Doorgaan naar artikel

Mirza goed in rassenproef zomerteelt courgette

Voor de zomerteelt van courgette is het ras Mirza nog steeds een uitstekende keus, zowel qua productie als kwaliteit. HMC 24132 en Explorer doen het ook prima, blijkt uit onderzoek door proefcentrum Inagro in Rumbeke.

De rassenvergelijking startte met dertien rassen, geplant op 18 mei 2020. De oogst viel van eind juni tot eind augustus, met tien oogstbeurten. Bij de meeste rassen vlakte de productie na half maart af, uitgezonderd Mirza (Clause). Daar nam de productie zelfs opvallend toe, met een totale productie van bijna dertig marktbare vruchten (= Flandriakwaliteit) per plant. Kanttekening daarbij is dat na bewaring de vruchten ietwat zachte vruchttoppen gaven. Het aantal vruchten van Mirza is wel het hoogst van alle rassen, gevolgd door de rassen Explorer (Gautier/Sanac) en HMC 24132 (Clause) met iets meer dan 27 vruchten. De vruchten van Explorer lieten na bewaring een matige indruk achter, de conditie van de vruchten van HMC 24132 bleef goed. Heel goed uit de bewaring gold ook voor Milos (Syngenta), met een productie van 25,1 Flandria-vruchten per plant. Het gemiddelde over alle rassen was 25,4 vruchten per plant.

Overige rassen

Naast de genoemde rassen lagen verder in de proef: Cyriac (Gautier/Sanac); 23,1 vruchten per plant, behoorlijk goed uit de bewaring. Fenna (Enza); 25,7 vruchten, matig uit de bewaring. HMC 24113 (Clause); 26,5 vruchten, matige indruk na bewaring. Keesha (Enza); 21,8 vruchten, matig uit de bewaring. Onega (Bejo Zaden); 25,8 vruchten, behoorlijk goed uit de bewaring. Quios (Syngenta); 24,2 vruchten, vrij goed uit de bewaring. SQ111573 (Sakata); 23,3 vruchten, vrij goed bewaarbaar. Zefiros (Syngenta); 25,5 vruchten, behoorlijk goed bewaarbaar.

Proefomstandigheden

In het proefverslag in Proeftuinnieuws 3 2021 geven de onderzoekers nog aan dat door de droge omstandigheden via de druppelslangen gemiddeld 60 liter water per plant was toegediend. Daarnaast wordt genoemd dat de proef lag op een perceel met bloemenranden ter bevordering van de functionele agrobiodiversiteit. Vanwege de aanwezigheid van sluipwespen, roofwantsen en gaasvliegen kon chemisch ingrijpen tegen bladluizen achterwege blijven. Deze aanpak geeft echter wel risico op virusinfecties, signaleren de onderzoekers. Op het proefperceel moesten twee planten met het kom- kommermozaïekvirus (CMV) verwijderd worden.

Bekijk meer

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin