Doorgaan naar artikel

‘Vakantie? Je bent na zo’n reis bekaf’

Ruud Bongers werd in oktober zeventig jaar. Hij deed als ‘Pummer’ in zo’n tien jaar ruim twintig projecten. Bongers reisde naar landen in Azië, Afrika en Oost-Europa om er met name teelt-technische kennis te brengen. IJsbergsla in Pakistan was zijn eerste project. “Soms word je als een Paus ontvangen.”

Pum Netherlands senior experts is een vrijwilligersorganisatie die zich richt op duurzame ontwikkelingsprojecten. De organisatie telt zo’n 2.000, vaak gepensioneerde, vrijwilligers die hun kennis willen delen met ondernemers in ontwikkelingslanden en opkomende markten. Veelal hebben deze onvoldoende middelen om gebruik te maken van commerciële adviezen. Pum is in zo’n dertig landen actief, op bijna alle terreinen van de economie. Meestal gaat een Pummer een tot twee keer per jaar op reis gedurende tien tot vijftien dagen. Om voor een project in aanmerking te komen, moet je voldoen aan de eisen van de aanvrager en redelijk tot goed Engels beheersen.

Avontuurlijk ingesteld

Ruud Bongers in het Limburgse Baarlo verkocht, bij gebrek aan een opvolger, in 2007 zijn gespecialiseerde glasaardbeibedrijf en wilde iets in vrijwilligerswerk gaan doen. “We konden ons bedrijf, dat in de stille verkoop stond, sneller dan verwacht verkopen en ik heb de koper nog anderhalf jaar teelttechnisch ondersteund. Toen ik daarna toevallig in contact kwam met Pum was mijn interesse snel gewekt.” Hij kreeg in Den Haag een intakegesprek en kwam in de kaartenbak terecht. “Je moet geen hekel aan vliegtuigen hebben en avontuurlijk zijn ingesteld als je voor Pum op pad gaat. Het onderkomen regelt de aanvrager, maar is in dat soort landen vaak primitief. Ik heb ook dingen gegeten die ik nog nooit op mijn bord gezien had. Het is echt geen vakantie. Je bent bekaf na zo’n reis.”

Ruud Bongers tijdens een van zijn reizen door China. Hier in de provincie Gansu in een tunnel met lemen wanden voor de teelt van aardbeien. - Foto: Ruud Bongers

Ruud Bongers tijdens een van zijn reizen door China. Hier in de provincie Gansu in een tunnel met lemen wanden voor de teelt van aardbeien. – Foto: Ruud Bongers

IJsbergsla in Pakistan

De teller van het aantal bezochte landen staat inmiddels op dertien. Naar sommige landen ging hij meerdere keren. “In Armenië was ik het vaakst, dan volgen China en Vietnam. Ik was twee keer in Macedonië en verder in landen als Nepal, Kosovo, Oekraïne, Moldavië, Georgië, Gambia, Eritrea, Haïti en Pakistan.”

Ik werd overal ontvangen als een soort van paus die de kwaliteit wel even kwam verbeteren

Pakistan was zijn vuurdoop, bijna letterlijk. “Een teler teelde daar ijsbergsla en voordat ons bedrijf zich specialiseerde, had ik met mijn broer een vollegrondsgroentebedrijf met onder andere ijsbergsla. Ik had zodoende ervaring met de teelt. De politieke situatie was toen stabiel, maar voor mijn onderkomen stond wel constant bewaking. Het doel was om de kwaliteit van de ijsbergsla van die teler te verhogen. We zijn bij al zijn afnemers geweest. Ik werd overal ontvangen als een soort van paus die de kwaliteit wel even kwam verbeteren.”

Kronkelend door de bergen

Er werd geteeld in de regio rond Lahore waar het ’s zomers meer dan 40 graden is. “In het voor- en najaar ging dat nog, maar in de zomer natuurlijk niet.” De vallei op de grens met India, waar het ’s zomers circa 7 graden koeler was, werd de plaats voor de zomerteelt. “Dat was op zeven uur rijden en daarvoor moesten we door Kashmir dat in oorlog was met India en Pakistan. Aan de grens waren militaire activiteiten en controles, maar we hadden de vereiste papieren in Islamabad opgehaald en mochten door Kashmir reizen. Dat ging over een weg die ik tot Dodenweg bestempelde: kronkelend door de bergen met rechts heel steile ravijnen. Ik zat naast hem en vroeg of ik niet beter achter hem kon gaan zitten zodat ik er zo nodig uit kon springen, waarop hij zei: ‘Allah waakt over ons’…”

Plan van aanpak

Na iedere reis dient de Pummer een verslag met plan van aanpak te maken. “Met de kennis die ik van ijsbergsla al had, was dat niet moeilijk. Er kwam veel bolrot voor, de bokken liepen nog door het gewas en het was vergeven van bladluizen. Ik heb een plan gemaakt omtrent hygiëne en vruchtwisseling, spuitschema’s en momenten van water geven. Ik heb nog grondmonsters verstopt in mijn koffer om ze in Nederland te laten analyseren voor de bemesting. Ze hebben de plannen uitgevoerd en er bleef contact. Hij had me graag nog een keer teruggezien, maar door de oorlogssituatie kreeg ik daar geen toestemming voor.”

Basale kennis

Kennis brengen is waar het meestal om gaat. Dat kan agrarische kennis zijn, maar bijvoorbeeld ook kennis over onderwijs, toerisme of ICT. Het kan om individuele adviezen gaan, maar ook om inleidingen of workshops voor kleine groepen. De kennis is vaak heel basaal. “In Vietnam teelden een groep van 500 telers ieder op 2.000 tot 3.000 m2 jaar op jaar aardbeien. Je kunt op je vingers natellen dat de gezondheid en de kwaliteit snel achteruit holt. Een plan voor verbetering is dan niet zo moeilijk.”

Niet altijd succesvol

Niet altijd zijn de projecten succesvol. “Een teler in Moldavië had ook te maken met zieke planten en daar bleef hij maar stekken van maken. Dan kom je van de regen in de drup, dus moet je met gezond plantmateriaal een nieuwe start maken. Dat zou hij gaan doen en ik zou er nog een keer terugkomen, maar na een paar maanden kreeg ik een mail dat hij een reisbureau begonnen was.”

Netwerk van kennis

En het kan ook heel modern. “In Haïti ben ik bij een man geweest die sla op water teelde. Dat was op het dak van zijn huis met goten die in Nederland niet hadden misstaan. Die man had geld genoeg, maar probeerde met zijn project werkgelegenheid en een betere infrastructuur te bewerkstelligen. Dat was zo’n jaar na de aardbeving en daarom was het project ook goedgekeurd. Die man zat verlegen om kennis, maar hij wist er al veel van. Ik heb me zo goed mogelijk voorbereid en ben daarvoor ook bij Gipmans in Venlo geweest. Die hadden proeven met verschillende gewassen op water. Op hen kon ik ook terugvallen als mijn kennis tekort schoot. Dat geldt trouwens ook in andere situaties. Ik heb een netwerk van telers, adviseurs, toeleveranciers en plantenkwekers waarbij ik terecht kan als ik vragen heb.”

Verschil in mentaliteit

De reizen worden gedegen voorbereid en na afloop volgt dan dat verslag met plan van aanpak. Bongers heeft daar wel wisselende ervaringen mee. “In Aziatische landen zijn ze heel leergierig en hangen ze aan je lippen. In Afrikaanse landen heerst over het algemeen toch een wat andere mentaliteit. Maar het geeft voldoening als je ziet dat mensen door jouw inbreng stappen zetten. Meestal is er na zo’n reis nog contact en hebben mensen nieuwe vragen. Je blijft dus op de hoogte van hoe het verder gaat en dat maakt het heel leuk.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin