maar een extra risico op bodemtrillingen levert dat niet op.
Rol provincie
TNO deed dat onderzoek in opdracht van de provincie Zuid-Holland. Zij wil met name de effecten weten van de uitbreiding van het aantal het aardwarmtebronnen. Leidt dat tot bodemdaling of seismische risico’s? TNO denkt van niet. Ook Staatstoezicht op de Mijnen vindt het risico op bevingen in de laagste categorie vallen.
TNO deed dat onderzoek naar cumulatie van risico’s van nabij gelegen putten recent ook in Westland. Ook daar wezen de onderzoekers verhoogde risico’s af. Voor de putten Oostvoorne en Vierpolders geldt dat deze relatief dicht bij breuklijnen liggen. Toch is de ondergrond in dat gebied geschikt voor aardwarmte en stabiel.
Nieuw plan
De telers in Oostvoorne willen een tweede aardwarmtebron. Het effect van zo’n boring en winning is niet meegenomen in het onderzoek, maar zal worden gedaan bij aanvraag van vergunning en goedkeuring van het winningsplan.
Met het ontwerp-instellingsbesluit is het bestaande aardwarmteproject voorzien van een tijdelijke instemming die verlengd kan onder voorwaarden.