Doorgaan naar artikel

‘Misschien gaan we voorplukken, net als voeger’

De biologische spruiten van Chris van der Sterre in Bleiswijk staan te groeien en ze doen het best.

Het is voor het eerst dat hij het biologische pad bewandelt met de rassen Nautic, Steadia en Neptuno, voor de periode oktober tot en met Nieuwjaar. De afstand in de rij voor Neptuno is 40 centimeter, “die heb ik altijd op die afstand gehad”. Voor Nautic is 37 centimeter aangehouden, en voor Steadia 36, 37 centimeter. “In het verleden pootte ik Steadia wel op 32, 33 centimeter, maar ruimer planten geeft meer lucht in het gewas. Dat drukt misschien de kans op schimmels.”

Aandacht op emelten

Nu zijn het vooral emelten die de aandacht opeisen. “De spruiten staan op gescheurd grasland, ik heb veel van die larven gevonden. Maar het lijkt erop dat ze gevoelig zijn voor een slakkenbestrijder als Sluxx. Ik had een matje weg gelegd met wat slakkenkorrels eronder. Dat leverde toen geen dode slakken op, wel dode emelten.”

Om het risico op schade te beperken, is de plantdiepte beperkt. “Dat geeft wel meer risico dat vogels de planten uit de grond trekken. Daar is in begin wel sprake van geweest, maar al met al is het meegevallen. Verder hebben we de planten goed laten afharden, om te voorkomen dat ze als ‘eenhapscrackers’ aangevreten zouden worden.”

Bemesting met rundvee-digestaat

De bemesting bestaat uit 30 ton rundveemest per hectare, nadien aangevuld met rundveedigestaat (= de vloeistof die overblijft na vergisting). Hierin zit 6 procent stikstof, hoofdzakelijk in de vorm van nitraat. “Ik verwacht dat dat de bemesting die er nu op ligt, toereikend is voor de teelt, ook met de nalevering uit de oude graszode.”

De uitgegiste rundveemest is over de ploegsnede uitgereden met sleepslangen, vervolgens is gekopegd. De daarna volgende weken met mooi, droog weer, maakte dat het onkruid weg bleef. Het planten kon dan ook op schoon land. “Twee weken geleden is voor het eerst licht aangeaard. Dat moet nogmaals gebeuren, dan wat zwaarder, met ganzenvoeten. Onkruid is het probleem niet.”

Koolvliegen zijn evenmin problematisch, na de traybehandeling van de planten met Tracer. “Dat middel is toegestaan in de biologische teelt. Koolmotten heb ik trouwens ook nog niet gezien.”

Rassen door elkaar gekomen

Wel te karakteriseren als een probleem is dat er voorafgaand aan de teelt hier of daar rekken planten door elkaar zijn gegaan. “Dat geeft in een deel van de plantingen het beeld van een dambord, wél met vijftig dagen verschil in groeitijd tussen het vroegste (Nautic) en het laatste ras ( Neptuno).” De oogst wordt een bijzondere klus. “Heb je een paar rijtjes ‘verkeerde spruiten’ naast elkaar, dan kun je dat nog wel oplossen. Nu niet. Misschien is handmatig voorplukken van de vroege spruiten nog een optie. De prijs kan dusdanig zijn dat dat lonend wordt. Maar dat neemt niet weg dat ik het erg vervelend vind. Ik heb het nu geaccepteerd, maar dat heeft me wel een nacht slaap gekost. Zo’n verwarring heb ik nog nooit eerder gehad, dat dat juist nu moet gebeuren.”

De komende periode ligt de focus op slakken: “ik heb al twee keer volvelds behandeld, en de perceelskanten drie keer. En ik heb hier en daar een Hosta tussen de spruiten gezet, om slakken zo snel mogelijk te kunnen signaleren. Dat heb ik zo bedacht, slakken zijn gek op die plant.”

Bekijk meer

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin