Doorgaan naar artikel

Corona zet trends voor tuinbouw in scherper licht

Door corona is alles anders. Of toch niet? De impact van de pandemie is enorm, maar bestaande ontwikkelingen gaan door, al dan niet versterkt door de crisis. Met nu eindelijk écht op nummer 1 de al jaren gesignaleerde gezondheidstrend. Dáár kan nu echt niemand meer omheen.

Bij een inventarisatie van trends past een belangrijke waarschuwing vooraf: trends signaleren is iets anders dan de toekomst voorspellen. De pandemie waarin we nu zitten bewijst dat. Plotselinge gebeurtenissen kunnen enorme schokeffecten hebben. Telers die een mooie niche hadden gevonden in de horeca of de foodservice stonden in 2020 in één klap met lege handen. Is de out-of-hometrend daarmee over en uit? Nee. Iedereen rekent op herstel van markten als eenmaal de lockdowns voorbij zijn en het leven weer enigszins terug kan naar normaal.

Digitaal boodschappen doen

De meeste trends, langjarige ontwikkelingen, laten zich niet echt afremmen of tegenhouden door zulke calamiteiten. Integendeel, sommige zijn juist enorm versterkt door de pandemie. Voor digitalisering geldt dat nog het sterkst. Alles wat digitaal kan, gaat nu digitaal: boodschappen doen, maaltijden bestellen, werken, vergaderen, bijeenkomsten bezoeken. Dit versterkt op zijn beurt weer andere bewegingen, zo maakt digitalisering het mogelijk om niet alleen wereldwijd te communiceren, maar maakt het net zo goed ook lokale afzet mogelijk. En het scheelt niet alleen een risico (ziekteoverdracht met alle gevolgen van dien) maar vaak ook tijd en kosten.

Vermindering uitstoot CO2

Of neem de klimaatverandering en alles wat die teweegbrengt. De pandemie heeft een kortstondige vermindering van de CO2-uitstoot tot gevolg, maar de opwarming gaat onveranderd door. De gevolgen ervan worden elk jaar beter merkbaar. De afgelopen tien jaar waren de warmste ooit. En al drie jaar op rij worstelen tuinders en boeren in de droogtegevoelige delen van Nederland met ongekende droogtes én hittegolven. En ondertussen gaat de strijd om de ruimte ook net zo hard door. Iedereen wil grond, en de landbouw is meestal de leverancier van de benodigde ruimte.

EU: twaalf bedrijfstypes

Maar hoe veranderen de agrarische bedrijven zelf? Daarover is een studie verschenen van de Europese Commissie, een Brusselse visie op de toekomst van het agrarisch bedrijf van de toekomst, in twaalf bedrijfstypes.

  1. Intensieve teler. De telers die hun bedrijf ontwikkelen door te investeren in moderne technieken en automatisering. Precisieteelt in de open grond.
  2. Gecontroleerde-omgevingsteler. Stapje verder dan de ‘intensieve teler’ wat betreft input van kapitaal en techniek en het controleren van alle denkbare omgevingsfactoren. Hightech glastuinbouw en vertical farming.
  3. Aanpassende teler. Bedrijven met veel verschillende producten, van puur agrarisch tot ‘beleving’ en onderzoeksfaciliteiten. Deze bedrijven zijn veranderlijk en divers, en hebben veel interactie met de omgeving.
  4. Concernteler. Grote voedingsbedrijven zetten voor productzekerheid eigen productieketens op, waarin telers geen zelfstandig ondernemers meer zijn maar in dienst van het concern.
  5. Laboratoriumlandbouw. Deze ‘telers’ van de toekomst kweken geen planten of dieren maar cellen. Denk aan kweekvlees of algen als grondstof voor voer- of voedingsindustrie.
  6. Regeneratieve teler. Voorhoede van de ‘verantwoorde’ landbouw, bio, kringloop, natuurinclusief, met duurzaamheid als belangrijkste drive.
  7. Stadsboer. Het woord zegt het: boeren of tuinders in stedelijke omgeving, niet doordat ze door stadsuitbreiding opgeslokt zijn, maar omdat ze de stad als kans zien.
  8. Gemeenschapvoorzienende teler. Produceert voor lokale afzet of eigen consumentencoöperatie à la Herenboeren.nl. Vaak kleine bedrijven zonder opvolger of bewuste keus uit ideële overwegingen.
  9. Lifestyle boer. Mensen die vanuit de stad naar het platteland gaan of terugkeren: agrarisch bedrijf als een vorm van persoonlijke ontwikkeling.
  10. Serieuze hobbyist. Deze telers runnen hun bedrijf(je) op traditionele manier maar zijn er voor hun inkomen niet afhankelijk van. Focus op werkplezier.
  11. Sociaalwerkboer. Zorgboerderijen zijn volgens de EU een blijvertje.
  12. Erfgoedboer/tuinder. Deze van oorsprong grootste groep van relatief kleine, traditioneel werkende familiebedrijven, die niet mee kan of wil met bovenstaande nieuwe vormen, zal snel kleiner worden.

In Nederland zijn de intensieve bedrijven bovenaan de lijst al normaler en relatief talrijker dan in de rest van Europa, maar ook hier zien we een verdere achteruitgang van de aantallen traditionele bedrijven. De Nederlandse CBS-cijfers over bedrijfsopvolging die onlangs bekend werden gemaakt, passen precies in die trend. Zij maken plaats voor verschillende varianten van niet-traditionele boeren en tuinders, de nummers 7 tot en met 10 in de lijst van de Europese Commissie.


Lees verder onder de foto.

Aardbeiendrive-in in Geldermalsen. - Foto: William Hoogteyling

Aardbeiendrive-in in Geldermalsen. – Foto: William Hoogteyling

Gezondheidstrend bovenaan

Nu het al een vol jaar alleen maar gaat over een besmettelijke virusziekte, is gezondheid niet langer een obligate trend, die elk jaar als op de automatische piloot door trendwatchers uit de kast wordt getrokken. De groente- en fruitconsumptie is het afgelopen jaar ook echt omhoog gegaan. En dan vooral de producten die een extra goede naam hebben als gezonde en weerstandsverhogende superfood.

Je gaat meer groenten op broodjes zien

Fooddesigner Marielle Bordewijk ziet daarbinnen een trend naar groenten en fruit op andere eetmomenten dan de nu in Nederland in elk geval nog dominante avondmaaltijd. “Dit geldt met name voor de lunch: denk hierbij aan salades en broodbeleg op basis van groenten. In salades zullen meer verschillende groentesoorten worden gebruikt, vooral chunky groenten zoals pompoen, aangevuld met granen en peulvruchten. Daarnaast zul je ook meer groenten op broodjes zien. Je kunt hierbij denken aan het klassieke broodje gezond maar ook aan vegan variaties zonder dierlijke producten zoals avocadotoast en groentespreads als baba ganoush (van aubergine).”

Zelf koken op de kaart door corona

De lockdown en gesloten horeca hebben het zelf koken ook weer helemaal op de kaart gezet. Dat zou kunnen zorgen voor een doorbraak van anders klaargemaakte groenten als vleesvervanger. “Het besef groeit dat je met andere bereidingen zoveel geweldige smaken uit groenten kunt halen. Dit smaakbesef is groeiende onder chefs, dankzij voorlopers als Ottolenghi en een heel leger foodbloggers, maar ook op receptenplatforms als Smulweb. Neem bijvoorbeeld een wortel. Als je deze roostert in plaats van kookt dan verdampt het water en dit geeft een enorme smaakintensiteit.”

Volgens Bordewijk kan de sector zelf actiever zijn om de moderne consument die wil minderen met vlees dergelijke smakelijke alternatieven aan te bieden. Beter dan de vegetarische burgers die de industrie ze voorschotelt, denkt ze. “Een mooi voorbeeld is de ‘vegetarische shoarma’ van restaurant Noma in Kopenhagen. Dit inmiddels beroemde gerecht bestaat uit flinterdunne plakjes knolselderij die urenlang worden geroosterd aan het spit. Daarna wordt dit geserveerd door direct van het spit af te snijden, zoals je dat ook bij vlees zou doen.”

Opmars plantstoffen

Behalve in de directe menselijke consumptie krijgen ook in de industrie dierlijke eiwitten in hoog tempo concurrentie van eiwitten uit andere bron. Genoemde vleesvervangers op basis van peulvruchten zoals soja of lupine zijn daar voorbeelden van. Maar met plantaardige inhoudsstoffen kan nog veel meer.

Wie dat als geen ander weet is Jan Klerken. De paddenstoelenkweker ontwikkelde zich al veel eerder tot onderzoeker van wat zijn product meer kon en kan zijn. Hij liet laboratoria en universiteiten het biometrisch paspoort van de champignon maken. Om wetenschappelijk te hebben vastgesteld wat er nu werkelijk in zit en waarom champignons goed zijn voor een mens.

Zijn tip aan groente- en fruittelers die ook zulk onderzoek willen laten doen: “Doe eerst literatuuronderzoek en laat dan één commercieel lab je product uitpluizen. Ga dan vervolgens met een of twee extracten aan de gang.” Voor champignon koos hij ergothioneïne én het hoge gehalte vitamine D (door corona nu extra in de belangstelling) als kansrijkste.


Lees verder onder de foto.

Alles digitaal en online, zowel het telen als het bestellen van voedsel. - Foto: Flip Franssen

Alles digitaal en online, zowel het telen als het bestellen van voedsel. – Foto: Flip Franssen

Cosmetica

Voor verschillende soorten fruit als fabriekjes van natuurlijke grondstoffen voor de voedingsmiddelenindustrie, maar ook voor farmaceuten of cosmeticareuzen, loopt ondertussen in Limburg ook een onderzoek. Maastricht University heeft in het lab veertig stoffen onder de loep genomen en gaat een deel daarvan nu ook testen op het effect op mensen met risico op obesitas en diabetes.

Tegelijkertijd hebben acht Limburgse aardbeientelers al contact met een niet nader te noemen bedrijf in de ‘cosmeceuticals’ voor het leveren van aardbeienblad als reststroom waar een waardevolle natuurlijke grondstof uit is te winnen. Dat meldde vorige week nog aardbeienteler Marcel Dings – ook heel 2021 op een webinar van Brightlands Campus Greenport Venlo.

Voor de verse aardbei ziet Dings overigens vooral het aanprijzen van ‘good old’ vitamine C als kansrijk. Een bestaande, Europees goedgekeurde en overbekende voedselclaim. Nu nog even bekijken hoe dat vitaminegehalte in kasaardbeien zelfs nog kan worden opgekrikt onder een bepaald ledlichtspectrum. “Eet aardbeien, juist in de winter.”

Smartphone belangrijkste gereedschap

De smartphone is het belangrijkste gereedschap, zowel van de consument als van de ondernemer en van de tuinder en de boer.
Via de tablet taakkaarten inladen in het gps voor precisiebemesting, op de smartphone komen de meldingen van de klimaatcomputer binnen als er storing is, slimme apps helpen bij het interpreteren van door online sensoren doorgegeven plantsignalen. Tuinders liepen al in de jaren negentig allemaal met een mobiel rond en zaten – soms tegen wil en dank – bijna allemaal al dagelijks aan de pc. Corona heeft de digitaliseringsslag nog eens een extra slinger gegeven.
Door het verplichte thuisblijven, heeft videobellen een enorme sprong gemaakt. Ook de tuinder moet digitaal zijn vakkennis op peil houden. Agrarische beurzen werden vorig jaar massaal afgelast en of het dit jaar wel weer kan, is voor velen nog een vraagteken. De Fruit Logistica in Berlijn is naar mei uitgesteld en zal vermoedelijk ook dan toch digitaal gehouden moeten worden. Adviseurs zijn ook bereikbaar via beeldbellen, en zo kunnen ze indien gewenst ook op hetzelfde moment meekijken op het beeldscherm om de juiste gegevens tevoorschijn te toveren. Nu een aantal winkels dicht is, is online bestellen het populaire alternatief, voor de tuinder, maar dus ook voor de consument, die geen reserve meer heeft om ook agf online te bestellen.

Consumenten bestellen steeds vaker boodschappen online. - Foto: Canva

Consumenten bestellen steeds vaker boodschappen online. – Foto: Canva

Verbreding: consument ontdekt platteland

Boeren en tuinders die niet willen of kunnen uitbreiden, maar wel extra inkomsten willen genereren, starten steeds vaker een tweede tak op het bedrijf.

De helft van alle boerenbedrijven haalt de inkomsten uit meer dan alleen het primaire teeltbedrijf, becijferde onlangs Wageningen UR. Directe verkoop van groenten en fruit en meer door telers heeft door corona een enorme duw in de rug gekregen. Maar ook het opzetten van een recreatietak, horeca, zorg en opvang van kinderen, ouderen of mensen met een beperking zijn al jaren achtereen groeiend. En ook verdienen aan productie van duurzame energie en agrarisch natuurbeheer wordt in het WUR-onderzoek genoemd als neveninkomst.
Peter Gille, voorzitter van de Vereniging Agrarische Kinderopvang, ziet het aantal leden gestaag groeien. De ondernemers die zich bij de vereniging aanmelden om op hun bedrijf ook zo’n stap te maken, doen dat mede omdat met de gewone bedrijfsvoering niet of niet genoeg te verdienen is. “Maar het moet bij je passen”, vindt Gille. Zelf heeft hij een zorgtak, horeca, een camping en dus een kinderopvang op zijn bedrijf in Bergschenhoek.

Grondprijs blijft hoog door schaarste

De prijs van landbouwgrond in Nederland blijft het komend jaar naar verwachting op ongekend hoog niveau, ondanks de corona- en stikstofcrisis.

Dat komt vooral doordat grond een schaars goed is en blijft, stelt agrarisch NVM-makelaar Ard Klijsen. De interesse van zowel boeren die hun bedrijf uit willen breiden als van projectontwikkelaars en overheden neemt steeds verder toe.
Een overzicht van de grondprijsontwikkeling van de laatste vijf jaar geeft de trend goed weer. Tot en met het derde kwartaal van 2020 is gemiddeld bijna € 62.400 per hectare betaald. Dat was het jaar ervoor nog € 62.000 (+0,6%) en in 2018 nog € 60.300 (+3,4%). Vooral de prijs van bouwland heeft de laatste jaren sprongen gemaakt. In 2020 is tot en met het derde kwartaal gemiddeld € 70.400 betaald. Dat was in 2019 iets meer, € 71.100 (-1%), maar in 2016 nog € 65.900 (+7%).
Door de stikstofcrisis is er wel onzekerheid op de markt. VBO-makelaar Hans Peters, voorzitter van de sectie Landelijk en Agrarisch Vastgoed is echter positief over de ontwikkelingen van extern salderen. Veehouders kunnen niet-benutte stikstofruimte verkopen, binnen of buiten de eigen sector. Dat geeft zowel verkopende als investerende boeren en tuinders ruimte.

Financieren: lagere rente, hogere aflossing

De rente blijft zeker tot eind 2022 negatief, verwachten experts aan het begin van 2021.
Dat geldt voor kortlopende rentes zoals Euribor en voor langlopende leningen waar het rendement op staatsleningen een belangrijke basis is. Volgens prognoses van ABN Amro van begin januari dit jaar ligt de driemaands Euribor in 2021 en 2022 op min 0,55%. Voor tienjaars staatsleningen van Nederland is de verwachting min 0,40 in het eerste kwartaal van 2021, oplopend naar min 0,30% eind 2022.
Die negatieve rentes zijn echter de basisrentes. Tuinders en andere ondernemers hebben te maken met allerlei opslagen waardoor er uiteindelijk wel rente betaald wordt over de leningen. Dan nog is voor veel bedrijven de rentelast duidelijk lager dan jaren geleden. De aflossingen zijn over het algemeen wel hoger geworden. Banken zijn steeds kritischer op lange aflossingstermijnen, mede omdat ze ook zelf aan allerlei eisen van toezichthouders moeten voldoen.
Rente en aflossing moeten uit de exploitatie van het bedrijf opgebracht worden. Buffers aanleggen wordt echter steeds belangrijker om tegenvallers op te vangen. Dat bleek afgelopen jaar maar weer door de corona-uitbraak. Bij het verstrekken van financiering wordt niet alleen gekeken hoe een bedrijf nu draait. Belangrijk is ook of een bedrijf kan voldoen aan allerlei (toekomstige) eisen op het gebied van duurzaamheid, landschap, en biodiversiteit.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin