Doorgaan naar artikel

Grote verschillen tussen rassen late herfstprei

De preirassen Skater en Nunton zijn veelbelovende nieuwkomers voor de teelt van late herfstprei. Het is een van de conclusies na een uitgebreide rassenproef op de Vlaamse proefcentra in Kruishoutem (PCG), Rumbeke-Beitem (Inagro) en Sint-Katelijne-Waver (Proefstation voor de Groententeelt). De proef in 2016 werd in het algemeen gekenmerkt door matige producties als gevolg van te droge omstandigheden.

In het onderzoek wordt gekeken naar productie- en kwaliteiteigenschappen als slijtage, bladbreuk, bladkleur en schoningsgemak, en daarnaast naar de weerstand tegen ziekten en plagen. Sinds vorig jaar worden de rassen ook in een bewaarproef tegen het licht gehouden, gedurende twee dagen bij 1 graad Celsius, en daarna zeven dagen bij 8 graden Celsius. De keuze voor dit bewaarregime wijst erop dat de onderzoekers er niet vanuit gaan dat het product in het handelskanaal altijd voldoende koud bewaard worden.

Uit de proefresultaten, vermeld in de januari-uitgave van Proeftuinnieuws, valt ook op te maken dat van alle 16 rassen gezien de productie plus kwaliteit Pluston (Nunhems, 36,5 ton/ha), Vitaton (Nunhems, 35,5 ton), Delmas (Syngenta 35,3 ton), Aylton (Nunhems, 35,1 ton), Mako-Nice (Maes, 33,9 ton), Curling (Bejo, 33,5 ton) en Poulton (Nunhems, 34,1 ton) het best voldeden. Delmas en Mako-Nice bleken van dit rijtje het meest gevoelig voor ziekten en trip. Kwalitatief en qua houdbaarheid was Aylton de beste, gevolgd door achtereenvolgens Curling, Vitaton en Cherokee (Enza, 37 ton).

Kenmerken per ras (alfabetische volgorde)

  • Aylton: uniform, iets minder opgericht blad, gemiddelde productie, houdbaarheid heel goed.
  • Belton: zeer uniform, iets meer bruine strepen in de schacht. Schacht is mooi cilindrisch, lange overgang, productie en houdbaarheid gemiddeld.
  • Cherokee: uniform, vrij opgericht, opgroeiende wortels, lange overgang, productie en houdbaarheid gemiddeld.
  • Curling: uniform, donker blad, weinig sleet, korte overgang schacht, laagste productie op twee proefplekken, wel hoog percentage Flandria. Goede houdbaarheid.
  • Delmas: iets minder uniform, korte overgang, gemiddelde productie (35,3 ton).
  • Gostar (Seminis): zeer uniform, opgericht, te lange overgang schacht, goed pelbaar, alleen op Sint Katelijne Waver, aldaar de hoogste productie (40,2 ton/ha).
  • Mako-Nice: uniform, minder opgericht, iets tripsgevoelig, laag percentage Flandria.
  • Navajo (Enza): uniform, vrij opgericht, donker, gevoelig voor bladbreuk. Minder vlot te schonen, gemiddelde productie (34,3 ton).
  • Nunton (Nunhems): uniform, vrij donker, wat Colletotrichum, na bewaring hoog percentage rotte bladeren, lage score op algemene houdbaarheid.
  • Oberon (Syngenta): iets heterogeen, bleek blad, gevoelig voor sleet en bladbreuk, minder goed pelbaar, gemiddelde productie (34,9 ton).
  • Pluston: uniform, iets minder tripsgevoelig, veel opgroeiende wortels, gemiddelde productie, schacht na bewaring iets losser.
  • Poulton: uniform, iets minder opgericht, cilindrische schacht, korte overgang, weinig bruine schachtstrepen, gemiddelde productie, weinig doorgroei na bewaring.
  • Skater (Bejo): zeer uniform, donker, opgericht, wat Colletotrichum, weinig bruine strepen, zeer goed pelbaar, gemiddelde productie (36 ton), hoog percentage Flandria, houdbaarheid goed.
  • SV3225ZL (Seminis): iets heterogeen, erg bleek, veel sleet, minder goed houdbaar.
  • TZ0188 (Uniseeds): uniform, minder opgericht, bleek.
  • Vitaton: uniform, minder opgericht, gemiddelde kwaliteit en productie (35,5 ton).

Bekijk meer

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin