Doorgaan naar artikel

Tuinbouwtoekomst voorspellen moeilijk maar doenbaar

Bent u de teler van de toekomst? Dat zal in 2040 moeten blijken: kijken of uw bedrijf er dan nog steeds staat. Maar al op 8 november, op het eerste Nationaal Groente en Fruit Congres in Gorinchem, nodigen we u uit mee te kijken naar ontwikkelingen die de tuinder voor een toekomst tot en voorbij 2040 niet over het hoofd mag zien.

In 1993 bracht het LEI het rapport ‘Visie op de toekomst van de Nederlandse glastuinbouw’ uit. Een blik op het toen nog verre jaar 2015. Even gewaagd als lastig. Zo voorzagen de voorspellers langs de toen langzaam omhoog lopende lijn een areaal dat de grens van 12.500 hectare wel zo ongeveer zou hebben overschreden. Het ging juist de andere kant op en zakt wellicht binnenkort onder de 9.000 hectare.

De schaalvergroting per bedrijf werd juist wat onderschat. In 2015 zou je met 7,5 hectare glas een flinke kerel zijn, al zouden er ook écht grote bedrijven zijn van 15 of 20 hectare. Dat ging allemaal een stuk sneller en verder.

Waar blijven de oogstrobotten?

Veel minder hard dan gedacht is het gegaan met de plukrobot, die tegen deze tijd al het werk wel zou doen. En meervoudig ruimtegebruik (een kas bovenop de centrale werkruimte) was toen erg hot, maar sindsdien niet of nauwelijks in praktijk gebracht. Ook van de door het LEI ingeschatte Europese regulerende heffingen op energie en gewasbeschermingsmiddelen is het niet gekomen.

Het LEI voorzag zijn toekomstbeeld ook van een afzetdeel. De voorspelling dat er in 2015 nog maar twee veilingen zouden zijn (Westland en Aalsmeer) bleek aan de groentekant wel heel ernstig misgegrepen. Maar de modeltuinder maakt wel weer deel uit van een niet onrealistisch aanvoelende ‘telerscombinatie’ die voor AH teelt.

Eigen merk in AH-winkels?

Dat de teler met trots ziet dat zijn producten onder zijn eigen merk in Nederland, Duitsland en België in de AH-winkels ligt, als enige merk naast het huismerk van de winkelketen zelf, dat is dan weer minder werkelijkheidsgetrouw ingeschat. Zeker gezien het feit dat dat merk Biogrow heet en het moet hebben van de onderscheidend milieuvriendelijke teeltwijze. Het enige merk dat dat dat al kon en nu nog steeds als enige kan is het biologisch keurmerk.

Voor de vollegrond en het fruit zou het net zo moeilijk zijn om een kwart eeuw vooruit te kijken. Wie zou eind vorige eeuw de hoge vlucht hebben kunnen voorspellen die precisielandbouw ging nemen? En wie weet wat er nu klopt van de scenario’s in de huidige toekomstvoorspellingen? De toverwoorden voor de wereld in het algemeen en de tuinbouw in het bijzonder zijn even hemelbestormend als onheilspellend. Het is maar net hoe je er tegenaan kijkt.

Wereld als afzetmarkt

Globalisering en internationalisering bijvoorbeeld. In het LEI-rapport van 1993 was het toppunt van internationalisering dat in 2015 de Nederlandse modeltuinder namens zijn telerscombinatie in overleg zou gaan met Belgische collega’s om de Franse markt te kunnen gaan bewerken.

Nu reist het Nederlandse tuinbouwbedrijfsleven jaar in jaar uit alle continenten af. Met een lichte voorkeur voor Oost-Azië en Noord-Amerika. Afrikaanse landen doen ook wel mee in de lijstjes van snelst groeiende economieën. Maar het blijft ook onrustig in dit werelddeel. Voor het Midden-Oosten geldt dat nog sterker, alle lonkende oliedollars ten spijt.

Nederland zet hoog in. De wereldproblemen rond schaarste van voedsel, water en energie kunnen zo groot niet zijn of de Nederlandse tuinbouw heeft er oplossingen voor. Hoogtechnologische oplossingen, maar met wel degelijk een rol voor de goeie ouwe tuinder. Want een hightech bedrijf neerzetten en overlaten aan lokale agrarische praktijkkennis, dat werkt ook niet. De Nederlandse tuinder zal dus ook wereldwijd actief zijn. Fysiek de wereld rondreizen dus, óf virtueel bedrijven van praktisch advies voorzien.

Big data en digitalisering

Tenzij de scenario’s van snel slimmer wordende algoritmes de computer toch een voorsprong gaan bezorgen op menselijke kennis en kunde. Data uitlezen van sensoren in kassen en aan planten, data van satellieten boven akkers, data van computers die dag na dag, maand na maand en jaar op jaar alle registraties van teelthandelingen en omgevingsfactoren gevoed krijgen, dat kun je lang aan de met die technologie meegroeiende tuinder overlaten. Maar zal uiteindelijk een computer al die gegevens toch niet beter kunnen vertalen in de handelingen die nodig zijn nu en de komende dagen en weken?

Wat we nu nog scharen onder de noemer Big Data heeft de wereld en ons kijken ernaar de afgelopen 25 jaar al grondig veranderd. Veel meer dan het LEI in 1993 – toen e-mail nog een wondertje was – kon bevroeden. En als er niet een revolutionaire tegenbeweging ontstaat, dan zal digitalisering de komende 25 met steeds grotere sprongen onze wereld nóg veel grondiger gaan beïnvloeden.

Online boodschappen doen

Denken en voorspellen langs bestaande lijnen wordt door alle nu al lastig met ons mensenbreintje te omvatten digitale mogelijkheden alleen maar hachelijker. Nu gaat verkoop van groente en fruit bijvoorbeeld nog voor 80% langs de fysieke winkels van een klein aantal retailers. Een gang van zaken waar tuinders zo hun bezwaren tegen hebben. Vandaar dat een toekomstscenario met consumenten die massaal online precies dat gaan bestellen wat ze willen, in plaats van dat ze een keuze moeten maken uit het veel smallere aanbod in winkels met beperkte fysieke ruimte, tuinders boeit.

De kans echter dat in die online toekomst iedereen overal en nergens zal gaan bestellen is ook weer niet zo groot. De tuinder als baas van zijn eigen keten rechtstreeks naar de eindklant, zonder almachtige tussenschakel, dat lijkt onwaarschijnlijk. Ook online sluiten mensen zich immers graag aan bij grote platforms. Hyves ging ten onder, Facebook wordt alleen maar groter.

En groter. Tot er een nóg groter platform overheen gaat. In vers zijn het ook al de giganten van het online shoppen die zich roeren, zoals Amazon en Alibaba. Daarbij vergeleken zullen tuinbouwbedrijven – hoe hard ze ook aan schaalvergroting doen – altijd klein blijven.

3D voedsel printen

Misschien is er ook wel zo’n groot en machtig platform nodig om het ei van Columbus te vinden voor de eindeloos gecompliceerde puzzel van de fijndistributie van vers voedsel tot in de straat, tot in de keuken, tot in de koelkast van de individuele online-consument.

Misschien wordt decentrale teelt tot in elke stadswijk wel het antwoord op de problemen die de distributie van vers voedsel in de steeds verder uitdijende megasteden met zich mee zal brengen. Stadslandbouw en stadstuinbouw niet door idealistische hobbyisten, maar door hoogtechnologische professionals – uw zoon of uw kleindochter? Of uiteindelijk toe naar een nu nog onvoorstelbare vorm van 3D-printen van elk ooit veredeld groenteras of fruitmutant, met ons eigen huisvuil als grondstof? Maar dan hebben we het niet over 2040 of 2050. Dan gaan we meer in de richting van the year 2525.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin