Doorgaan naar artikel

Droogte voorbij, alles nu drijfnat

De natte winter na twee droge zomers is voor de grondwaterstanden meer dan welkom. Maar de vele regen gooit wel roet in het eten voor wie het land op wil. Het is nat, drijfnat.

De afgelopen winter gaat de boeken in als zacht, maar vooral nat. Een welkome compensatie voor watertekorten van de afgelopen zomers, toen plaatselijk het neerslagtekort de ruim 300 millimeter van 2018 overtrof. Het neerslagtekort van 2019 eindigde in oktober met een landelijk gemiddelde van 160 millimeter. In een ‘normaal’ jaar is dat minder dan 100 millimeter. Daarbij waren er grote verschillen per regio, juist de droogtegevoelige gebieden kregen de minste neerslag.

Het is drijfnat op de percelen van boomkweker Bram de Greef in Ochten (Gld). De trekker staat tot de assen in de modder. Op veel plekken is het land drijfnat en zijn werkzaamheden bijna niet mogelijk.- Foto: VidiPhoto

Het is drijfnat op de percelen van boomkweker Bram de Greef in Ochten (Gld). De trekker staat tot de assen in de modder. Op veel plekken is het land drijfnat en zijn werkzaamheden bijna niet mogelijk.- Foto: VidiPhoto

Extremen goed te zien

Aan het begin van het groeiseizoen zijn de extremen goed te zien. De uiterwaarden van grote rivieren zijn ondergelopen. Dat er nu voldoende oppervlaktewater in rivieren en sloten is, betekent niet het droogteprobleem ook overal is opgelost, ziet de Unie van Waterschappen. Toch klinken nu ook geluiden dat de grondwaterstand hersteld is.

Hogere zomerstand

De afgelopen maanden namen waterbeheerders maatregelen om water de diepere grondlagen in te laten zakken. In de droge regio’s staan deze winter de peilen opnieuw op de hogere zomerstand. Zo blijft water langer in de sloten staan en heeft het meer tijd om in de grond te zakken.

In gebieden waar de aanvoer uit oppervlaktewater wel mogelijk is, is het grondwater wel weer op peil

Jan van der Laan, hoofd Veiligheid en Voldoende water

Grondwater te laag

Een van de droogste regio’s afgelopen zomer was het oosten van Drenthe. Waterschap Hunze en Aa’s ziet dat dit nog altijd zichtbaar is. “Het diepe grondwater is nog niet robuust genoeg hersteld,” merkt Jan van der Laan, hoofd Veiligheid en Voldoende water. “In gebieden waar de aanvoer uit oppervlaktewater wel mogelijk is, is het grondwater wel weer op peil.” Grondwatermetingen in Waterschap Rijn en IJssel en in Brabant, op de zandgronden, laten eenzelfde beeld zien.

Op hoger gelegen percelen is mest uitrijden nog wel mogelijk en gebeurt dit dus ook, zoals hier in Doesburg (Gld). - Foto: Henk Riswick

Op hoger gelegen percelen is mest uitrijden nog wel mogelijk en gebeurt dit dus ook, zoals hier in Doesburg (Gld). – Foto: Henk Riswick

In het werkgebied van Waterschap Vechtstromen, de regio Twente, is de droogte voorbij, durft droogtecoördinator Robert de Lenne te stellen. “Hydrologisch gezien is de grondwaterstand op peil, maar de gevolgen in natuurgebieden zijn nog zichtbaar.”

Putten verplaatsen

In zijn werkgebied bevinden zich ook een aantal droogtegevoelige natuurgebieden. Om de schade te beperken, werd deze zomer beregenen met grondwater binnen een straal van 200 meter van het gebied verboden. “Onderzoek wijst uit dat grondwater oppompen buiten een straal van 200 meter van het gebied geen significant effect heeft.” Het waterschap komt boeren, die een put binnen die grens hebben, tegemoet en biedt aan om de put te verplaatsen. Twintig boeren hebben zich gemeld. De kosten voor de verplaatsing zijn voor Waterschap Vechtstromen.

In het noorden is een muizenplaag. Het land onder water zetten is een methode om daar vanaf te komen en sommige stukken staan nu al blank

LTO-bestuurder Trienke Elshof

Natte winter

De natte winter is dus een welkome verlichting, maar kent ook zijn keerzijde: in grote delen van het land is het land nog niet berijdbaar. Bestuurder Trienke Elshof, portefeuillehouder Ondernemen in een gezonde omgeving bij LTO Nederland: “Vooral in het oosten van het land zijn boeren blij dat er eindelijk weer water in de sloten staat, maar in de rest van het land is het erg nat op het land.”

Goed tegen muizenplaag

De vele regen heeft nog een ander voordeel, ziet Elshof. “In het noorden is een muizenplaag. Het land onder water zetten is een methode om daar vanaf te komen en sommige stukken staan nu al blank.”

Woudagemaal aangezet

Taak voor de waterbeheerders is uiteraard wel om de grote hoeveelheden water uiteindelijk weg te pompen. In Friesland is het monumentale Woudagemaal aangezet om de provincie droog te pompen. Waterschappen zijn bedachtzaam in het bemalen van de ondergelopen polders. Op de lange termijn is het verstandig om het water nog wat langer in de sloot te laten, op de korte termijn willen telers graag het land op. Waterschap Rijn en IJssel ‘probeert hier zoveel mogelijk maatwerk te leveren’. De stuwen staan daar nog steeds op de hoogste stand, maar in overleg met boeren kunnen de peilen omlaag.

Grondwater heeft flink bijgetankt

De grondwaterstanden zijn fors verbeterd. Eind februari stonden vrijwel overal de seinen weer op groen, ook op de hoge zandgronden.

De grafiek hierboven laat zien dat de fluctuaties in de grondwaterstand in deze jaren erg groot waren. Dit meetpunt in de Achterhoek laat verschil tussen zomer en winter zien van 2 meter, waar een halve meter verschil normaal is. In de Achterhoek en Twente is de droogte hydrologisch gezien voorbij, al zijn de ecologische gevolgen van de droogte voor de natuur nog wel merkbaar. In Brabant is de situatie ook al sterk verbeterd, toont de kaart hieronder.

Droogte voorbij, alles nu drijfnat


Positieve geluiden uit Limburg

Ook uit Limburg komen positieve geluiden, al is daar zelfs nu de grondwaterstand niet helemaal op het oude niveau. LLTB-bestuurder Peter van Dijck: “Na het droogterecordjaar 1976 was het grondwaterpeil pas na twee jaar weer enigszins op niveau. Nu hebben we twee extreem droge jaren gehad en lopen we met een natte winter al flink in. Dat bewijst dat de maatregelen voor waterconservering werken.” Op veel Limburgse locaties waar in februari 2019 het grondwater nog 2 meter te laag stond, is het peil nu 0,5 tot 0,75 meter lager dan gebruikelijk. “We zijn er bijna.”

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Lydia van Rooijen

Parlementair verslaggever

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin