Doorgaan naar artikel

Extra winst voor tuinder met ‘dataficatie’

Hoe machtig en spelbepalend data de komende jaren gaan worden in de tuinbouw is afdoende gedemonstreerd door de winnende komkommerteelt in de autonome kas van Microsoft Nederland. Tuindersoog en groene vingers legden het af tegen kunstmatige intelligentie en data. De juiste data op een goede manier verzamelen en gebruiken, ‘dataficatie’, kan tuinders meer gemak en extra winst opleveren.

Meer weten over je teelt en je bedrijf met minder administratief gedoe. Dat was de belofte van big data en is het perspectief van wat tegenwoordig wel dataficatie wordt genoemd. De vakgebieden data science en data engineering op hbo’s en universiteiten zijn die belofte voor de ondernemer nu aan het inlossen. Meer kennis en meer techneuten die die kennis weten om te zetten voor handige toepassingen voor tuinders.

Open Datalab Agrofood

In Den Bosch wordt dat streven vormgegeven in een nieuw op te zetten Open Datalab Agrofood. In het onderwijs is het doorgaans zo dat de docenten het weten en de leerlingen het moeten leren. Maar als het gaat om datagebruik in de agrofoodketen is iedereen tegelijk aan het leren. Ook de ondernemers in die keten van voedselproductie tot en met -consumptie.

In de keten wordt in rap tempo een enorme rijstebrijberg aan data verzameld. Maar wat kunnen we daarmee? Daarvoor hebben we specialistische ICT-kennis nodig, gecombineerd met agrarische kennis. Hoe succesvol dat kan zijn, werd de laatste maanden duidelijk in de door techneuten gewonnen Autonomous Greenhouse Challenge.

Voeden met data

Theo Thewessen, lector aan de HAS in Den Bosch is initiatiefnemer van het Open Datalab Agrofood, waarin deze twee werelden bij elkaar worden gebracht. “Dat doen we bijvoorbeeld door een samenwerking tussen HAS en de ICT-opleiding van hogeschool Avans. We polsten enige tijd geleden voorzichtig of ze daar misschien geïnteresseerd zouden zijn in de agrofoodsector. Dat bleek een voltreffer. Terwijl ICT’ers overal voor worden gevraagd en dus in elke sector terechtkunnen. De voedselketen blijkt echter veel sexyer dan we dachten.”

Interesse is één, studenten klaarstomen tot jonge professionals die én agrarische kennis hebben én zich helemaal op hun gemak voelen in het datageweld van de huidige ICT-wereld, dat is wat anders. En dat is het doel van het Datalab Agrofood.

Lees verder onder de tweet.

Project met veiling Fruitmasters

Thewessen: “Het begint met die ICT-studenten te voeden met data uit de agrofoodketen en ze daar in een lab-omgeving mee te laten stoeien. Met praktische vraagstukken. Een mooi voorbeeld is in de fruitteelt een project met veiling Fruitmasters, een van de deelnemers aan het Datalab. Het gaat daar over het digitaal in kaart brengen van de bodem en van de fruitbomen in een boomgaard, werken met sensoren, kijken naar de mogelijkheden van robotica en het combineren van weersvoorspellingen met teeltmaatregelen en oogstvoorspellingen. De proeftuin in Geldermalsen wordt nu behalve een teeltproeftuin ook een digitale proeftuin”

Digitale proeftuin

In dergelijke digitale proeftuinen is plek voor de hbo-studenten van HAS en Avans. Maar ook voor studenten van de nieuwe Jheronimus Academy of Data Science in Den Bosch, waarin de universiteiten van Eindhoven en Tilburg samenwerken op het gebied van data en ondernemerschap. De academie richt zich op nieuwe datagerichte businessmodellen in verschillende maatschappelijke thema’s. Het thema agrofood is een van de eerste thema’s dat al goed op gang is gekomen.

Lees verder onder het Facebookbericht.

Ontwikkelen van apps

Thewessen: “Het datalab biedt zo een mooie lijn van middelbaar en hoger beroepsonderwijs tot en met wetenschappelijk onderwijs. Van het heel praktisch ontwikkelen van apps en het aansturen van sensoren tot en met een universitaire master Data en Ondernemerschap over hoe je met de juiste dataverwerking en -analyse je business kunt verbeteren of zelfs compleet kunt vernieuwen.”

Boeren en tuinders zijn gewend dingen zelf op te lossen

Dat laatste ziet Thewessen overigens nog wel als een knelpunt. Want ja, er is die digitale transitie, die in de land- en tuinbouw veel kansen biedt. Maar toch is in de bedrijfspraktijk de relatie met de ICT-wereld nog beperkt. “Dat komt misschien door de boerenslimheid. Boeren en tuinders zijn gewend dingen als het even kan zelf op te lossen. De sector laat niet zo snel nieuwe spelers toe.”

Argwaan data uit handen geven

En er is ook wel (terecht) argwaan als het gaat om data uit handen geven. Een voorbeeld dat die angst aanjaagt is het opkopen van supermarktketen Whole Foods door datagigant Amazon. Die bouwen daar nu digitale winkels, waar je als klant doorheen kunt lopen, alles mee kunt nemen wat je wilt op voorwaarde dat je gevolgd mag worden en achteraf je boodschappen in rekening gebracht krijgt. Op die manier komt Amazon alles van het winkelgedrag van de consument en van de aantrekkingskracht van producten te weten. Die data kunnen aan de keten worden gekoppeld en kunnen mogelijk zelfs in de toekomst worden gelinkt met de data op de boerderij.

Vast aan techreus

Op die manier vast komen te zitten aan een techreus, aan wie je je met data en al uitlevert, dat kan een schrikbeeld zijn. Thewessen: “Maar het begint bij meer grip krijgen op je eigen bedrijf. Als je zelf weet wat je weten wilt over je eigen bedrijf en je eigen teelt, dan is dat een mooi begin van wat we data governance noemen. In zogenaamde datahubs kun je al je gegevens zo opslaan dat die met één druk op de knop beschikbaar komen voor overheden, voor afnemers, voor toeleveranciers, voor je teeltadviseur, je accountant, je bank, voor wie dan ook. Met de ondernemer zelf aan het stuur om te bepalen wie wat krijgt. De eerste toegevoegde waarde is een toegenomen inzicht in je eigen bedrijf en bedrijfsvoering. Maar het is ook winst dat je als tuinder niet elke keer dezelfde gegevens in nieuwe formulieren en andere systemen hoeft in te vullen.”

Lees verder onder de foto.

Sensoren meten en computers nemen beslissingen. Met goede oogstrobots op komst is de stap naar volledig geautomatiseerde teelten nabij. - Foto: Fotostudio GJ Vlekke

Sensoren meten en computers nemen beslissingen. Met goede oogstrobots op komst is de stap naar volledig geautomatiseerde teelten nabij. – Foto: Fotostudio GJ Vlekke

Teeltdata

Een volgende stap kan zijn dat de teeltdata van een bedrijf ook echt waarde gaan vertegenwoordigen. Binnen een keten met een machtige klant zoals Amazon of een nationaal dominante retailer als AH vertegenwoordigen vooral de keiharde data tot op productniveau waarde. Die passen in een strak tracking & tracing-systeem dat via blockchain elke onregelmatigheid in de keten met de grootst mogelijke nauwkeurigheid kan terugvoeren.

Thewessen: “Maar met de eigen data kunnen boeren en tuinders ook hun eigen korte keten 2.0 opzetten. Met een eigen digitaal platform waar op een datagedreven manier vraag en aanbod bijeen komen. Producent en consument hoeven niet per se fysiek bijeen te komen – al zou dat wel kunnen – om elkaar toch te kunnen vinden. Dan kan zo’n korte keten zelfs de gemaksconsument bedienen met online bestellen en thuisbezorgen.”

Samenwerking met nieuwe verkoopkanalen

“Dergelijke korte ketens 2.0 en online e-commerceplatforms worden nu voor tuinders ontwikkeld met inzet van onze studenten. Hierbij wordt samengewerkt met ondernemers zoals Carlos Faes van de Philips Fruittuin en met nieuwe verkoopkanalen in de korte keten zoals Boerschappen.nl. Onderwijsinstellingen vinden het belangrijk dat de studenten zich in échte projecten met échte data kunnen vastbijten.”

Smart Agri Hubs

Wageningen University & Research is met Smart Agri Hubs en de daarbij horende Digital Innovation Hubs nog een stapje verder. Op het vlak van data en robotica actieve bedrijven worden in dit zogeheten vlaggenschipproject, waar de Europese Commissie € 20 miljoen in heeft zitten, aan elkaar gekoppeld. WUR deed een succesvolle gooi naar deelname in de door Brussel al in 2011 gestarte zoektocht naar een publiek alternatief voor wat de Google’s en Microsofts aan massaal gebruikte cloud computing en internetdiensten aanbieden. Aan het ‘internet of food & farm’ dat Wageningen mede heeft opgezet, haakt de agrarische sector het beste aan van alle zestien sectoren waarvoor iets dergelijks bestaat.

“Het gaat om standaardisering en ‘interoperability’; dat alle sensoren en metertjes en cameraatjes en computers en smartphones aan elkaar te koppelen zijn”, vat George van Beers van Wageningen Economic Research samen.

Lees verder onder de foto.

Met sensoren wordt bij steeds meer akkerbouwers de bodemvochtheid gemeten. - Foto: Henk Riswick

Met sensoren wordt bij steeds meer akkerbouwers de bodemvochtheid gemeten. – Foto: Henk Riswick

Liever niet ‘locked in’

Geen nieuw streven. Al toen internet nog ‘de digitale snelweg’ heette was de tuinbouw zich ervan bewust dat alle systemen in de keten met elkaar zouden moeten kunnen communiceren. Zodat de data die tuinders in hun teelt verzamelen en aan hun producten meegeven beschikbaar komen voor inspectiediensten, voor klanten, voor consumenten.

Maar ook voor toeleveranciers. Van Beers: “Wat we niet willen is dat wanneer je een trekker koopt van één fabrikant, je dan eigenlijk een heel pakket van hardware en software moet kopen van diezelfde fabrikant. Je raakt dan wat we ‘locked in’ noemen, een door Amerikaanse bedrijven veelgebruikte tactiek.”

Standaardisering

Het Europese antwoord daarop is betere afspraken maken over standaardisering. Zoals we nu niet meer voor elke telefoon een oplader met wéér een ander stekkertje nodig hebben. Europese mechanisatiebedrijven doen dan ook graag mee aan de door de EU gesteunde Digital Innovation Hubs, waarin bedrijven samen slimme toepassingen verzinnen. “Er willen nu ook wel grote Amerikaanse firma’s meedoen. Maar die moeten dan ook hun broncode openbaar maken. Daar hikken ze nog tegenaan.”

In de bedekte teelten zijn grote buitenlandse bedrijven iets minder dominant. “Daar hebben we één Spaans project, waarin telers en bedrijven samen met allerlei meetapparatuur in de kas meer grip proberen te krijgen op het groeiproces om zo tot betere oogstvoorspellingen te komen.”

Er zijn nu voor de hele land- en tuinbouw 140 van die Digital Innovation Hubs. Die zijn goed verdeeld over alle lidstaten en over alle verschillende agrarische deelsectoren. Met verplicht ook een rol voor kleine en middelgrote bedrijven, zodat niet alleen de grote jongens in landbouwmechanisatie en in ICT alle subsidie opsouperen. “Maar er is ruimte voor nog veel meer. We kunnen wel naar 400”, aluds Van Beers

Gedragsregels

George van Beers is in dit project in heel Europa bij boeren en tuinders veel angst voor data tegengekomen. ‘Wat doen ze ermee?’ vragen ze zich vaak ietwat wantrouwend af. “Maar de belangrijkste vraag die een tuinder zich kan stellen: ‘Wat doe ík ermee?” Overigens is er wel degelijk een Europese code of conduct, gedragsregels dus, in de maak. Want er zijn al genoeg gevallen bekend van apparaten of gadgets, die zonder dat daar toestemming voor was gevraagd data terugzenden van de koper/gebruiker naar de fabrikant.

Neveneffecten

En er zijn ook onbedoelde neveneffecten, zoals een tracker in een poolbak (Europool doet ook mee in een van de DIH’s), waarmee je een partij komkommers kunt volgen, maar waarmee je dan dus ook een truck en zijn chauffeur kunt volgen. Om niet in botsing te komen met privacywetgeving moet je dus duidelijk vastleggen waar je data wel en niet voor gebruikt.

Belangrijk is ook dat de ontwikkelde kennis in principe openbaar, is op één voor iedereen toegankelijk portal. Zodat iedereen van elkaar kan leren van Best Practices. En er niet op vijf verschillende plekken bedrijven bezig zijn om weerstations aan teeltsystemen te koppelen, om maar wat te noemen.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin