Doorgaan naar artikel

300.000 hectare minder landbouwgrond in 2050

De afgelopen 80 jaar kreeg 525.000 hectare agrarische grond een andere bestemming en tot 2050 nog eens 300.000.

Het landbouwareaal krimpt. Sinds 1950 ging er 525.000 hectare af. En het gaat steeds sneller. In de periode van 1996 tot 2015 is het areaal ruim 5% kleiner geworden, blijkt uit cijfers van het CBS.

Ten opzichte van 1996 telde het landbouwareaal in 2015 125.750 hectare minder (ruim 5%). Relatief gezien nam grond voor recreatieve doeleinden het meest toe. Bebouwing volgt op nummer twee, waar absoluut gezien de meeste grond voor gebruikt is.

Ruim de helft van die 125.000 hectare voor de land en tuinbouw verloren hectares kreeg woningbouw als nieuwe bestemming.

Van de 125.750 hectare geclaimde grond is meer dan de helft gebruikt voor bebouwing. Dat komt neer op ruim 68.000 hectare. Bos- en natuurontwikkeling neemt de tweede plek in met ruim 20.000 hectare, terwijl recreatie met ruim 19.000 hectare de top 3 compleet maakt.

Iets meer dan de helft van de landbouwgrond in 2018 was grasland. Dit was in 1980 – nota bene op een 12% groter totaal areaal – nog 60%.

In 2018 was iets meer dan de helft (930.000 ha) van het totale landbouwareaal (1,77 miljoen ha) grasland. Groenvoeders (220.000 ha) en granen (170.000 ha) maken de top 3 compleet. De verwachting is dat vooral het areaal grasland verder afneemt.

Strijd om grond zet voort

CBS-Landbouweconoom Cor Pierik herkent de toenemende druk op landbouwgrond. “Steeds meer spelers bevinden zich op de grondmarkt en claimen ruimte, bijvoorbeeld voor natuurgrond, bebouwing en zon- en windparken.” Die trend zet zich de laatste jaren steeds sneller voort, vooral voor natuurontwikkeling. “Het ligt voor de hand dat landbouwgebied plaats moet maken, omdat dat de meest beschikbare ruimte bevat”, volgens onderzoeker Frank van Dam van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

De krimp van het areaalt waarop getuind en geboerd wordt gaat steeds sneller. Ten opzichte van 1950 was er in 2000 14% minder landbouwgrond. In 2050 zal dit naar verwachting, ten opzichte van 2000, een verlies van 26% zijn, oftewel: bijna een verdubbeling van de afname in 50 jaar tijd.

De vier grootste drijfveren die verder strijden om grond zijn: (1) verstedelijking, (2) investeringen in duurzame energie, (3) klimaatmaatregelen en (4) aanleg en omvorming van natuur.

Verstedelijking: 16.750 hectare

De komende decennia neemt het aantal huishoudens flink toe. In 2050 zijn dat gemiddeld 750.000 extra huishoudens. De grote vraag is hoeveel ruimte die extra woningbouw inneemt in het landschap, aangezien de bouwlocatie en -dichtheid bepalende factoren zijn.

Uitgaande van het gemiddelde, zo’n dertig woningen per hectare, zal tot 2040 naar schatting nog 13.000 hectare woongebied extra aan de rand van steden nodig zijn. Bouwen in hogere dichtheden, vijftig woningen per hectare, zal circa 8.000 hectare grond innemen.

De groei in woningbouw betekent ook een toename van de benodigde ruimte voor infrastructuur en voorzieningen. Veranderend consumentengedrag speelt daarbij een belangrijke rol; steeds meer producten worden online besteld, waardoor meer distributiecentra en datacenters gebouwd worden. In de afgelopen tien jaar is dit areaal met 1.000 hectare toegenomen en zal met 100 tot 150 hectare per jaar verder toenemen. Dit fenomeen wordt ‘verdozing van het landschap’ genoemd.

Natuurontwikkeling in het rivierenland. - Foto: Ton van der Scheer

Natuurontwikkeling in het rivierenland. – Foto: Ton van der Scheer

Duurzame energie: 58.875 hectare

In 2050 moet 95% van de broeikasgasemissie, ten opzichte van 1990, gereduceerd zijn. Om dit te bereiken zijn maatregelen opgesteld, waarvan opwekking van hernieuwbare energie in de vorm van wind- en zonne-energie de belangrijkste zijn. In 2050 zal 10.000 megawatt van windmolens op land moeten komen en 57.500 megawatt van zonnepanelen van daken en parken. Een flinke uitdaging, want vorig jaar produceerden windmolens 3.400 megawatt en zonnepanelen (90% op daken) 4.400 megawatt, volgens het CBS.

Extra windmolens en zonneparken vragen extra ruimte, al valt dat bij windmolens nog mee. Naast een financieel voordeel kan onder windmolens nog geboerd worden, afgezien van de grond die de windmolen zelf inneemt. Dat is in totaal circa 0,4 hectare (55 x 75 meter) per molen. Uitgaande van de geschatte energiebehoefte in 2050 moeten er ruim 3.300 windmolens bijkomen. Dat betekent 1.375 hectare direct grondverlies.

Zonnepanelen op daken of parken bepalen de grootte van de claim. In zonneparken liggen de panelen vaak dicht naast elkaar, waardoor een combinatie met landbouw moeilijk blijkt. Er worden wel onderzoeken gedaan en proefprojecten uitgevoerd naar mogelijke combinaties, bijvoorbeeld met frambozenteelt. De gemiddeld benodigde ruimte in 2050 is 57.500 hectare. Dit kan dus afwijken als er bijvoorbeeld meer panelen op daken geplaatst worden.

Juist voor de zonneparken is echter veel animo vanuit ontwikkelaars. In het voorjaar van 2019 zijn volgens RVO.nl 84 grondgebonden zonneparken gerealiseerd, goed voor 650 hectare.

Klimaatmaatregelen: 15.000 hectare

Ook klimaatverandering legt een claim op landbouwgrond. Er is steeds meer behoefte aan verbeterde afvoer, berging en kering van rivierwater. Extreem droge periodes en extreme piekbuien zijn hier de oorzaak van. Door verruiming van de rivieren (Rijksplan Ruimte voor de Rivieren) is de laatste 25 jaar onder het motto ‘een veiliger rivierengebied en een aantrekkelijke leefomgeving’ 12.000 hectare ingericht. Naast waterveiligheid zijn met deze ingrepen ook de natuurwaarde en de waterkwaliteit toegenomen, maar dat blijkt niet genoeg. De organisaties achter de visie Ruimte voor Levende Rivieren (onder meer Wereld Natuur Fonds (WWF) en Natuurmonumenten) willen in de toekomst meer ruimte langs de rivieren creëren door natuurontwikkeling op een slimme manier te combineren met landbouw. Daartoe hebben zij eind november 2019 het plan ‘Ruimte voor Levende Rivieren’ aangeboden. Er moet nog eens 15.000 hectare typische riviernatuur langs de rivieren komen, zoals ooibossen en stroomdalgrasland.

Bouw van woningen en kantoren gaat 16.750 hectare landbouwgrond kosten. - Foto: ANP

Bouw van woningen en kantoren gaat 16.750 hectare landbouwgrond kosten. – Foto: ANP

Natuurontwikkeling: 204.000 hectare

Natuurontwikkeling legt de grootste claim op grond. In 2013 werden in het Natuurpact door Rijk en provincies de nieuwe ambities om natuur te behouden en te ontwikkelen vastgelegd voor de periode tot en met 2027: 670.000 hectare. Ruim 95% van dat doel is bereikt, maar dat betekent ook dat nog zo’n 44.000 hectare gerealiseerd moet worden. uit het Klimaatakkoord blijkt dat nog eens 10.000 hectare veenweidegebied natuur moet worden.

Daarnaast zijn er internationale afspraken over biodiversiteitsdoelen. PBL: “Het ligt voor de hand dat die nieuwe claims worden gelegd in huidig agrarisch gebied. Ofwel in de vorm van natuurinclusieve landbouw ofwel omzetting van landbouw- naar natuurgrond. Die claim kan oplopen tot 150.000 hectare.” De totale claim voor natuur kan afwijken in gevallen waar natuurontwikkeling goed gecombineerd wordt met landbouw.

300.000 hectare minder landbouwgrond in 2050


Tot 2050 verdwijnt naar verwachting bijna 300.000 hectare landbouwgrond. De meeste grond wordt gebruikt voor natuurontwikkeling (194.000 ha), maar ook investeringen in duurzame energieprojecten leiden tot een forse claim (57.500 ha). Bovengenoemde waarden geven een indicatie en kunnen in werkelijkheid wat afwijken. Bij natuurontwikkeling is het namelijk van belang in hoeverre landbouw gecombineerd kan worden met natuur. Bij aanleg van zonnepanelen is het aantal zonneparken bepalend voor de totale claim.

En boeren en tuinders dan?

De land- en tuinbouw, ‘de dominante drager van het Nederlandse landschap’, staat op een kruispunt en zal nieuwe richtingen in moeten slaan om aan alle klimaat- en duurzaamheidseisen in de toekomst te voldoen, stellen PBL-onderzoekers. Financieel hoeft dat niet altijd nadelig te zijn. Een energieakker, een combinatie van zonnepanelen en windmolens, kan in gunstige gevallen € 10.000 per hectare per jaar opleveren. Moeilijker is het om een geschikte combinatie te vinden met bebouwing, klimaat en natuur.

Die strijd om grond gaat boeren en tuinders de komende decennia flink bezighouden. De gouden oplossing is er nog niet. Maar er zijn wel ideeën. Naast kringlooplandbouw en vormen van natuurinclusieve landbouw heeft Rabobank plannen om een steunfonds voor vrijwillige herverkaveling bij natuurgebieden op te zetten. Deze vrijwillige regeling moet agrarisch ondernemers die klem zitten rondom natuurgebieden helpen om elders hun bedrijf verder te ontwikkelen. Daarnaast zijn er voorstellen voor een nieuwe agrarische hoofdstructuur (AHS), waarin gebieden voor landbouwontwikkeling aangewezen moeten worden, net als gebieden waar dat niet kan.

Share this

Afbeelding
Stefan Essink

redacteur ondernemen

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin