Doorgaan naar artikel

Hoe boer en waterschap wennen aan watertekort

Droogte: voor het derde jaar op rij moeten boeren beregenen om een goed groeiseizoen mogelijk te maken. Boeren en waterschappen op hoge zandgronden leren omgaan met weinig neerslag.

Al vroeg in het voorjaar draaien de haspels op de akkers door het hele land. Na een zeiknat einde van de winter stopte het zo half maart met regenen. Het voorjaar van 2020 gaat de boeken in als droger dan recordjaren 1976 en 2018. Eind april is het neerslagtekort in Nederland gemiddeld bijna 80 millimeter, in een normaal jaar wordt deze hoeveelheid pas eind juni gehaald.

Hoewel het neerslagtekort groot is, is er nog geen dreigend watertekort. Tot die conclusie komen de waterexperts van waterschappen, onderzoeksinstituten en Rijkswaterstaat in de eerste zogenaamde droogtemonitor van het seizoen. De Landelijke Commissie Waterverdeling, schrijver van deze monitor kwam op 21 april voor het eerst samen, in de vorige droge perioden was dit in juni pas het geval. De commissie kwam tot de conclusie dat de grondwaterstanden dalen, vooral op de bekende hoge zandgronden, maar dat de situatie nog niet kritiek lijkt te worden.

Dit is te danken aan de natte winter. De grondwaterstanden waren in maart zo goed als hersteld van plaatselijk twee achtereenvolgende droge zomers.

Lees verder onder de foto

Akkerbouwer Michel Huls in St Geertruid, in Limburg, beregent de uien die 3 weken geleden zijn gezaaid. Om de zaden goed te laten kiemen is een buitje nodig. De neerslag de afgelopen weken liet het afweten. - Foto: Twan Wiermans

Akkerbouwer Michel Huls in St Geertruid, in Limburg, beregent de uien die 3 weken geleden zijn gezaaid. Om de zaden goed te laten kiemen is een buitje nodig. De neerslag de afgelopen weken liet het afweten. – Foto: Twan Wiermans

Water vasthouden

Waterschappen hielden afgelopen de winter de peilen hoog en vroegen boeren, waar mogelijk, om hetzelfde te doen. Vooral in regio’s waar geen aanvoer van water uit grotere rivieren mogelijk is, zoals het Zuiden en Oosten van het land, zijn de afgelopen maanden inspanningen gedaan om het water zoveel mogelijk in de grond te laten infiltreren.

In april heeft alleen waterschap De Dommel in Brabant als eerste en vooralsnog enige waterschap een beregeningsverbod afgekondigd voor beregening met oppervlaktewater. Beregening met grondwater wordt door waterschappen verboden als schade aan bodemlagen of natuur dreigt.

Waterschappen hanteren verschillende maatstaven over het al dan niet toestaan van water oppompen voor beregening. Het waterschap Vechtstromen, in Twente en Drenthe, hanteert bijvoorbeeld de standaardregel dat water uit sloten mag worden gebruikt voor beregening, indien het water nog over de volgende benedenstroomse stuw stroomt. Staat het water lager, mag dit niet. Vooralsnog zetten waterschappen zich in om de hoeveelheid water in sloten en de grond op peil te houden. Vrijwel overal is beregenen dus nog gewoon mogelijk.

Waterschap Rijn en IJssel, met het werkgebied in de Achterhoek, constateert dit voorjaar dat het grondwater sneller en eerder zakt dan in gewone jaren. Waterschap Hunze en Aa’s in Noord-Nederland is half april weer begonnen met het aanvoeren van water uit het IJsselmeer naar het gebied. Ook is het waterpeil in de sloten een maand eerder dan normaal omhooggebracht, om wegzakken van het grondwater te voorkomen. WDO Delta heeft dezelfde maatregelen genomen.

Beregening is nog vrijwel overal mogelijk, vanwege de de natte winter zijn de waterpeilen vrijwel overal op peil. In Flevoland kunnen boeren volop beregenen uit de sloten. - Foto: Koos Groenewold

Beregening is nog vrijwel overal mogelijk, vanwege de de natte winter zijn de waterpeilen vrijwel overal op peil. In Flevoland kunnen boeren volop beregenen uit de sloten. – Foto: Koos Groenewold

Run op haspels

Het droge voorjaar zorgt voor een run op beregeningsapparatuur, merkt Niels Bruggeman, verkoper bij Bruggeman Mechanisatie in Broekland (Overijssel). “We verkopen momenteel eigenlijk niet anders dan haspels en pompen. In de afgelopen 2 weken verkochten we 30 haspels.”

Dat beeld herkent Niels Eriks, verkoper bij landbouwmechanisatiebedrijf Nieuwstadt uit Lelystad. “De beregeningsapparatuur is niet aan te slepen. Afhankelijk van het type en merk kan het soms een paar weken duren voordat de spullen ook bij de klant geleverd wordt. In de Flevopolder merkt Eriks dat akkerbouwers sinds 2 jaar structureel aan het beregenen zijn. “Dit jaar is dat al vroeg, in de voorgaande jaren konden akkerbouwers later in het seizoen gebruik maken van de haspelinstallaties van bijvoorbeeld bollentelers. Dit jaar hebben de bollenboeren ze zelf tegelijkertijd nodig.”

Behalve de levering van nieuwe installaties, merkt Eriks ook dat onderdelen soms slecht leverbaar zijn. “Veel van dat soort spullen komt normaal gesproken uit Italië, maar door de coronamaatregelen gaat dat nu lastiger.”

Bekijk het aanbod aan gebruikte beregeningsapparatuur op Traktorpool.nl

Waterput slaan

De meeste waterschappen verplichten boeren tot het doen van een melding of het aanvragen van een vergunning voor het aanboren van een nieuwe grondwaterput. In Limburg is het slaan van een nieuwe grondwaterput niet toegestaan, behalve als het om een verplaatsing van een bestaande bron gaat. Waterschap Vechtstromen helpt boeren juist met het verplaatsen van bronnen, als deze zich in de buurt van droogtegevoelige natuurgebieden bevinden.

Lees ook: Dit moet je weten voordat je een waterput slaat

Brabant is een van de regio’s waar geen water via rivieren kan worden aangevoerd. De waterschappen verplichten boeren sowieso al tot het maken van een bedrijfswaterplan, voordat een boer aan het beregenen mag. De waterschappen De Dommel, Brabantse Delta en Aa en Maas staan beregening van grasland met grondwater nu tijdelijk toe, maar houden de vinger aan de pols. Met honderden peilbuizen wordt de grondwaterstand in de gaten gehouden. Zakt deze op meer dan de helft van de punten onder de in het voorjaar gestelde ondergrens, dan wordt water uit de grond oppompen in dat gebied verboden.

Subsidie voor waterbesparende maatregelen

Waterschap Rivierenland is in 2018 begonnen met het subsidiëren van waterbesparende maatregelen door boeren. De vergoeding geldt bijvoorbeeld voor zaken als aanleg van druppelirrigatie, peilgestuurde drainage, plaatsspecifiek beregenen of aanschaf van bodemvochtsensoren. De hoogte van de subsidie varieert van 25% tot 40% van de kosten en hangt af van het waterbesparende effect. De maximale vergoeding is € 35.000 per bedrijf.

Inmiddels hebben 74 ondernemers gebruikgemaakt van de subsidieregeling, waarmee een bedrag van totaal € 510.000 is gemoeid. Vooral het gebruik van druppelirrigatie, vochtsensoren en weerstations is populair, laat het waterschap weten.

Hoeveel grondwater gebruiken boeren?

De recentste cijfers van statistiekbureau CBS over het gebruik van water leren dat boeren in droge jaren vooral grondwater gebruiken om de gewassen van voldoende vocht te voorzien. In het droogste jaar tot nu toe, 2018, gebruikten veehouders, akkerbouwers en andere telers gezamenlijk 302 miljoen kuub water, een forse toename vergeleken met het jaar ervoor. In 2017 gebruikten boeren nog geen 120 miljoen kuub water. In 2018 onttrokken boeren gezamenlijk 225 miljoen kuub uit grondwaterlagen, de overige 77 miljoen kuub kwam uit vaarten en sloten. Ter vergelijking: het drinkwatergebruik door huishoudens was in 2018 837 miljoen kuub.

In droge jaren neemt vooral het gebruik van grondwater fors toe, vergeleken met nattere zomers. In 2017 viel namelijk landelijk gemiddeld 453 millimeter neerslag in de maanden april tot september, het recorddroge jaar 2018 moest het met 304 millimeter doen.

Veehouders gebruiken het grootste deel van het landbouwwater (53%, ruim 160 miljoen kuub). Daarvan is 35 miljoen kuub gebruikt als drinkwater voor vee, de rest voor het beregenen van gras en maisland. Akkerbouwers namen 33%, grofweg 100 miljoen kuub, van de totale hoeveelheid water voor hun rekening – voor beregening.

In droge zomers gebruiken boeren vooral meer grondwater. In 2003, 2006 en 2018 was de zomerse neerslag minder dan 400 millimeter gemiddeld over Nederland, met pieken in het watergebruik tot gevolg.


Deze boer schafte zelf een haspel aan

In de Flevopolder draaiden de haspels de afgelopen weken non-stop. Dat deed bij Henk Meijer uit Zeewolde het idee op te doemen om toch ook maar zelf te investeren in een beregeningsinstallatie.

“Beregenen is de afgelopen jaren nodig geweest en we hebben ook wel beregend. Dat deden collega’s uit de buurt. De afgelopen jaren beginnen we de gevolgen te zien van de klimaatverandering. Het is vaker nodig om te beregenen. “Ik geloof dat ik zo ongeveer een van de laatste in de regio ben die een haspel heeft aangeschaft.”

Henk Meijer teelt op 60 hectare aardappelen, suikerbieten, uien en wintertarwe voor de zaadvermeerdering. Steeds vaker is het nodig om zijn land te beregenen. - Foto: Koos Groenewold

Henk Meijer teelt op 60 hectare aardappelen, suikerbieten, uien en wintertarwe voor de zaadvermeerdering. Steeds vaker is het nodig om zijn land te beregenen. – Foto: Koos Groenewold

Nooit eerder zelf beregend

Het 60 hectare tellende akkerbouwbedrijf bestiert Meijer met zijn vrouw in maatschap. “Mijn zoon vond tijdens de koffie de installatie op internet bij een mechanisatiebedrijf in Noord-Holland. Maar zelf beregenen had ik nog nooit gedaan. Een mechanisatiebedrijf uit Lelystad heeft toen de aankoop op ons verzoek gedaan. Op woensdag kocht ik de installatie, donderdagmiddag stond hij hier al op het erf en zaterdag draaide hij voor het eerst. De afgelopen twee weken is de haspel bijna niet uit geweest.”

Dit jaar is de beregening tot nu toe nog niet zozeer nodig voor een hogere opbrengst, maar voornamelijk om het land klaar te maken voor het zaaien en poten. “De bieten zijn beregend en de uien heb ik voor en ook na het zaaien al beregend. Zelfs het aardappelland moet worden gedaan om een fatsoenlijk pootbed te krijgen. Wat dat betreft is het nu al weer een bijzonder jaar.”

Beregenen met oppervlaktewater in Flevopolder

In de Flevopolder is beregenen gelukkig wel goed mogelijk. “Beregenen doen we met oppervlaktewater. Het waterschap Zuiderzeeland laat geen nieuwe bronnen toe, de grondlagen moeten intact blijven. Dus halen we gewoon water uit de sloot, dat we kunnen inlaten via de tocht. Het is ook geen bruinrotgebied, dus ook de aardappelpercelen kunnen beregend worden.”

Share this

Afbeelding
Lydia van Rooijen

Parlementair verslaggever

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin