Doorgaan naar artikel

‘Oude regels knellend voor vernieuwing op platteland’

Initiatieven op het platteland om de leefomgeving economisch, maatschappelijke en ecologisch duurzamer te maken of te houden stuiten vaak op ‘oude’ belangen, regels en bestuurscultuur.

Er is meer flexibiliteit en experimenteerruimte nodig in wet- en regelgeving als de overheid de aanwezige energie in het platteland wil stimuleren en ondersteunen. Maar de overheid moet meer actief meedenken, meewerken en creatief naar oplossingen zoeken. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in het rapport ‘Leren van het energieke platteland’ dat woensdag werd aangeboden aan staatssecretaris Dijksma van EZ.

Het PBL onderzocht 32 coalities voor duurzame plattelandsontwikkeling. Daaronder een coöperatie die zes windmolens beheert, een agrarische natuurvereniging in het Groene Hart die wandel- en fietspaden op landbouwbedrijven aanlegt en vijf boeren die willen samenwerken om ecologisch en verantwoord te ondernemen. Knelpunten variëren volgens het PBL van moeizame procedures tot financiële obstakels. Overheden kunnen daarbij nog niet altijd inspelen op nieuwe initiatieven. Regels blijken te strak voor vergunningen, ambtenaren zijn terughoudend of gemeenten kunnen simpelweg geen beslissing nemen omdat ze geen ruimte krijgen van rijk of provincie.

Het PBL noemt als voorbeeld voor een actieve rol van overheden de zogenoemde gebiedsmakelaar. Door vaker een makelaarsrol te vervullen kunnen overheden veel betekenen door partijen in een coalitie bij elkaar te brengen.

Het succes van initiatieven hangt volgens het PBL overigens niet alleen af van de rol van overheden. Winst is ook te halen uit een goede samenwerking, afstemmen van belangen en door te investeren in goede contacten met de omgeving.

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Wim Esselink

Voormalig redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin