Doorgaan naar artikel

Volop techniek en data-oplossingen op GreenTech

Het concept met de GreenTech in de RAI blijkt succesvol. Het tuinbouw-evenement is na een voorzichtige opstart geïntensiveerd naar een jaarlijks terugkerende vakbeurs. Met tijdens de afgelopen vierde editie nog meer standhouders en meer aangemelde innovaties dan vorig jaar. En zelfs met een voorgenomen spin-off naar een beursversie in 2020 in Mexico.

Tijdens de afgelopen GreenTech in de RAI waren er weer volop high-tech tuinbouwontwikkelingen te zien. Fysiek technische apparatuur, maar zeker ook met toenemende aandacht voor data-gedreven softwaremodules. Steeds vaker gaan toeleveranciers een stap verder dan alleen maar elkaar te blijven beconcurreren op technische hardware op zich. Ze leveren meer en meer aanvullende diensten en oplossingen om met teeltdata en zelflerende kunstmatige intelligentie de teelt te optimaliseren, waarbij de specifieke kennis van een toeleverancier is ingebracht om de software-berekeningen effectief en betrouwbaar te maken.

Lees verder onder het filmpje.

 

Zo won Grodan een GreenTech Innovation Award in de categorie concepten, met zijn open e-Gro platform. Dat doet op basis van teeltdata slimme aanbevelingen, die telers helpen in het nemen van gefundeerde teeltbeslissingen. Het platform geeft een duidelijk beeld van de wortelzone, het gewas, de klimaatomstandigheden, de watergeefsituatie en de effecten van teeltmaatregelen op de oogst. Met de specifieke kracht van de door Grodan ingebrachte bedrijfskennis over substraat, water geven en het wortelmilieu, om daarmee de teelt te optimaliseren. Voorlopig is het programma toegespitst op de grote vruchtgroentegewassen.

Lees verder onder de tweet.

Maar ook andere toeleveranciers verschuiven een deel van hun activiteiten naar het ontwikkelen van modelmatige data-oplossingen en adviestools. Ridder nomineerde zich bijvoorbeeld voor een award met zijn CO2-optimizer. In plaats van op onderbuikgevoel een globaal aantal ppm’s CO2 in te stellen, maakt de CO2-optimizer inzichtelijk wat de plant feitelijk met de aangeboden CO2 doet. Dit wordt uitgedrukt in kiloproductie en euro’s.

Daaraan gekoppeld zit een advies. Dat kan zijn CO2 besparen, omdat de plant de aangeboden CO2 onvoldoende kan benutten in een bepaalde situatie. Maar soms kan het juist lonend zijn om te investeren in hogere doseringen, omdat dit verhoudingsgewijs meer geld opbrengt aan extra opbrengst. Een tomatenteler heeft al aangegeven dat het hulpmiddel hem circa € 20 per dag per hectare oplevert of bespaart, wat op 15 hectare neerkomt op ongeveer een ton aan netto-voordeel op jaarbasis. In dat geval zijn de kosten voor een CO2-optimizer al binnen enkele weken terug te verdienen.

Onderling delen van data ligt nog gevoelig, zowel bij telers als toeleveranciers

In situaties waarbij externe CO2 slechts beperkt leverbaar is, die zich helaas nog regelmatig voordoen, kunnen telers dankzij de softwaremodule uitrekenen op welke momenten de gelimiteerde hoeveelheid beschikbare CO2 het meest effectief ingezet kan worden. Voorlopig zullen telers de rekenmodule als adviestool inzetten, maar desgewenst kan het de CO2-dosering direct autonoom aansturen.

