Misschien dat bij terugblikken naar de winter 2012/13 over een tijdje geconcludeerd moet worden dat plantingen die voor 13 maart de grond in gingen voor problemen hebben gezorgd vanwege onder andere schot, vroege bloei, schift, en uitblijvende kropvormingen en dat alle latere teelten zonder bijzonderheden zijn weggegroeid.
In de nacht van 12 op 13 maart vroor het plaatselijk nog even streng, soms tot 13 graden onder nul. Een week later is aan de meeste plantingen uitwendig amper of iets te zien. Dat geldt bij voorbeeld voor vroeg geplante potbloemkool in Andijk in Noord-Holland en voor vroege Spaanse prei in Haarsteeg in Midden-Brabant, die voor de vorst is geplant. Helemaal onlogisch is dat niet, want -13 graden op de thermometer betekent niet dat het onder afdekking ook zo koud is. Daar kan de temperatuurdaling beperkt blijven tot enkele graden onder nul.
Kwalijker is het als jonge planten een hele dag onder de 0 graden blijven. Dat is niet het geval geweest. Wel is het mogelijk dat die vroege kou de inwendige groei- en hormoonhuishouding heeft ontregeld.
Voor winterprei gaat de zorg uit naar de niet-afgedekte percelen. Deze teelten kregen rond Sinterklaas een korte winter te verduren. Afdekken was toen misschien nog niet nodig. In de weken daarna kregen veel bedekkingen het te verduren door een flinke wind. Rond half januari was het wel raak, met sneeuw en twee weken regelmatig strenge vorst. Prei en spruiten hebben daar flink van geleden. Eind januari viel de dooi in, rond 10 februari ging het weer vriezen, rond 20 februari nogmaals en vanaf 10 maart nog een keer. Dat brengt het totaal op vijf vorstperiodes.
Afgelopen maandag maakte teeltdeskundige Johan van de Logt van adviesbureau Horti Nova samen met een verslaggever van Groenten & Fruit een inspectieronde langs verschillende teelten. Bekijk hieronder de foto-impressie.
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht