Doorgaan naar artikel

Proeftuin Precisielandbouw pakt praktijkproblemen aan

De Nationale Proeftuin Precisielandbouw lost in de boerenpraktijk opstartproblemen op van toepassingen waarvan in principe al is aangetoond dat ze uitvoerbaar zijn en meerwaarde bieden. Hoe staat het ervoor met het project? Hoe vergaat het de deelnemers en tegen welke problemen lopen ze aan?

De Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) is een half jaar onderweg. 6 akkerbouwers hebben de voorbije maanden stappen gezet in de variabele toediening van bodemherbiciden in aardappelen, suikerbieten en uien en van granulaat tegen aaltjes en in de variatie van de pootafstand van aardappelen afhankelijk van de zwaarte van de grond.

Stroomlijning van data

Op alle bedrijven, maar in het bijzonder op dat van akkerbouwer/loonwerker Daniël Cerfontaine draait dit eerste jaar van de NPPL vooral om de stroomlijning van de data die hij op zijn akkerbouwbedrijf en bij loonwerkklanten verzamelt, zodanig dat die gegevens weer verder gebruikt kunnen worden.

De gps van de veldspuit wordt ingesteld bij een van de deelnemers van het NPPL-project, Daniël Cerfontaine. - Foto: Peter Roek

De gps van de veldspuit wordt ingesteld bij een van de deelnemers van het NPPL-project, Daniël Cerfontaine. – Foto: Peter Roek

Concreet gaat het bij Cerfontaine om op opbrengstgegevens uit de combines, de trekkers en de Challenger-veldspuit. Wat de hem betreft, komen daar zo spoedig mogelijk plaatsspecifieke opbrengstgegevens vanaf de 3 meter brede Holoras-uienrooier bij. “In principe is het mogelijk van uien de opbrengst betrouwbaar bij de oogst te bepalen. Kwestie is alleen dat een vlakke transportmat nodig is van minimaal een meter lang om de weegsensor eronder te plaatsen.”

Toepassingen mogelijk maken

Dat ‘in principe mogelijk’ klinkt niet alleen bij Cerfontaine in Zuid-Limburg. Ook bij de andere precisietoepassingen doorliepen de variabele toedieningen een traject door van ‘in principe mogelijk’ via ‘zo werkt het niet’ en ‘op deze manier moet het lukken’ tot aan ‘nu geen problemen meer’. Vaak was het een kwestie van de verkeerde verbindingen, verkeerde of geen licentie, computerprogramma’s die elkaar niet verstaan, iets verkeerd ingelezen perceelsgrenzen, dat soort dingen

Variabel spuiten

Zo lukte het NPPL‘er Pieter Van Leeuwen-Boomkamp in Nijkerk niet zijn suikerbieten variabel met bodemherbicide gespoten te krijgen. Nadat Akkerweb in eerst instantie voor grond zonder lutum geen taakkaart kon maken, kon de kaart toen die er eenmaal was, niet in de spuitmachine worden geladen. De tijd ging dringen, dus zat er niks anders op dan te spuiten met een vaste dosering over het gehele perceel. Nadat de praktische problemen waren opgelost kon de akkerbouwer op 18 mei zijn aardappelen wel variabel spuiten met bodemherbiciden.

‘In theorie werkt het misschien allemaal, bij ons in de praktijk loop je tegen allerlei dingen aan’

Van Leeuwen-Boomkamp: “De problemen waar we tegenaan liepen illustreren nu eens duidelijk dat precisielandbouwtechnieken helemaal niet zo praktijkrijp zijn als je vaak leest in de pers en in rapporten van de overheid. In theorie werkt het misschien allemaal, bij ons in de praktijk loop je tegen allerlei dingen aan. Eerst de onmogelijkheid om in Akkerweb voor hier op het zand de juiste taakkaart gemaakt te krijgen, dan het probleem dat ‘ie niet gelezen wordt. Ik krijg nu hulp uit Wageningen, maar wat als je er als akkerbouwer alleen voor staat… Dan snap ik die terughoudenheid onder akkerbouwers wel.”

Hulp bij uitrollen precisietoepassingen

Tijdens het NPPL-project krijgen de 6 geselecteerde akkerbouwers hulp uit Wageningen bij de uitrol van hun precisietoepassingen. Ze worden in de stappen die ze zetten bijgestaan door experts van de afdeling Agrosysteemkunde van Wageningen Plant Research.

Beoordeling van variatie in granulaattoediening tegen aaltjes. V.l.n.r. Akkerbouwer Nanne Sterenborg, Johan Booij en Thomas Been van Wageningen University & Research. - Foto: Jan Willem Schouten

Beoordeling van variatie in granulaattoediening tegen aaltjes. V.l.n.r. Akkerbouwer Nanne Sterenborg, Johan Booij en Thomas Been van Wageningen University & Research. – Foto: Jan Willem Schouten

Maar ook hun gebruikelijke adviseurs staan de NPPL‘ers bij. Bij van Leeuwen-Boomkamp hielp leverancier Mechan Groep vanzelfsprekend bij het operationeel krijgen van de precisiedosering door de demo-veldspuit die op het bedrijf voor NPPL wordt ingezet.

Rolmodel

Zo worden ook op de andere NPPL-bedrijven technieken uitgerold, komen eventuele strubbelingen naar voren die dan worden opgelost. Het gaat in het vierjarig NPPL-project niet alleen om het verder helpen van uitsluitend 6 deelnemers per jaar. Waar het om gaat is dat deze 6 akkerbouwers – en vanaf volgend jaar ook melkveehouders – als een rolmodel fungeren voor collega’s die min of meer in dezelfde positie verkeren.

Via de website proeftuinprecisielandbouw.nl en via de Facebook-groep Nationale Proeftuin Precisielandbouw is te volgen welke actie op de bedrijven wordt ondernomen als het gaat om precisielandbouw, welke kosten daarbij komen kijken, en welke problemen daarbij worden opgelost.

NPPL-deelnemer Martin de Meijer en zijn zoon Sten implementeren de datagegevens in het systeem van de trekker. - Foto: Peter Roek

NPPL-deelnemer Martin de Meijer en zijn zoon Sten implementeren de datagegevens in het systeem van de trekker. – Foto: Peter Roek

Verduurzamen van landbouw

Uitgangspunt van het door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gefinancierde NPPL-project is dat precisielandbouw boeren kan helpen teelten economisch en ecologisch te verduurzamen (verbeteren) en een rol kan spelen in vergroting van de voedselveiligheid van landbouwproducten. Concreet: als in een gewas zaaiuien bij de toepassing van bodemherbiciden bij de dosering rekening wordt gehouden met bodemomstandigheden, dan geeft dat een besparing op middel, dus een lagere milieubelasting en minder kans op residu in of op de ui. Verder is de kans groot dat – doordat de uienplanten per saldo minder gepest worden door bestrijdingsmiddel – van het perceel een grotere, uniformere partij uien komt dan wanneer met een vaste dosering over het hele perceel wordt gespoten.

Stomp 400 SC in uien

NPPL-deelnemer akkerbouwbedrijf Sturm in Ens in de Noordoostpolder heeft dit in de praktijk toegepast. Woensdagavond 2 mei werd een eerste perceel uien variabel bespoten met een bodemherbicide. De dosering van het middel Stomp 400 SC werd gebaseerd op de zwaarte van de grond. Of meer concreet: op het percentage lutum. Hoe lichter de grond, hoe lager de dosering van het middel. Uit een bodemscan die vooraf werd uitgevoerd blijkt dat er een verschil in afslibbaarheid tussen de zwaarste en de lichtste plek in het 7 hectare grote perceel van 3% is. Het percentage organische stof is overal op het perceel nagenoeg gelijk; het varieert tussen 2,0 en 2,1.

0,7 en 0,56 liter per hectare

Startpunten voor de variatie waren de vaste dosering van 0,7 liter per hectare, die Sturm normaal gesproken hanteert, en een variatie in die dosering van 20%. Dat komt dan neer op een variatie tussen 0,7 en 0,56 liter per hectare. “Die 0,7 die wij altijd al toepassen is op zich al aan de lage kant”, licht Koos Sturm toe. “Het normale advies is 1 liter per hectare. Met nu tot maximaal onder de 0,7 te gaan zitten, zoeken we de grens op. Met hoe weinig kun je op de lichtste plekken toe?” Als 0,56 liter per hectare te laag blijkt te zijn, is er in de ogen van Sturm nog geen man overboord. “We hebben zo nodig bij volgende bespuitingen nog wel correctiemogelijkheden.”

Mooier gewas

Qua kostenbesparing brengt de variabele plaatsspecifieke dosering van Stomp weinig. De kostenbesparing is maar ongeveer € 1,30 per hectare. Ook met de bespuitingen die volgden, bleef het voordeel onder de 2 tientjes. “Dat is ook niet waar we de winst van verwachten”, zegt Sturm. “Ik hoop vooral op minder schade aan de uien, dus een mooier gewas met een hogere opbrengst.”

Maar hier en ook bij andere NPPL-deelnemers geldt dat ze ervan overtuigd zijn dat precisielandbouw niet ‘over’ gaat. Ook al zou het laatste stukje precisielandbouw niet renderen, dan draagt het altijd nog bij aan de licence to produce.

Max Sturm: “We willen wil ons bedrijf toekomstbestendig houden. Wat nu misschien nog niet nodig is, kan dat straks wel worden, zeker op het gebied van duurzaamheid.”

NPPL breder in 2019

NPPL is een vierjarig project. Ieder jaar worden nieuw precisietoepassingen opgenomen en op nieuwe bedrijven aan praktijkomstandigheden getoetst. Waar nodig blijven ook de huidige zes bedrijven gevolgd worden.

Volgend jaar nieuwe precisietoepassingen dus. NPPL-projectleider Corné Kempenaar roept akkerbouwers, vollegrondstelers, melkveehouders en loonwerkers op om met ideeën te komen voor 2019.

“Welke 6 precisielandbouwtoepassingen moeten we in 2019 prioriteren? Het mogen toepassingen zijn in alle open teelten die Nederland kent, dus ook graslandtoepassingen. Hou even in gedachten dat het geen onderzoek mag zijn in NPPL, maar toepassingen die in principe al eens ergens aangetoond zijn op uitvoerbaarheid en meerwaarde. Denk gerust ook out of the box. Mijn akkerbouwende broer sprak me laatst aan dat sturen op zekerheden als een satellietbeeld relatief makkelijk is. Sturen op onzekerheden is veel moeilijker. Het weer is zo’n onvoorspelbare factor. Dus graag jullie goede ideeën. Hoe eerder hoe liever. Soms is het namelijk nodig om op een bedrijf al ruim voor het feitelijke groeiseizoen de eerste voorbereidingen te treffen.” Komend najaar volgt de mogelijkheid voor bedrijven om zich aan te melden voor NPPL 2019.

NPPL helpt boeren en tuinders verder

Precisietechnieken blijken op het akkerbouwbedrijf minder praktijkrijp dan het praktijkrijp waarmee ze in de markt zijn gezet. Van ‘plug and play’ is veelal geen sprake. Het project Nationale Proeftuin Precisielandbouw helpt boeren en tuinders verder met het toepassen van deze technieken. Wageningse experts helpen 6 akkerbouwers om op hun bedrijf concreet aan de slag te gaan met toepassingen van precisielandbouw.

NPPL heeft als doel:

  • opbrengsten te verhogen
  • kosten te verlagen
  • milieubelasting te verminderen
  • de voedselkwaliteit te verbeteren

Selectie van de deelnemers

De 6 deelnemers zijn geselecteerd. Belangrijk criterium bij de selectie was – naast serieuze interesse in precisielandbouw en regionale spreiding – dat de deelnemers rolmodel zijn voor alle andere telers in Nederland.

De NPPL-selectie is qua precisielandbouw niet de absolute kopgroep, bestaande uit een handvol fanatiekelingen. De 6 deelnemers zitten echter wel in de voorhoede van het peloton. Ze willen vooruit. Van de stappen die deze ondernemers zetten, kunnen anderen veel leren.

Voor 2018 gaat het om:

  • Bart van Loon in Slootdorp (N-.H.)
  • Max Sturm in Ens (Fl.)
  • Nanne Sterenborg in Onstwedde (Gr.)
  • Pieter van Leeuwen-Boomkamp in Nijkerk (Gld.)
  • Daniël Cerfontaine in Berg en Terblijt (L.)
  • Martin de Meijer in Hoek (Zld.)

Volg de NPPL’ers via de website proeftuinprecisielandbouw.nl. Lees en bekijk de probleemstelling, de stappen die de deelnemers zetten en de resultaten daarvan. Welke moeilijkheden moeten zij overwinnen en met welke inspanningen of kosten gaat dat gepaard? Om te reageren of om anderszins een bijdrage te leveren kunt u zich aanmelden voor de besloten Facebook-groep Nationale Proeftuin Precisielandbouw.

Share this

Afbeelding
Leo Tholhuijsen

Freelance redacteur akkerbouw

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin