Doorgaan naar artikel

In provinciale luwte gedijen de tuindersbelangen

Stemmen voor de provincie. Dat is kiezen voor een bestuurslaag waar de tuinbouw het doorgaans goed mee kan vinden. Dat komt althans duidelijk naar voren in gesprekken met de verantwoordelijke politiek bestuurders in de twee belangrijkste tuinbouwprovincies Zuid-Holland en Limburg.

De laatste kwart eeuw is het politiek landschap in Nederland nogal veranderd. Maar 1 ding staat als een huis: het CDA als verdediger van provinciale agrarische belangen. Ook al leden de christendemocraten in 2011 een harde nederlaag (bijna een halvering van het aantal provinciale zetels) en kwamen er in 2015 maar een schamele 3 zetels bij, toch ging het CDA in 11 van de 12 provincies regeren.

CDA

Alleen in Brabant bleef dé agrarische partij bij uitstek buiten het college van Gedeputeerde Staten. In 9 van de 11 provinciebesturen waar het CDA wel toetrad, is het een CDA’er die de het bewind voert over de portefeuille land- en tuinbouw. Een van die CDA’ers is Limburgs gedeputeerde landbouw Hubert Mackus. Een man die er niet zijn dagtaak van maakt tuinbouwondernemers in de weg te zitten. Een maand voor de verkiezingen kon hij bijvoorbeeld aankondigen dat de provincie het instrument van de erfpacht een flink stuk toegankelijker heeft gemaakt voor glasgroentetelers.

Erfpachtconstructie

Het gaat met name om een uitbreiding van glastuinbouwgebied Siberië met 55 hectare. Als er een tuinder komt die daar een kas wil bouwen en met de provincie een contract aangaat om dit via een erfpachtconstructie te realiseren, dan neemt de provincie de grondaankoop voor haar rekening.

Het is de derde keer dat de provincie de erfpachtconstructie toepast. In 2015 al begon vollegrondsteeltbedrijf Van Dijk Groenteproducties zijn eerste avonturen onder glas op van de provincie gepachte grond. En een jaar geleden opende Nature’s Green Group de nieuwe kassen met bijna 5 hectare komkommers.

Vermogen beleggen

“Een instrument om ondernemers in hun kracht te zetten”, noemt Mackus die erfpacht. En een goede manier om het vermogen van de provincie te beleggen. Vrij vermogen waar provincies niets mee doen vloeit namelijk naar de rijksschatkist. Dan liever Limburgse grond kopen om er Limburgse ondernemers op te laten ondernemen. Zo lang de teler zelf nog niet de middelen heeft om de grond over te nemen komt er rendement bij de provincie binnen in de vorm van pacht. En als de ondernemer eenmaal voldoende financiële ruimte heeft, kan hij de grond kopen en heeft de provincie weer cash in huis om weer wat anders mee te doen.

Waar provincies en waterschappen elkaar ontmoeten

De verkiezingen voor de waterschappen en voor de Provinciale Staten komen thematisch het duidelijkst bij elkaar op de thema’s agrarisch waterbeheer en bodemdaling. Dat laatste probleem speelt met name in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Friesland en Overijssel.
Het laag houden van het grondwaterpeil ten behoeve van boeren en tuinders veroorzaakt schade aan huizen, gebouwen, wegen en leidingen. Om die schade te voorkomen lopen er proeven met alternatieve natte teelten (lisdodde, cranberries). Voor als het voortdurende proces van bodemdaling en waterpeilverlaging moet worden doorbroken.
Veenweide
Maatregelen die kunnen worden genomen om bodemdaling te voorkomen, komen niet alleen vanuit de waterschappen. In het regeerakkoord van kabinet-Rutte III wordt de veenweideproblematiek ook gemarkeerd. In het klimaatakkoord van de landbouwtafel worden onderwaterdrainage en waterpeilverhoging genoemd als maatregelen om de bodemdaling en daarmee ook de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Provincies krijgen daar een belangrijke rol in, en als regionale vertalers van nationale beleid en als toezichthouders van de waterschappen.
Agrarisch waterbeheer
Belangen van provincies, boeren en waterschappen komen bij elkaar in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Met het deltaplan krijgen boeren handvatten de erfafspoeling van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen te voorkomen en tegelijk worden maatregelen genomen om te zorgen dat sloten niet droogvallen in tijden van neerslagtekort en het water voldoende wordt afgevoerd in tijden van overvloed. Met inzet van Europese gelden voor plattelandsontwikkeling zijn in verschillende provincies projecten opgezet.

Regiomerk

Zoals financieel bijdragen aan de ontwikkeling van een regiomerk voor de groenten en het fruit van Limburgse telers. Afgelopen september ging Die Frischen van start en vorige maand stond Hubert Mackus in Berlijn op de Fruit Logistica om de uitrol van dat merk naar de gehele Duitse markt een overheidssteuntje in de rug te geven.

“Het is voor ons geen nieuw gegeven dat de tuinbouw rond Venlo en het Duitse Straelen in feite 1 aaneengesloten tuinbouwgebied is. Telers investeren over de grens heen, kennisverspreiding gaat over en weer, handel en veilingen werken samen.” Dus is het volgens Mackus en de provincie ook een goed idee om de Duitse consument duidelijk te maken dat de Limburgse telers heel dichtbij voor ze aan het werk zijn.

Saaiheid is soms goed

Geothermie op breuklijn

De vraag of het besturen van een provincie wel echt een politieke aangelegenheid is, steekt elke 4 jaar in aanloop naar de verkiezingen weer de kop op. Mackus draait die vraag soepel om: voor ondernemers is minder politiek niet verkeerd. “Saaiheid is soms goed.” Met name als saaiheid hand in hand gaat met degelijkheid en betrouwbaarheid.

Als voorbeeld noemt hij de manier waarop het kabinet nu omgaat met geothermie in Limburg. Uit politieke overwegingen kiest het kabinet er voor om geen enkel risico te willen nemen met boringen in de buurt van een breukzone, zoals bij de aardwarmteputten van paprikabedrijf Wijnen en komkommerteler Lipzig Gielen in Grubbenvorst. Liever ziet Mackus dat er snel veiligheidskaders komen en richtlijnen over hoe de boringen verder kunnen. En niet alleen omdat hij ook geld heeft zitten in de geothermie-projecten en het de provincie dus geld kost als die projecten stil liggen.

Lees verder onder de foto.

Ron de Greeff (rechts) overhandigt aan Hubert Mackus (links) de eerste productverpakking van Die Frischen. - Foto: Die Frischen

Ron de Greeff (rechts) overhandigt aan Hubert Mackus (links) de eerste productverpakking van Die Frischen. – Foto: Die Frischen

Van het gas af

Staatstoezicht op de Mijnen is gewend om te werken met grote bedrijven als de NAM en Shell. Dat is een andere praktijk dan die van de tuinbouwbedrijven die in Nederland het voortouw nemen in het boren naar geothermie, stelt Mackus. Het is aan de politiek om te zorgen voor een betere match tussen de toezichthouder en zijn nieuwe doelgroep. Juist ook omdat geothermie in een breukzone veel kansrijker is. “Voorzichtig en zorgvuldig, natuurlijk. Maar als we elk risico tot nul willen reduceren, dan komt alternatieve energie en warmte niet van de grond. Dan komen we nooit van het gas af.”

Vitale Agenda Fruitteelt

Na de verkiezingen gaat Mackus graag door als gedeputeerde landbouw. Als richtpunten in een nieuwe termijn ziet hij onder meer een zogeheten Regiodeal voor Greenport Venlo voor zich. Eerder al was Limburg met een project rond Parkstad (Heerlen-Voerendaal-Kerkrade) succesvol in het binnenhalen van € 40 miljoen uit het potje dat door Rutte III beschikbaar is gesteld voor regionale ontwikkeling. In de volgende ronde kan Venlo met ook een fikse injectie een verdere stap zetten naar de status van hippe voedselmetropool.

Vitale Agenda Fruitteelt

Op niet alle agrarische bedrijvigheid in de provincie wordt overigens net zoveel gas gegeven als op de glastuinbouw. Mackus ziet in de Zuid-Limburgse fruitteelt een heel andere dynamiek dan in de kassen. De Vitale Agenda Fruitteelt is er op gericht om ondernemers te helpen een afweging te laten maken.

Ondernemers moeten het zelf doen

“Gas of remmen. Een schaalsprong maken met je bedrijf of misschien kiezen voor diversificeren, met neventakken op het bedrijf. De landschappelijke kwaliteiten van het fruitteeltbedrijf lenen zich daar heel goed voor. Maar dat is natuurlijk niet aan ons als provincie. Wij denken mee, hebben fondsen om gewenste ontwikkelingen te stimuleren, maar de overheid onderneemt niet. Uiteindelijk moeten de ondernemers het zelf doen.”

Van Maastricht naar Den Haag

Het is meer dan 230 autokilometers van Maastricht naar Den Haag, de hoofdstad van provincie Zuid-Holland. Deze provincie heeft veruit het grootste kassenareaal van alle Nederlandse provincies.

De provincie Zuid-Holland wil best weten dat de glastuinbouw nergens anders zo groot is als hier. Op het Provinciehuis in Den Haag uitkijkend over het Malieveld prijkt een grote foto van knalrode trostomaten, met daarnaast de slogan ‘Zet je tanden in Zuid-Holland’.

Gedeputeerde Adri Bom-Lemstra

Terwijl die kassen toch niet bepaald het enige paradepaardje zijn. “Maar wel degelijk een sector die voor iedereen hier in Zuid-Holland zichtbaar wint aan glans”, aldus gedeputeerde Adri Bom-Lemstra. Zij heeft de portefeuille Economische Zaken en Ruimtelijke Ordening, waar tuinbouw ook onder valt. En die portefeuille wil ze dolgraag nog eens 4 jaar onder haar hoede nemen.

Moderne kassen staan vol met computertechniek. Je wilt niet dat die gehackt worden

In Zuid-Holland moet de glastuinbouw om aandacht en beleidsruimte knokken met alle andere topsectoren die hier allemaal sterk vertegenwoordigd zijn. Adri Bom is de eerste om dat schijnbare nadeel te willen ombuigen in een voordeel. “Nergens zulke goede kansen voor cross-overs! Met de haven. Met universiteiten. Met een ijzersterk cluster Life Sciences. Met het cluster cybersecurity hier in Den Haag.”

Cybersecurity? “Jazeker! De moderne kassen staan vol met computertechniek. Je wilt niet dat die gehackt worden.” En ook dat is dus een van de verantwoordelijkheden en zorgen van een provinciebestuurder.

Via Westland naar provincie

Bom-Lemstra kwam naar de provincie via de Westlandse gemeentepolitiek en daarna het bestuur van Hoogheemraadschap Delfland. Niet zo heel vreemd dus dat de CDA-politica zo enthousiast is over de kansen en de potentie van de glastuinbouw. De organisatie van de Greenports wordt beter, iedereen ziet dat en juicht dat toe.

Toch denkt ze dat de manier waarop de ene of de andere politieke partij dat zou doen wel degelijk verschilt. “Ik heb ook ‘wonen’ in mijn portefeuille. Vier jaar geleden leek het voldoende om van een afstandje in de gaten te houden hoe de gemeenten dat aanpakken. Maar we hebben als provincie steeds meer regie gepakt. Daarin zijn natuurlijk politieke kleurverschillen: van alles willen regelen tot aan de markt overlaten.”

Lees verder onder de foto.

Gedeputeerde Adri Bom-Lemstra tijdens de handelsmissie in 2016 in China. - Foto: Groenten&Fruit

Gedeputeerde Adri Bom-Lemstra tijdens de handelsmissie in 2016 in China. – Foto: Groenten&Fruit

Energietransitie

Datzelfde geldt voor de glastuinbouw. “We hebben nu een paar goede jaren achter de rug, maar in feite is de hele sector nog steeds uit een diep dal aan het opklimmen. Dat blijft uitdagend gezien het feit dat de sector staat voor een energietransitie en voor een ruimtelijke herstructurering. Soms helpt het juist niet als er weer geld wordt verdiend. Want dan tuinen we nog makkelijk eventjes door op de oude manier. Goed dat we de Greenport en Coalitie HOT hebben om die processen in gang te houden, waar wij als provincie in meedoen.”

Infrastructuur

Een belangrijke bijdrage die de provincie te leveren heeft, is gelegen in de infrastructuur. Wegen, water en warmtenetten aan elkaar knopen, dat gaat de gemeenten te boven. En het Rijk staat weer op te veel afstand. Als verkeersknelpunt kwam het Westland niet op landelijke lijstjes. Daar is toen de provincie achteraan gegaan. En de aanleg van de warmterotonde van de Rotterdamse haven langs de kassengebieden naar Leiden mag gerust gelden als parel aan de kroon van de provincie.

Ik zie meer groene gevels en daken in China dan bij ons

Tuinbouw beter benutten

Toch vindt gedeputeerde Bom dat wat de tuinbouw allemaal kan beter benut kan worden. “Woningbouw bijvoorbeeld. Ik zeg: verdichten, want we moeten hier elke vierkante meter benutten. Ja maar, bij woningbouw moet ook ruimte zijn voor groen. Dan zeg ik: dat kan ook verticaal. Wij hebben daar de kennis voor, met al die tuinbouwbedrijven in ons gebied. Maar ik zie meer groene gevels en daken in China dan bij ons.”

Stemmen

Bom vindt wel dat de tuinder zelf actiever kan zijn in het bepalen van die agenda’s. “Elke tuinder die ik hoor zeggen: ‘wat hebben we eigenlijk aan die provincie?’ die nodig ik direct uit om actief mee te gaan doen in de netwerken die wij hier op poten zetten. Er zijn heel veel grote en kleine tuinbouwbedrijven, soms lastig om een gemeenschappelijk geluid te laten horen. Zo’n netwerk maakt dat mogelijk. De beste manier om niet overgeslagen te worden is je gezicht te laten zien en je stem te laten horen.”

Provincies en Europees landbouwbeleid

Dit jaar nog zullen de provincies knopen moeten doorhakken over de manier waarop zij hun invulling geven aan de nationale strategische plannen voor het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid. Het nieuwe Europese landbouwbeleid dat vanaf 2021 het huidige beleid vervangt, biedt nationale overheden veel meer mogelijkheden eigen beleid te ontwikkelen en daarvoor Europees geld te gebruiken. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is ondertussen al volop met de provincies in de slag over de manier waarop daar vorm aan moet worden gegeven. Dan gaat het bijvoorbeeld om behoud en verbetering van de biodiversiteit in en om landbouwgronden, de (verplichte) samenwerking van boeren en tuinders bij nieuwe vormen van (agrarisch) natuurbeheer, maar ook om de steun aan jonge agrariërs en de ontwikkeling van nieuwe teelten.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin