Doorgaan naar artikel

RIVM schetst twee kanten groenterijk dieet

Het RIVM heeft de positieve en negatieve effecten doorgerekend van een groenterijk, duurzaam dieet.

Dit artikel is geupdatet op: 24-1-2017 om 14:46 uur

In het rapport concludeert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat een gezondere voedselconsumptie grote positieve effecten heeft op gezondheid en milieu. Een gezonder voedingspatroon verlaagt de kans op vroegtijdig overlijden, hart- en vaatziekten en diabetes met ongeveer 15 tot 20 procent. Bovendien zijn de milieueffecten groot. Het RIVM pleit voor een actief stimuleringsbeleid door de overheid.

Keerzijde

Het RIVM keek voor het eerst echter ook naar de (beperkte) nadelen van een duurzamer en groenterijker dieet. Tegenover de grote positieve effecten staat namelijk een mogelijke toename van het aantal voedselinfecties door hogere consumptie van sommige soorten rauwe (kiem)groenten. Een ander ongewenst effect van meer aandacht voor duurzaamheid en minder verspilling is dat er mogelijk vaker eten wordt geconsumeerd dat microbiologisch is besmet. Experts schatten dat de positieve effecten van gezond en duurzaam eten op het aantal voedselinfecties groter zullen zijn dan de negatieve effecten, schrijft het RIVM.

Keuzevrijheid

De consument zal het overheidsbeleid naar duurzame voeding ook op andere terreinen voelen. Zo heeft een eventuele beperking van het groente- en fruitaanbod tot regionale seizoenproducten gevolgen voor de consument. Die kan dan bijvoorbeeld nauwelijks nog aardbeien kopen in de winter. De consument kan deze veranderingen ervaren als een beperking in zijn keuzevrijheid. Het RIVM verwacht dat producenten zich aanpassen en zullen zorgen voor een breder assortiment veilige, gezonde en duurzame producten, zodat de consument zich minder belemmerd voelt in zijn keuzevrijheid. Het RIVM spreekt van ‘een periode van transitie’.

Effect op economie

Verder zijn economische effecten te verwachten. Eten wordt duurder in de toekomst, als richtlijnen voor een gezonde voedingsconsumptie wordt omgezet in beleid via bijvoorbeeld hogere accijnzen voor vlees. Een lagere consumptie van vlees en dranken drukt dan de uitgaven. Daar staat tegenover dat duurzame productie gepaard gaat met hogere productiekosten, waarbij de waarde van de milieuschade verdisconteerd wordt in de prijs. Experts schatten dat de besparingen door lagere vlees- en drankconsumptie deze kostenstijging niet kan compenseren en voedsel dus duurder zal worden.

Duurzame productie gaat gepaard met hogere productiekosten; voedsel wordt dus duurder

Ook is de zuivel- en vleessector veel groter dan de groente- en fruitsector. Naar verwachting weegt de krimp in vleesconsumptie voor de gehele economie niet op tegen de hogere consumptie van fruit, groente en peulvruchten.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin