Doorgaan naar artikel

Geld wegzetten om crisis beter te overleven

Als alles meezit, kunnen telers in de toekomst een extra instrument inzetten voor risicobeheersing, Maar hoe zit het met andere risico-instrumenten? Worden die voldoende gebruikt?

Wil een ondernemer op een geblokkeerde rekening reserveringen parkeren? Geld uit goede jaren om slechte jaren op te vangen, belastingvriendelijk bufferen. Het is een serieus plan voor een nieuwe belastingregeling. Na een uitgebreide studie naar de werking, volgt de vraag of telers ervoor zouden kiezen. Maar belangrijker misschien: wat zit er al in de gereedschapskist van telers voor risicobeheersing? En wordt dat gebruikt?

Het was LTO die deze fiscale klimaat- en calamiteitenreserve twee jaar geleden voorstelde. Na een CDA-motie liet het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) het instrument onderzoeken. Dat onderzoek van Wageningen UR heeft een belangrijke bijvangst: het laat zien hoe risico-instrumenten nu gebruikt worden, al is het geen volledig beeld.

Reserveringen tot wel € 473.900

Eerst de klimaat- en calamiteitenreserve zelf. Het onderzoek Een fiscale klimaat- en calamiteitenreserve voor de landbouw? komt tien jaar na de Ehec-crisis uit. Het is toevallig, maar de inkomensdaling zit er wel in verwerkt. Dat jaar, 2011, leed het gemiddelde glasgroentebedrijf € 43.500 verlies.

Het onderzoek is interessant leesmateriaal. Het herberekent namelijk de winst voor groepen bedrijven in de land- en tuinbouw tussen 2009 en 2019. Hoe zou de winst uitpakken als zij in goede jaren zouden reserveren? Dat betekent maximaal € 50.000 opzijzetten in een goed jaar op een geblokkeerde rekening. De eerste € 30.000 van het bedrijfsresultaat blijft onaangeroerd, zodat maximaal van heffingskortingen wordt geprofiteerd. Daar moet de ondernemer en zijn gezin ook van leven. Let wel, zegt specialist van accountantskantoor ABAB Bert van den Kerkhof: “In die € 30.000 is nog geen vergoeding voor arbeid van de ondernemer afgetrokken.”

Met die nagebootste berekening over de jaren 2009 tot en met 2019 zouden sommige bedrijven in de opengrondteelt na elf jaar € 473.900 hebben gereserveerd, omdat ze geen slechte jaren kenden. Echter, bij een groot deel, vooral kleinere bedrijven, zou de reservering ook nul zijn. Bij glastuinbouwbedrijven (inclusief sierteelt) zou de reservering na elf jaar eindigen tussen nul en € 301.700.

Geld wegzetten om crisis beter te overleven


Deel bedrijven draait op lage winst

Dat een deel van de telers niets kan reserveren is een schokkende conclusie uit het onderzoek. Een deel van de bedrijven verdient namelijk niet genoeg om deel te nemen in zo’n mogelijke fiscale regeling.

Een deel van de bedrijven in de open teelten en glastuinbouw heeft in alle onderzochte jaren een inkomen uit bedrijf (per onbetaalde arbeidsjaareenheid) lager dan € 30.000. Deze bedrijven bouwen geen buffer op. Circa 34% van de bedrijven in de opengrondteelt bijvoorbeeld haalde in 2016 tot 2019 een gemiddeld inkomen van € 6.000 per jaar. De maatregel leidt dan ook niet tot een belastingvoordeel voor deze bedrijven, toch ook een doelstelling van de regeling.

Voor grotere bedrijven zou een belastingvoordeel tot maximaal € 63.148 gehaald worden in die elf jaar. Bij opengrondbedrijven is dat belastingvoordeel maximaal € 24.000 in die periode. Zij profiteren iets minder van heffingskortingen en aftrek bij een stabielere winst met reserveringen.

Het is goed als telers keuzes hebben. Het is ingewikkeld een regeling voor iedereen te maken’

Gerard van den Anker, NFO

Als teler regeling goed afwegen

Grotere ondernemingen spreken die buffer dus niet aan en reserveren enkele tonnen (inclusief belastingvoordeel). Overigens gaat het om gewone familiebedrijven. Bedrijfsvormen als bv’s zijn buiten het onderzoek gelaten. In de glastuinbouw geldt dat voor 46% van de bedrijven. Zij krijgen met vennootschapsregelingen te maken.

Uiteindelijk lijkt de fiscale reservering dus voor een deel van de bedrijven aantrekkelijk. Daarbij zitten er ook verschillende kanten aan de regeling. Een reserve levert een liquiditeitsvoordeel op, omdat belastingbetaling wordt uitgesteld. Daarentegen zijn minder middelen beschikbaar om te investeren. Juist investeringen kunnen telers weerbaar maken voor crises. Bovendien: als er in een ernstige crisis toch een beroep op de overheid wordt gedaan voor steun, dan kunnen bedrijven die een reserve hebben gevormd wellicht minder steun krijgen.

Zal het reserveren minder andere risico-instrumenten verdringen? Dat is niet onderzocht, maar vooral kleinere bedrijven zullen blijven vasthouden aan de oogstverzekering is de verwachting, omdat ze niet kunnen reserveren.

‘Bij € 30.000 betaalt ondernemer nauwelijks belasting’

Ondernemers betalen bij een bedrijfsresultaat van € 30.000 niet of nauwelijks belasting en hebben dit bedrag nodig om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Dat is de reden voor het grensinkomen in deze beoogde reserveringsregeling. Dat zegt Bert van den Kerkhof, senior-adviseur van ABAB. Hij rekende als eerste aan de fiscale regeling in opdracht van LTO.

Zeker, er is al een fiscale middelingsregeling waardoor telers hun inkomen mogen uitsmeren over drie jaren. Toch kan bij meerdere jaren met wisselende inkomens nog altijd het belastingvoordeel van heffingskortingen onbenut blijven. De reserveringsregeling neemt dat bezwaar weg, omdat het gemiddelde fiscale jaarinkomen gelijkmatiger kan blijven, mits er een buffer is opgebouwd die vrij kan vallen in jaren waarin sprake is van een calamiteit.

De middelingsregeling stond onder druk, maar het ministerie van landbouw maakte zich sterk voor de handhaving van die regeling, zegt Van den Kerkhof. Of de fiscale reserveringsregeling daar bijkomt, zal ook afhangen van het draagvlak bij de politieke partijen. Verder is bepalend hoe complex de fiscale uitwerking in wetgeving wordt, denkt Van den Kerkhof. En wat zijn de uitstralingseffecten naar sectoren als de visserij of andere bedrijfstakken? Zouden zij ook aanspraak willen maken op die regeling?

‘Vergelijken tussen landen is cherry picking’
Van den Kerkhof weet dat een dergelijke fiscale regeling in Frankrijk bestaat en dat 50% van de landbouwbedrijven deelneemt. Toch is het lastig parallellen te trekken tussen landen, met andere risicoprofielen en instrumenten, ook fiscaal.

Dat beaamt Luc Vanoirbeek, algemeen secretaris van de Belgische koepel voor groente- en fruitcoöperaties VBT en de telerswerkgroep groenten en fruit van de Europese koepel CopaCogeca. “Vergelijking tussen landen is cherry picking. Nederland kent een ander fiscaal kader dan België. Het gaat om het totaalplaatje.”

Risicobeheersing in België leunt nu op twee pilaren. “We gaan hard voor Europese GMO-ondersteuning vanwege de producentgerichte acties, zoals bijvoorbeeld tussenkomst in oogstverzekeringen en investeringen in hagelnetten, zodat ze geen crisis hoeven te ondergaan. Dat is een sterkte voor leden van de producentenorganisaties. Maar producentenorganisaties kunnen natuurlijk niet alles. In België is in 2019 de brede weersverzekering gekomen, waarmee telers zich kunnen beschermen.” Deze brede weersverzekering komt in de plaats van het Vlaamse rampenfonds dat recent voor het laatst werd aangesproken vanwege de uitzonderlijke droogte van 2020.

In een slecht jaar kan een teler met fiscale reservering winst aanvullen tot €30.000. - Foto: Persbureau Meter

In een slecht jaar kan een teler met fiscale reservering winst aanvullen tot €30.000. – Foto: Persbureau Meter


Beperkt gebruik risico-instrumenten

Voorzitter Gerard van den Anker richt zich met de Nederlandse Fruittelersorganisatie (NFO) op twee belangrijke risico-instrumenten: de brede weersverzekering en beschikbaarheid van water. ”Nu de brede weersverzekering door verlaging van de assurantiebelasting en Europese subsidies aantrekkelijk is, groeit de deelname. Daar hebben we ook hard aan gewerkt, net zoals de drempels voor hagelnetten. Een andere kwestie is beschikbaarheid van water. Daar is niets fiscaals aan, maar daarmee kun je echt risico’s vermijden.”

Wat vindt Van den Anker dan van deze mogelijke fiscale regeling voor reserveren? “Het is goed als telers keuzes hebben. Het is ingewikkeld een regeling voor iedereen te maken. De brede weersverzekering is er wel voor iedereen.”

Overigens is er al een fiscale regeling om inkomens te stabiliseren: het middelen van verlies. Van den Anker: “Ik kom vaak bij telers en die zijn vaak openhartig over hun bedrijf, maar dit hoor ik niet vaak langskomen.”

Lees ook: Weersverzekering voor risico dat je zelf niet kunt dragen

10% heeft prijscontracten

Hoewel veel risicomanagementinstrumenten in principe beschikbaar zijn, is het gebruik van deze instrumenten door ondernemers in de praktijk beperkt, stellen de onderzoekers. Zo was in 2015 circa 8% van de bedrijven in de opengrondteelt voorzien van een brede weersverzekering, maar lijkt dat aantal ondertussen verdubbeld. De kosten zijn immers hoog.

Ook prijscontracten zijn een vorm van risicobeheersing. Feitelijk nemen de ketenpartners een deel van het risico op lage prijzen over. De kopers verminderen tegelijk het risico op hoge prijzen. De onderzoekers denken dat 10% van de teeltbedrijven met prijscontracten werkt, maar ook hier is de tendens naar meer prijscontracten. Die schatting lijkt daardoor ook aan de lage kant. Afgaande op de solvabiliteits- en liquiditeitscijfers uit het rapport hoeft ook niet elk bedrijf risico’s te mijden. Schuldenvrije bedrijven met ruime liquiditeit zullen minder wakker liggen van risico’s. En die bedrijven zijn er genoeg.

Telersfondsen kwamen er niet

Twee kansen voor risico-instrumenten noemen de onderzoekers niet. De langdurige zoektocht naar een plantgezondheidsfonds leverde niets op. Het zou een complexe zaak geworden zijn bij ziektes als ToBRFV. Solidariteitsmodellen blijken toch al lastig. De Europese subsidieregeling GMO heeft de mogelijkheid om een ‘onderling’ fonds in te stellen binnen de producentenorganisatie. De EU kan daar steunbedragen in storten.

Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), uitvoerder van de subsidieregeling GMO, heeft geen enkele Nederlandse telersverening zo’n GMO-fonds om zware inkomensverliezen bij telers op te vangen. De GMO-regeling biedt in Nederland wel steun voor verzekeringspremies voor oogstverzekeringen. Of die steun maximaal gebruikt wordt, is niet duidelijk.

Achter de schermen hebben ook banken eisen voor financiering aangescherpt. Telers moeten langer op reserves kunnen teren bij slechte jaren.

Lees ook: Deel telers heeft geen geld voor risicoregeling

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin