Doorgaan naar artikel

Waar blijft het alternatief voor Rabo?

Hoe is het mogelijk dat de Rabobank al sinds mensenheugenis een marktaandeel van rond de 90 procent in handen heeft en houdt in de tuinbouw? Kennelijk is er naast deze kolos geen ruimte voor een concurrent.

Sinds de fusie van de Raiffeisen bank en de Boerenleenbank in 1972 is er in Nederland maar één coöperatieve bank die er toe doet en dat is de Rabobank. Ondanks pogingen van de twee andere grote banken in Nederland om een rol te gaan spelen in de financiering van de land- en tuinbouw, handhaaft de Rabobank nog steeds een marktaandeel van ergens tussen de 80 en de 90 procent.



Een echt monopolie is het niet, want ABN Amro en ING zijn op zich natuurlijk prima alternatieven voor een tuinder die geld wil lenen. Bovendien bestaat de Rabobank feitelijk uit bijna 150 afzonderlijke lokale coöperatieve bankjes, die stuk voor stuk door de eigen leden bestuurd worden, onder wie heel wat boeren en tuinders.



Maar toch heeft de alomtegenwoordigheid van de Rabobank in de tuinbouw in elk geval één voor tuinders opmerkelijke bijwerking: die ene bank kan op eigen houtje optreden als de grote saneerder. En doet dat nu ook, getuige de online veilingen van glastuinbouwbedrijven.



Natuurlijk houdt de Rabobank al sinds jaar en dag bij hoog en bij laag vol dat ze niet doet aan sectorbeleid. Maar voor de Rabo-tuinder die zijn tuin moet verkopen en alleen maar ook door de Rabobank gefinancierde buurmannen heeft voelt het wel zo. Tijd voor de NMa om zich daar eens in te verdiepen?



Onze stelling deze week luidt:



De allesoverheersende marktpositie van de Rabobank in de tuinbouw is rijp voor onderzoek door de NMa




Wat vindt u hiervan? Laat een reactie achter onder dit stuk en stem in de poll op onze homepage. Groenten & Fruit is benieuwd naar uw mening!

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin