Doorgaan naar artikel

‘Energie staat centraal in de aubergineteelt’

“Vanwege de hoge energieprijzen proberen we zo min mogelijk energie te verbruiken zonder veel concessies te doen aan onze gebruikelijke teeltstrategie. Ik schat in dat we zo’n 10 tot 15 % besparing realiseren ten opzichte van eerdere jaren”, zegt Martijn van Onselen, teeltmanager van Van Onselen Aubergines in ‘s-Gravenzande.

Voor de start van de teelt half december heeft de plantenkweker een mooie aubergineplant (ras Tracey) afgeleverd. “Alleen bij het planten was het redelijk koud weer. Verder is het deze winter tot nu toe zacht en donker weer. Het laatste weekend van januari was het echter mooi zonnig. De vooruitzichten voor februari zijn dat de lichtinstraling beter wordt.”

Maximum buistemperatuur

Door het zachte en donkere weer in januari kon het energiedoek overdag relatief makkelijk open. Hierbij is de maximum buistemperatuur wat teruggeschroefd ten opzichte van andere jaren. “Op zulke dagen ligt de maximumbuis meestal rond de 45 graden. De stooktemperatuur wordt dan dikwijls niet gehaald. Dit zien we echter niet als een probleem. Door het weinige licht ga je toch al makkelijk te snel. Wij realiseren dus niet zozeer een besparing door meer schermuren te maken, maar door de warmte bewuster in te zetten en kritischer om te gaan met de minimum en maximum buistemperaturen. Wellicht missen we wel wat snelheid ten opzichte van andere jaren. Maar voor nu zijn we zeer tevreden”, vertelt de teeltmanager.

Interen op vochtgehalte en voeding

“We proberen ook in te teren op het vochtgehalte en voeding in de steenwolmat. Maar de plant onttrekt dit jaar tot nu toe minder voeding dan we gewend zijn. Dit zal te maken hebben met het donkere weer en de lagere energie-input.” Vanaf 28 januari wordt iedere dag minimaal 1 druppelbeurt met water en voeding gegeven. Tot die tijd was de mat behoorlijk ingeteerd. Van Onselen: “Het vochtgehalte is nu 55% en dat is wat we willen.”

Eerste aubergineoogst

Half januari kwamen de eerste bloemen. Na de bloei zaten in week 4 de eerste aubergines aan de plant, waarmee in week 6 de oogst mondjesmaat is begonnen. In week 7 wordt het eerste zetsel er helemaal afgeoogst. Op het gewas bloeien de volgende bloemen. Van Onselen kijkt naar de plant, die het tempo bepaalt. “Er komt nu een periode aan waarbij we goed moeten letten op teelttempo, plantbelasting en zetting. We hebben straks in de loop van februari nog een relatief kleine plant met een behoorlijke plantbelasting. Het is dan van belang dat we het oogstgewicht, oogstfrequentie en teelttempo goed op elkaar afstemmen. We willen de plant immers mooi in balans houden, maar wel de zetting goed houden.”

Het is voor de plantbalans van belang dat oogstgewicht, oogstfrequentie en teelttempo goed op elkaar worden afgestemd. - Foto: Harry Stijger

Het is voor de plantbalans van belang dat oogstgewicht, oogstfrequentie en teelttempo goed op elkaar worden afgestemd. – Foto: Harry Stijger

Preventief zwavelen tegen meeldauw

Vanaf het begin van de teelt is er iedere nacht een paar uur gezwaveld tegen meeldauw. In week 5 is dat afgebouwd, omdat in week 6 de roofmijt Transeius montdorensis tegen witte vlieg, trips en een spintje wordt uitgezet. “Natuurlijke vijanden houden niet van zwavel. Maar we blijven wel preventief 2 keer per week in de nacht een paar uur zwavelen tegen meeldauw.”

Eind december en begin januari zijn er 3 ronden gespoten met Vertimec in combinatie met een ander middel tegen spint, witte vlieg, wolluis en rupsen om schoon aan de biologische gewasbescherming te kunnen beginnen. “We zijn hartstikke schoon.”

Auteur: Harry Stijger

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Martijn van Onselen

teelt aubergines als teeltmanager bij Gebr. Van Onselen in 's-Gravenzande

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin