Doorgaan naar artikel

Voedselverspilling in hele keten niet minder

Hoe meer bedrijven meedoen met het monitoren van de reststroom product dat ze niet op de versmarkt kunnen afzetten, maar dat daar wel voor was bedoeld, hoe beter het inzicht in voedselverspilling in de verschillende ketenschakels. En hoe beter het ‘afval’ alsnog tot waarde gebracht kan worden.

Onderzoekers van Wageningen UR geven aan dat de huidige systematiek van de Monitor Voedselverspilling, die gebruik maakt van publieke gegevens over afval en voedselstromen, nog een flinke mate van onzekerheid bevat. WUR en de Alliantie Verduurzaming Voedsel werken er hard aan om met een bredere zelfmonitoring door bedrijven in de gehele keten de cijfers van voedselverspilling representatiever te maken.

Bedrijven leveren informatie aan over de omvang, samenstelling en bestemming van reststromen. De zelfmonitoringsmethode sluit aan bij bestaande manieren van registratie bij bedrijven. Zij krijgen daarmee inzicht in de vraag waar reststromen ontstaan, hoe deze zijn samengesteld en waar verbetering mogelijk is.

Voedselverspilling neemt niet af

De hoeveelheid voedselverspilling in Nederland is de afgelopen vijf jaar niet gedaald maar ook niet gestegen. Per hoofd van de bevolking lag dit in 2014 tussen de 114 en 157 kilo, zo blijkt uit de vorige week gepubliceerde update Monitor Voedselverspilling.

Doel van de door bedrijfsleven, onderzoek en overheid ondersteunde aanpak is om product zoveel mogelijk zijn oorspronkelijke doel en functie te laten behouden. Vers product dat eindigt in de biovergister of als veevoer, gaat van een hoogwaardige naar een laagwaardige bestemming. Het Wageningse deelonderzoek Eindeloos Groenten is gericht op een hoogwaardige verwaarding van reststromen vanuit groenteproductie en –verwerking, vanuit de visie: eten moet eten blijven.

1 op 8 kilo groente gaat verloren

Bij de productie, de handel en de verwerking van twintig in dit project geselecteerde glas- en vollegrondsgroenten ontstaat in het onderzoeksgebied (Nederland, België en het westen van Duitsland) een reststroom ter grootte van 860.000 ton per jaar. Dit is 12,8% van de totale productie. Wortelen vormen met 37% het omvangrijkste product van deze reststroom, gevolgd door uien (27%), witte kool (8%) en tomaat (8%).

Bedrijven die dit structureel monitoren en continue nieuwe verbeteropties aanpakken laten zien beter grip te krijgen op hun grondstoffen en slagen erin hun voedselverspilling terug te dringen en reststromen beter te verwaarden.

Voedselverspilling in hele keten niet minder



foto: G&F

Weggooien of naar de biovergister is zonde van voor vers bedoelde producten. – Foto G&F

Beter overweg met houdbaarheidsdatum

Een beter begrip van wat precies met houdbaarheidsdatum op producten wordt bedoeld kan verspilling op de winkelvloer en bij de consument thuis tegengaan. Dit jaar is het PPS-project ‘Houdbaarheid Begrepen’ van start gegaan. In mei werd het initiatief The Source Shakers gelanceerd: hier kunnen boeren en tuinders samen met onder andere Wageningen UR, Hogeschool HAS Den Bosch en Rabobank, meer te weten komen over te ondernemen actie op hun eigen bedrijf. In 2017 en 2018 starten wederom diverse projecten en pilots vanuit bedrijven die een structurele bijdrage willen leveren aan het terugdringen van voedselverspilling.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin