Doorgaan naar artikel

De discussie: zonneparken op land- en tuinbouwgrond

Zonneparken zijn populair. Projectontwikkelaars benaderen boeren om hun grond beschikbaar te stellen. Wat voedt de discussie omtrent zonneparken op landbouwgrond en wat hebben projectontwikkelaars te bieden?

Duurzame energie en met name zonnepanelen zijn populair. Berichten over de opzet van grootschalige zonneparken zijn niet meer weg te denken. Zonne-energie wordt gezien als een goede optie om bij te dragen aan duurzamere energievoorziening. Het wordt ook genoemd als bijdrage aan de klimaatdoelstellingen van het kabinet.

Provincies, gemeentes en particulieren houden zich bezig met het plaatsen van zonnepanelen, op daken én op gronden. In mei berichtte de NVDE, de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, dat er op zeker 28 plekken in Nederland grote zonneparken worden gerealiseerd. Dit bleek uit cijfers van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).

Landbouwgrond voor energie of voedsel

Met name projectontwikkelaars zoeken grond om zonneparken op te plaatsen. Hiervoor worden ook boeren en tuinders benaderd. In het klimaatverdrag van Parijs staat echter dat duurzame energie de voedselproductie niet in het geding mag brengen. Dit is dan ook het onderwerp van discussie. De vraag ontstaat of landbouwgrond moet worden ingezet om zonneparken te realiseren in plaats van voedsel te produceren. LTO Nederland is tegen de inzet van landbouwgrond voor zonneparken en vindt dat eerst alle daken moeten worden benut. Naast kritiek is er ook interesse. Boeren melden zich bij projectontwikkelaars omdat ze hun grond beschikbaar willen stellen. Jaap Baarsma van de brancheorganisatie HollandSolar bevestigt dit. “Terwijl sectororganisaties tegen zonneparken zijn, zien wij veel interesse onder boeren.”

Projectontwikkelaars

Projectontwikkelaar Tomorrow Energy communiceerde eerder de ambitie 500 hectare grond in Nederland te zoeken voor het plaatsen van zonneparken. Mark Kok van Tomorrow Energy zegt dat gronden die bijvoorbeeld braak liggen en toch al niets opbrengen, in eerste instantie de voorkeur hebben. Hij benadrukt daarbij ook de voordelen voor de boer: “Iets dat geen geld oplevert, wordt financieel interessant. Een hectare levert ongeveer tussen de € 3.000 en € 5.000 per jaar op.” De vergoedingen zijn afhankelijk van de grootte van het stuk grond, de beschikbare netaansluiting en de periode van het contract.

Een zonnepark in Duitsland. In Nederland worden boeren steeds vaker benaderd om hun grond beschikbaar te stellen voor zonneparken. Foto: Jens Wolf

Een zonnepark in Duitsland. In Nederland worden boeren steeds vaker benaderd om hun grond beschikbaar te stellen voor zonneparken. Foto: Jens Wolf

‘Het is onvermijdelijk om landbouwgrond te gaan gebruiken voor het opwerkken van zonne-energie’

Tijdelijke bestemming

Mark Straver van Lightsource, een zonne-energiebedrijf dat is opgestart in Groot-Brittannië en nu ook zijn pijlen richt op Nederland, snapt de discussie. Hij zegt dat het echter onvermijdelijk is om uiteindelijk landbouwgrond te gaan gebruiken voor zonneparken. “Zonneparken zullen onderdeel van het landschap worden, net als elektriciteitsmasten of windmolens. Er zit nog veel potentie in daken, maar om de klimaatdoelstellingen te halen is ook grond nodig. In eerste instantie gaat dan de voorkeur uit naar minder vruchtbare gronden.” Straver noemt het een voordeel dat grond waarop zonnepanelen worden geplaatst een tijdelijke bestemming krijgt. “Na de contractperiode krijgt de grond weer de bestemming landbouw terug.”

Maatschappij en risico’s

Kok en Straver benadrukken beiden de rol van projectontwikkelaars in de maatschappelijke betrokkenheid. Kok: “We geven bij de projecten die wij opzetten de zogenoemde ‘social return’. We zorgen voor ruimte voor bijvoorbeeld bijen en weidevogels.”

Ook Straver noemt de maatschappelijke betrokkenheid als belangrijk punt. “We willen de lokale bevolking er zo veel mogelijk bij betrekken. Als zij aangeven bouwactiviteiten te willen uitvoeren, de panelen te willen wassen, schapen te willen houden of het gras te willen maaien, graag! Daar staat natuurlijk wel een vergoeding tegenover. Het initiatief van honingproductie op onze parken krijgt ook veel positieve reacties.” Educatie is voor beide projectontwikkelaars ook een aandachtspunt. Schoolklassen komen bijvoorbeeld naar de zonneparken om uitleg te krijgen over duurzame energie.

‘Risico’s voor de grondeigenaar zijn er eigenlijk niet’

Risico’s grondeigenaren

Veel boeren zien risico’s in het plaatsen van zonneparken. De beslissing agrarische grond te verhuren ten behoeve van een zonnepark kan gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Een overzicht van alle risico’s en een goede overweging zijn dan ook van belang. Over de risico’s zegt Kok het volgende: “Risico’s voor de grondeigenaar zijn er eigenlijk niet. Ons bedrijf kan in principe niet failliet gaan, want voor elke 50 hectare zonnepark maken we een aparte bv. Mocht dit toch het geval zijn, dan biedt de waarde van de panelen en voorzieningen een goede waarborg voor de verhuurder.” Ook is de huurovereenkomst overdraagbaar en dus kan deze worden overgedragen aan een andere partij, aldus Kok.

Landbouwactiviteiten onder zonnepanelen

Baarsma van HollandSolar noemt dat landbouwgrond één van de laatste opties op de ‘solar-ladder’ zou moeten zijn voor het plaatsen van zonneparken. “Daken, overschietende ruimtes naast bijvoorbeeld snelwegen of landingsbanen en braakliggend terrein moeten in eerste instantie de voorkeur hebben.” Volgens hem is het echter ook onvermijdelijk om landbouwgrond te gebruiken voor het opwekken van zonne-energie. “De eerste opties op de ‘solar-ladder’ zijn in kwantiteit niet genoeg om de energiedoelstellingen te halen”. Daarnaast vindt hij dat men ook moet kijken naar de mogelijkheden voor het combineren van zonneparken en landbouw. Het initiatief hiervoor ligt volgens hem onder andere ligt bij de agrarische sector. Ook kan de sector bijvoorbeeld gemeentes ondersteunen in het maken van keuzes waar de zonneparken moeten komen. “Boeren weten vaak beter welke grond het meest geschikt is voor voedsel of zonnepanelen.”

Daken, overschietende ruimtes naast bijvoorbeeld snelwegen of landingsbanen en braakliggend terrein moeten in eerste instantie de voorkeur hebben om zonnepanelen op te plaatsen, volgens HollandSolar. Foto: AFP

Daken, overschietende ruimtes naast bijvoorbeeld snelwegen of landingsbanen en braakliggend terrein moeten in eerste instantie de voorkeur hebben om zonnepanelen op te plaatsen, volgens HollandSolar. Foto: AFP

Prijsvraag voor innovatief ontwerp

De discussie gaat ook aan RVO.nl niet voorbij. De Rijksdienst organiseerde een prijsvraag waarbij werd opgeroepen een innovatief ontwerp te bedenken voor een agrarisch zonnesysteem: hoe combineer je een zonnesysteem met de agrarische functie van het land? Twaalf ideeën werden gepresenteerd tijdens het zonne-energiecongres Sunday. De drie best beoordeelde concepten krijgen bij de verdere uitwerking ondersteuning. Het idee dat de publieksprijs gewonnen heeft, is een systeem met verticale panelen die aan twee zijden energie opwekken. Door de verticale positionering is het verlies aan landbouwgrond minimaal. Daarnaast is er de mogelijkheid om over de constructie gaas, regenkappen of klimaatfolie te plaatsen om het gewas te beschermen.

Proef in Duitsland

Uit een proef van het Duitse Fraunhofer-Institut blijkt dat een zonnepark en landbouwactiviteiten prima gecombineerd kunnen worden. Afgelopen jaar is een systeem getest met zonnepanelen op een 5 meter hoog frame met een grotere tussenruimte dan gebruikelijk. Hierdoor dringt voldoende licht door om gewassen te telen en kunnen machines onder de panelen door rijden.

Proeflocatie

Op de proeflocatie werden afgelopen jaar wintertarwe, aardappelen, knolselderij en klaver geteeld. De eerste oogst betekende een opbrengst van een vijfde minder dan gemiddeld voor alle gewassen, uitgezonderd klaver. Voor klaver was de opbrengst 5% minder. Vanwege de opstelling was ook de opbrengst van de zonnepanelen minder dan bij een ‘regulier’ zonnepark. Oogst en zonnepark moeten dus beide iets inleveren in opbrengst, maar per gebruikt oppervlakte levert het meer op dan een zonneweide en akker afzonderlijk.

Volgens velen wordt het gebruik van landbouwgrond voor zonne-energie onvermijdelijk in de toekomst. Of landbouwgrond beschikbaar gesteld moet worden aan zonneparken is onder andere een keuze van de individuele boer. Een goede afweging van alle factoren die meespelen is belangrijk.


Hernieuwbare energie en SDE+ subsidie: de cijfers

Hernieuwbare energie maakt nog maar zo’n 6% uit van het totale energieverbruik in Nederland en zonne-energie maakt nog maar 0,3% uit van het totale energieverbruik. Hier zit echter wel een stijgende lijn in.

Waar ook een stijgende lijn in zit, is het aantal aanvragen voor een SDE+-(Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie)subsidie. Deze subsidie wordt beschikbaar gesteld door het Ministerie van Economische Zaken en klimaat en stimuleert de ontwikkeling van duurzame energievoorziening in Nederland. In 2017 waren er twee openstellingsrondes: voorjaar en najaar. Het budget voor de najaarsronde was € 6 miljard. Het totaal aangevraagde subsidiebudget bedroeg bijna € 10 miljard met 5.456 aanvragen voor zonne-energieprojecten. In het voorjaar van 2017 waren dat 4.485 aanvragen en een jaar eerder in 2016 waren dat nog 3.104 aanvragen.


Mogelijke plaatsen zonneparken in beeld

De website van de Nationale EnergieAtlas brengt in beeld waar in Nederland potentie is om zonnepanelen in veldopstelling te plaatsen. Er is onderscheid gemaakt tussen kleine terreinen, middelgrote terreinen en grote terreinen van 0,5-1 hectare, 1-3 hectare en 3 hectare en groter. Gebieden die tot Natura2000 behoren zijn uitgesloten. Per locatie kan worden bekeken wat het plaatsbare schaduwvrije vermogen is, uitgaande van schaduwvrije velden en 0,65 megawattpiek vermogen per hectare grond. Deze stroomopbrengst kan tussen de 150 en 200 huishoudens per jaar voorzien van stroom. Ook is de verwachte jaarlijkse opbrengst in kWh is te zien, net als het aantal huishoudens dat kan worden voorzien van groene stroom door deze opbrengst, ervan uitgaande dat het verbruik per huishouden 3.300 kWh is. De mogelijkheden die worden getoond, houden geen rekening met ‘politieke voorkeuren of richtlijnen van gemeenten dan wel provincies, dan wel de wenselijkheid van zonnevelden op landbouwgronden’.


Visie Rabobank op zonneparken

Hans van den Boom, sectormanager Duurzame Energie bij Rabobank, ziet de afgelopen twee jaar een toename in het aantal financieringsaanvragen voor zonneparken. Waar eerst de stijging vooral te zien was in aanvragen voor zonnepanelen op daken in kleinere omvang, nam de hoogte van het financieringsbedrag de laatste jaren steeds meer toe. Bij de aanvragen voor zonneparken wordt door Rabobank niet gekeken naar de locatie van het plan op zich. “Wel wordt eventuele maatschappelijke weerstand tegen het zonnepark, al dan niet dan niet over het feit of het op landbouwgrond geplaatst zal worden, meegenomen in de toewijzing van de financiering.”

Van den Boom is van mening dat er betere afspraken nodig zijn over waar zonneparken geplaatst mogen worden en over wat duurzaam is. “Energiegewassen leveren per hectare vaak niet meer dan 10% van wat zonnepanelen opbrengen. Over wat we gaan doen op welk stuk land, moeten afspraken gemaakt worden.” Volgens van den Boom stuurt de SDE-subsidieregeling nu enkel op kostprijs en bepaalt de overheid daarmee welke vorm van duurzame energie het meest kan groeien. “Hierdoor wordt onvoldoende meegenomen welke vorm van duurzame energie uiteindelijk echt duurzaam is.”

Share this

Afbeelding
Carolien Kloosterman

Voormalig redacteur Food&Agribusiness

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin