Doorgaan naar artikel

Glasgroenten beleven zesde topjaar op rij

Glasgroentetelers zijn voor het zesde achtereenvolgende jaar de grootverdieners van de voedingstuinbouw. De verschillen tussen glastuinders onderling worden wel steeds groter.

De inkomens in de land- en tuinbouw stijgen over de volle breedte, met gemiddeld iets meer dan 10% naar € 57.000. Dat blijkt uit de jaarlijkse publicatie van de inkomenscijfers in de land- en tuinbouw door Wageningen Economic Research.

Dat gemiddeld inkomen wordt voor het vijfde jaar achtereen ver overtroffen door de glasgroentetelers. In 2019 behaalde het gemiddelde glasgroentebedrijf een inkomen van € 288.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid.


Tekst gaat verder onder de video.

Tomaten en paprika’s bovengemiddeld

Met name de twee grootste groepen telers, die van tomaten en paprika’s, profiteerden dit jaar van prijzen die respectievelijk 12 en 10% beter waren dan in 2018. De komkommerprijzen waren dan weer 14% lager, maar die waren in 2018 dan ook uitzonderlijk hoog.

Het nu bekende definitieve gemiddeld inkomen voor 2018 is uitgekomen op € 226.000. Dat betekent op zich een dipje, na de absolute topjaren 2015 en 2016 toen zelfs de grens van € 300.000 werd doorbroken. We moeten teruggaan naar 2014 om nog een jaar te vinden waarin het gemiddeld inkomen voor glasgroentetelers onder de € 200.000 bleef.


Tekst gaat verder onder de foto.

Glasgroenten beleven zesde topjaar op rij


Inkomensspreiding steeds groter

De inkomensspreiding is overigens groot en wordt ook steeds groter. Gekeken naar de totale land- en tuinbouw is de middengroep minus de 20% meest en de 20% minst verdienende bedrijven steeds breder verspreid. In 2010 was de bandbreedte van die 60% middenverdieners € 70.000 breed: van een inkomen van nul euro tot een inkomen van € 70.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid. In 2019 verdient die middengroep tussen -€ 7.000 en +€ 83.000.

Voor de glasgroenteteelt is die steeds breder uitwaaierende spreiding nog wat opvallender. Hier haalt de best verdienende 20% een inkomen van méér dan € 528.000. De minst verdienende 20% duikt echter onder de € 26.000. Een range van meer dan een half miljoen.

Aubergine met negatieve kasstroom

Een groep telers die in die laatste groep is oververtegenwoordigd, wordt dit jaar gevormd door de aubergine. Daarnaast is er een verband tussen bedrijfsgrootte en rentabiliteit. Kleinere bedrijven profiteren sowieso minder van goede jaren, maar hebben doorgaans ook iets minder te lijden van echt slechte jaren.

Ondanks de goede resultaten in de glasgroente kampt een kwart van de bedrijven met een negatieve kasstroom

Wageningen Economic Research constateert dat er ondanks de goede resultaten in de glasgroente toch wel degelijk nog een kwart van de bedrijven kampt met een negatieve kasstroom. En voor 5% geldt zelfs dat die negatieve kasstroom niet is op te lossen met besparingen op de uitgaven of door uitstel van aflossingen.

Plus in winst uit energie

Aan de opbrengstenkant is verder opvallend dat er al een paar jaar achter elkaar weer meer wordt verdiend aan de handel in energie en de verkoop van elektriciteit. Dat komt in 2019 zelfs neer op 11% van de totale opbrengsten. Zeker in een jaar met goede productprijzen duidt dat op een prima sparkspread (het verschil tussen de kosten van gas en de opbrengsten van stroom). Energie als kostenpost is in 2019 juist kleiner geworden.

Sparen voor de energietransitie

Opvallend is dat de hoge inkomens van de laatste jaren nog niet hebben geresulteerd in grote investeringen in nieuwe kassen. Vernieuwing of uitbreiding van het glasareaal blijft de laatste jaren nog achter bij de verwachting van Wageningen Economic Research, maar ook van de banken. Het lijkt erop dat glastuinders zich voorbereiden op de investeringen die nodig zullen zijn om de al jaren aangekondigde energietransitie te gaan realiseren.

In vergelijking met de glasgroente blijven de inkomens van vollegronds- en het fruittelers achter.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin