Druppelirrigatie geeft hogere preiproductie

In Belgisch onderzoek geeft druppelirrigatie een hogere productie in prei dan water geven via sproeiers. Er was daarvoor bovendien minder water nodig.

In de proef op het PSKW werd naast de vergelijking met sproeiers ook een vergelijking tussen ondergrondse en bovengrondse druppelirrigatie gemaakt. In de productie zat er tussen beide irrigatiesystemen geen verschil. Bij de ondergrondse druppelirrigatie was de wortelintensiteit groter in de diepere grondlagen, bij de bovengrondse druppelirrigatie was dat in de bovenste lagen het geval.

Productieverschillen

De productie van sproeiers ten opzichte van ondergronds was 7% lager en ten opzichte van bovengronds 12% lager. Het verschil in productie tussen bovengrondse en ondergrondse irrigatie is niet significant verschillend, stellen de onderzoekers Nawara en De Nies van het PSKW en Vaerten en Janssens van de Bodemkundige Dienst van België in hun verslag in Proeftuinnieuws 2 van 2020. Deze resultaten worden bevestigd door een proef in Bocholt, waar eveneens geen verschil in productie werd vastgesteld tussen beide irrigatiesystemen, maar wel een 25% hogere productie ten opzichte van sproeiers.

Watergiften

In 2019 werd bij de irrigatie met sproeiers 129 mm water gegeven. Bij de beide irrigatiesystemen werd 101 mm gegeven. De ondergrondse irrigatie lag op 28 centimeter onder maaiveld, zo’n 8 centimeter onder de wortels. Het bovengronds systeem werd met aanaarden ook door grond bedekt. Per bed van 150 centimeter werden drie slangen gelegd. Ondanks de circa 20% hogere watergift bij sproeiers waren de schachten gemiddeld 10% dunner.

Voor- en nadelen

Ondergrondse druppelirrigatie heeft volgens de onderzoekers als voordelen dat er geen rechtstreekse verdamping via de bodem is, dat de kans op vraatschade wordt beperkt en dat er geen schade is door mechanische grondbewerkingen. Het aanleggen van een ondergronds systeem is wel arbeidsintensiever en het opnieuw oprollen voor hergebruik is een lastige klus.