‘Witlofwortels goed aan de maat met mooie analyse’

Witloftelers Jasper en Reinier Selles zetten deze week de laatste wortels op van het ras Flexine.

Dat betekent dat de broers in vergelijking met andere jaren op een bijna gelijk moment beginnen met nieuwe wortels. De trek met Flexine gaat nog steeds zonder veel problemen, met zo’n 70 kilo lof per vierkante meter als resultaat. “De nieuwe wortels staan koud, en ze zien er ook goed uit”, vertelt Reinier op donderdag 15 oktober. “Het is het Hazera-ras Beguine geworden. De wortels zijn op 28 september onder prima omstandigheden gerooid, en meteen in de koelcel gereden. De maat is goed, met een mooie analyse.”

Beguine is goed, vroeg ras

Hij vervolgt: “We waren de laatste jaren aan het zoeken naar een goed vroeg ras. Vorig jaar hebben we voor de vroegste trek nog het ras Ecrine gehad, maar dat lof is niet zo mooi als van Topscore. Volgens Hazera zou Topscore vroeger te trekken zijn, maar daar zijn we niet zo wild op. Beguine lijkt meer op Topscore, maar met de vroegheid van Ecrine.”

Fijne witlofwortels

Of alle wortels dit jaar net zo goed van het veld af komen als Beguine, is nog even de vraag. “Al onze wortels staan in de Noordoostpolder. Enkele weken geleden hebben we ze nog bekeken, toen waren de meest partijen nog aan de fijne kant. Hoe het nu is, weten we niet, maar we denken dat de wortels in het algemeen niet grof gaan worden.”

De voorraad Beguine is toereikend voor zo’n vier weken trekken, dan volgt het ras Topscore. “Die wortels moeten deze maand nog wel gerooid worden, al houden de weersomstandigheden dat nu nog even tegen.”

Nieuwe bewaarcellen

Met de nieuwe wortels zijn ook de nieuwe bewaarcellen op het bedrijf in gebruik genomen. “Dat gaat hartstikke mooi, ik kan niet anders zeggen”, reageert Reinier opgetogen. “Je stelt alles in en het gebeurt gewoon. De oude cellen koelden ook goed, maar daar had je wel meer werk aan.”

De vrijkomende warmte wordt gebruikt voor de vloerverwarming in de werkruimte en in de trekcellen. “Die hebben geen gas meer nodig”, aldus Reinier.

Auteur: Joost Stallen