Rassenproef late herfstprei: andere uitkomsten dan ‘normaal’

In de eerste proefrooiing – half september- in preirassen voor de vroege herfst, viel de hoge productie op van de rassen Cherokee en SG1866. De productie van het ras Krypton viel toen tegen, in tegenstelling tot wat verwacht werd op basis van vergelijkbare rassenvergelijkingen in voorgaande jaren. Aldus signaleerde teeltonderzoeker Robert Winnepenninckx op 9 oktober op de internationale preidag op het Proefcentrum voor de Groententeelt in Kruishoutem (PCG).

Volgens Winnepenninckx is het in zijn ogen opvallende productiepatroon in de eerste oogstronde een gevolg van het weer in de voorbije maanden, waardoor de productie aanvankelijk onder de maat bleef. Vooral de droogte in juli speelde parten, waarna eind augustus werd beregend met 50 millimeter water.

De herhalingen die nu nog op het veld staan, laten een productievolgorde zien die beter aansluit op wat verwacht mag worden, aldus Winnepenninckx, met een productie van Krypton die nu vergelijkbaar is met die van Cherokee. “Er is sinds half september nog zo’n 7 ton per hectare bijgekomen. Dat is nog niet extreem veel, want vroege herfstprei kan onder groeizame omstandigheden op het eind per week wel 5 ton per hectare produceren.” In de loop van oktober volgt een tweede proefrooiing.

Resultaten

De proef is opgezet met 17 rassen. Bij een aantal hiervan werd wat langer stil gestaan:

Delmas (Syngenta):

Zeer goede productie in 2015. Kleur was in 2015 mooier dan afgelopen half september bij de eerste oogstbeurt. Dat trekt nu wel bij. Lastig te schonen. Productie half september 2015: totaal 30 ton/ha, waarvan 20 ton Flandria.

Mercurian (Syngenta):

Minder uniform, vrij veel sleet, in vergelijking met voorgaande jaren moeilijker te schonen. Goede kleur. Productie half september 2015: 35 ton totaal, waarvan 26 ton Flandria.

Belton (Nunhems):

Lang type, matig resultaat, vrij veel bladbreuk, doordat het blad erg hard stond. Dat is te verklaren uit het feit dat het gewas half september nog erg veel groeikracht bezat, aldus onderzoeker Winnepenninckx. Het verschijnsel deed zich ook voor Poulton, en in mindere mate bij Skater en bij Crypton. Productie: 37 ton, 23 ton Flandria.

Curling (Bejo):

Mooi type, zeer donker, uniform, goed te schonen, sterk op bruine strepen. Behoorlijk productie, kan normaal mee met Krypton. Productie: 33 ton, 26 ton Flandria.

Nunton (Nunhems, nieuw):

Zeer goede kwaliteitsortering, korte schakeling tussen de bladeren, goede productie, maar schoningsgemak zou beter moeten. Productie: 36 ton, 32 ton Flandria.

Poulton (Nunhems):

Half september zeker nog niet op gewicht, zeer donker, mooi type, vlakke bladstand, te veel bladbreuk (zie Belton), moeilijk te schonen. Productie: 35 ton, 24 ton Flandria.

SG1866 (Syngenta):

Half september goede productie, vlot te schonen, uniform, weinig bladbreuk, goede schachtsluiting, korte schakeling, matig groene kleur. Productie: 38 ton, 33 ton Flandria.

Skater (Bejo):

Zeer donker, zeer goede kwaliteit sortering, schoningsgemak mag beter, beetje bladbreuk (zie Belton). Productie: 33 ton, 30 ton Flandria.

SV3225 (Seminis):

Goede productie, donker, zeer vlot te schonen, weinig bladbreuk. Productie: 33 ton, 27 ton Flandria.

Cherokee (Enza):

Hoge productie, uniform, donker, opgericht, duidelijk moeilijker te schonen dan Krypton. Productie: 36 ton, 32 ton Flandria.

Krypton (Nunhems):

Matige productie, zeer snel te schonen, beetje bladbreuk, bleek, slechte schachtsluiting. Dat laatste geeft in de bewaring een snelle verbruining van de randen. Dat is overigens zo bij alle rassen met een slechte schachtsluiting. Productie: 33 ton, 27 ton Flandria.

De overige rassen in de proef: 35-235 RZ, Vesuvius (Syngenta), Mako Nice en Mako Power (Maes), SV3274 en SV4760 (Seminis).