Ook technologietoeleverancier Priva laat weten in een transformatie te zitten richting digitale diensten. Hortilux presenteerde een nieuw led-armatuur, dat volgens het bedrijf het meest efficiënt elektriciteit in groeilicht weet om te zetten. Daarbij werd in de stand echter veel nadruk gelegd op het Horti Sense-platform, dat op basis van sensormetingen berekent hoe de plant met het aangeboden licht omgaat. Via algoritmes wordt het productie-effect inzichtelijk gemaakt, zodat een teler per situatie kan beslissen of hij beter energie kan besparen of dat het juist gunstiger is om met extra groeilicht meer kilo’s aan te maken.

Data-eigenaars

Het zou nuttig zijn als alle individueel door toeleveranciers aangeboden kennissoftware, toegespitst op hun specifieke aandachtsgebieden, ook geïntegreerd zouden kunnen worden. Dat kan telers helpen om nog beter de gevolgen van beslissingen te vergelijken en afwegingen te maken. Uit lezingen en presentaties tijdens de GreenTech blijkt echter dat het onderling delen van data nog gevoelig ligt, zowel bij telers als toeleveranciers, en dat er terughoudendheid betracht wordt.

Het is belangrijk goede randvoorwaarden te scheppen, zodat geregeld is wie wel en niet toegang mogen krijgen tot gedeelde data, en wat er wel of niet mee gedaan mag worden. En hoe ga je om met data-eigenaarschap, zodat de toegevoegde waarde eerlijk verdeeld wordt over degenen die hun data ter beschikking stellen om een applicatie mogelijk te maken? Zeker in situaties waarin vooral bepaalde partijen het financiële voordeel uit zo’n gezamenlijk initiatief halen, is het belangrijk dat een deel van die winst terugvloeit naar de overige data-aanbieders.

Telers zien de datastromen op hun bedrijven per jaar soms verveelvoudigen, vaak door extra sensoren. En data die al jarenlang verzameld zijn voor bepaalde teeltdoeleinden, blijken soms ineens ook kostbaar om te verwerken in softwaremodules voor heel nieuwe toepassingen.

Meerlagenteelt

Op de vakbeurs waren evenals vorig jaar diverse aanbieders van verticalfarmingsystemen te zien.

Vertical farming in combinatie met robotisering en individuele watergift. - Foto’s: Peter Visser

Vertical farming in combinatie met robotisering en individuele watergift. – Foto’s: Peter Visser

John Bijl van Own Greens ervaart de kans op verspreiding van ziektes als groot nadeel van gangbare systemen die water en voeding door de hele teeltruimte rondpompen en toedienen in meerlagenteelten. Eerder bedacht hij daarom al een systeem waarin elke plant in een individuele plastic eindverpakking wordt opgekweekt, waarin bijvoorbeeld slatypes precies voldoende voedingsoplossing in een bakje meekrijgen om het uit te houden tot oogstbaar product. De bijkomende grote hoeveelheden plastic verpakkingen vond hij echter een groot minpunt blijven, evenals het constante ruimtebeslag van de eindverpakkingen op de teeltstellingen.

Daarom heeft hij nu samen met andere partijen een systeem ontwikkeld waarbij planten in potten opgekweekt worden in stellingen. Met 2 vaste voedingspilletjes erin, met A- en B-mineralen. Een robot haalt de potten automatisch uit de opkweekstelling en zet ze op een centraal opgesteld speciaal ontworpen rek. Daarbij worden de potten individueel gewogen, zodat ze individueel naar behoefte water toegediend krijgen. Daarmee wordt het water geven gescheiden van de opkweek/teelt. Via een vernuftig systeem, waarbij de helft van de potten in dambordpatroon dieper wegzakt dan de andere, zijn de planten met de robot wijder uit elkaar te zetten voor hun laatste teeltfase. In de eerste fase bespaart dat teeltruimte.

Scout-hulp

De GreenTech Award in de categorie innovatie ging naar Koppert Biological Systems, voor de Natutec Scout. Met deze scout-app kunnen telers via hun smartphone heel simpel foto’s maken van vangkaarten in de kas, waarna de app het aantal aanwezige wittevliegen en tripsen op de vangkaarten telt. Een volgende keer wordt automatisch berekend wat er aan nieuwe insecten bijgekomen is. Met een druk op de knop begint de telling weer bij nul als vangkaarten vervangen worden. Het advies is om vangkaarten maximaal 4 weken te laten hangen. Daarna kunnen wittevliegen gaan wegzakken in de lijm, wat verstoringen in de tel-data veroorzaakt. Wittevlieg is nu goed te detecteren met de app. Bij trips is nog wat finetuning nodig, omdat de kleine zwarte beestjes wat lastiger te onderscheiden zijn van sommige andere plagen.

Mogelijkheden om ook in open teelten met biologische bestrijding te gaan experimenteren

Het softwaremodel wordt nog ‘getraind’ om in de toekomst ook andere soorten insecten te kunnen herkennen en tellen. Er kan dan ook snel gereageerd worden als er onbekende of nieuwe plagen waargenomen worden.

Voor buitenteelten heeft Koppert de Natutec Drone ontwikkeld. Daarmee kunnen biologische bestrijders uitgezet worden in (akkerbouwmatige) teelten waar het uitstrooien met flesjes of via bestaande verblazers te lastig of arbeidsintensief is. De Drone kan 20 keer sneller natuurlijke vijanden uitzetten dan via handmatige uitzet. Dit biedt mogelijkheden om ook in open teelten met biologische bestrijding te gaan experimenteren. Het mee te nemen gewicht (ongeveer 13 liter) is niet echt beperkend voor praktijktoepassingen. De vliegtijd is vanwege de beperkte accucapaciteit nu echter nog wel beperkt, tot ongeveer 20 minuten.

Natrium verwijderen

In de categorie duurzaamheid won Ridder een GreenTech Award voor zijn NoNa+ selectieve natriumverwijderaar uit drainwater. De toegepaste combinatie van technieken haalt natrium goedkoper en efficiënter uit het water dan de traditioneel toegepaste elektrolysetechniek. Er kan met een lager voltage worden volstaan. Normaal wordt natrium in verschillende stappen gebonden. Bij de NaNo+ is het een continu proces, waarbij water uit de silo met ontsmet water wordt gecirculeerd door de membranen. Daardoor is er precies zoveel natrium uit te halen als voor de gewenste eindconcentratie nodig is.

Combinaties van technieken maken selectieve natrium-verwijdering uit drainwater effectiever en goedkoper.

Combinaties van technieken maken selectieve natrium-verwijdering uit drainwater effectiever en goedkoper.

Kunststof kasdek

Piet Bom Innovations lanceert het idee voor een nieuw duurzaam type kasdek van fiberglas, ongeveer 27 jaar nadat dit bedrijf de huidig gangbare aluminium goot ontwikkelde na het tijdperk van staal. Voor aluminiumbewerking zijn grote smeltovens nodig. Fiberglas kan met 5 keer zo weinig energie geproduceerd worden, wat de CO2-footprint van de bouw van een kas fors vermindert. Het materiaal is na afschrijving van de kas weer goed te recyclen.

Fiberglas biedt technische voordelen boven de huidige aluminium dekconstructies.

Fiberglas biedt technische voordelen boven de huidige aluminium dekconstructies.

Een groot voordeel is dat de uitzettingscoëfficiënt van fiberglas een kwart is ten opzichte van aluminium. Door die kleinere krimp- en rekfactor zijn nog makkelijker grote kaslengtes te bouwen. Ook is de kas vanaf dag 1 waterdicht, waar aluminium zich eerst nog een tijdje moet zetten. Er is ook geen gevaar meer voor pitjes op het metaal, waarop ruiten kunnen barsten. Kees Duivestein: “Het materiaal wordt in loop van tijd alleen maar sterker en stijver. En daarbij niet brosser.”

De isolatie is ook goed. De zogenoemde koudebrug ontbreekt bij horizontale profielen, zoals goot, nok en roede. Dat voorkomt hardnekkige en nadelige condensvorming. Het materiaal kan van zichzelf spierwit worden geleverd, wat het huidige coaten of verven overbodig maakt.

Voor de kassenbouwer zelf zijn er nog meer voordelen. Er kan meer prefab op voorraad gemaakt worden, zonder angst voor verkeerde inkoopmomenten, zoals bij de sterk fluctuerende aluminiumprijzen. Er hoeft minder zwaar materiaal getransporteerd te worden. En in plaats van kasmaterialen vanaf een centrale productieplaats over de hele wereld te verslepen, kunnen onderdelen op locatie gefabriceerd worden middels onder licentie ter beschikking gestelde mallen.

De hoop is dat dit najaar ergens een eerste kas gebouwd kan gaan worden met het nieuwe fiberglas kasdek. Op langere termijn worden ook mogelijkheden gezien om de hele onderbouw in dit materiaal uit te gaan leveren.

Medicinale cannabisteelt

Een flink deel van een GreenTech-hal was gericht op de teelt van cannabis, met standhouders die in willen spelen op de overgang naar grootschaliger teelten van gelegaliseerde teelttoepassingen. Voor zover het Nederland zelf betreft, zal dit vooral geconditioneerde teelten voor medicinale toepassingen betreffen, waarvoor de bloemen benut worden. Voor dit farmaceutisch gebruik zullen strikte beperkingen gelden voor toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, terwijl de teelt onder de vochtige klimaatomstandigheden wel gevoelig is voor schimmelziektes, zoals meeldauw en vooral Botrytis.

Diverse toeleveranciers proberen in te springen op de cannabishype.

Diverse toeleveranciers proberen in te springen op de cannabishype.

Buiten de bestaande kleinschalige wietteeltervaringen, die niet zomaar vertaald kunnen worden naar professionele kasteelten, staat de cannabisteelt nog in de kinderschoenen. Specifieke teelteisen en teeltstrategieën zijn daardoor nog onbekend. Een groep samenwerkende Nederlandse toeleveranciers biedt daarom een kas aan waar alle mogelijke voorzieningen, zoals zware belichting, verwarming en koeling (nodig in de zomer), op en aan zitten, om het klimaat naar wens te kunnen sturen. Een toeleverancier geeft aan: “Het wordt een soort combinatie van groente- en chrysantenteelt. In de eerste vegetatieve teeltfase moet je een gewas neerzetten, in de generatieve langedagfase daarna moeten de bloemen aangelegd worden. Het is de kunst om in een paar weken tijd een vegetatieve plant met voldoende snelheid neer te zetten, om hem daarna maximaal in bloei te kunnen laten investeren.”

Nog veel onderzoek nodig naar ‘nieuwe’ teelt

Een grootschalige medicinale teelt, met daarbij heel hoge eisen aan een juiste en constante betrouwbare kwaliteit van de gewenste inhoudsstoffen, zal een intensief leer- en ontwikkelingstraject vragen. Zo moet er nog gewerkt worden aan heel uniform uitgangsmateriaal, waar nu aangeboden lokale zaadvaste rassen vaak nog heel sterk uitsplitsen. Of er wordt gewerkt met handmatige stekjes. Strak hybridezaad is nog niet beschikbaar. Ook is weinig bekend of bij planten voor medicinaal gebruik andere genetische eigenschappen gewenst zijn dan waar tot nu toe op geselecteerd is voor het zogenoemde ‘recreatieve’ gebruik. En dan volgt nog het leren kennen van het juiste proces van de na-oogstbehandelingen voor het drogen van de bloemen, het extraheren van inhoudsstoffen en het verpakken.

Mogelijk is een combinatie met een vollediger plantbenutting wenselijk, met bijvoorbeeld vezelproductie van het gewas en winning van andere inhoudsstoffen, zoals bepaalde oliën, om de totaalteelt beter rendabel te maken.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin