Doorgaan naar artikel

‘Meer aubergineproductie verwacht’

“We gaan met een spontaan gewas de tweede helft van het seizoen in, waardoor we een goede najaarsproductie verwachten”, zegt Martijn van Onselen, teeltmanager bij Van Onselen Aubergines in ‘s-Gravenzande.

Half december is het aubergineras Tracey geplant op steenwolmatten. Per plant zijn 3 stengels aangehouden, wat neerkomt op 5,25 stengels per vierkante meter. “We hebben een mooie plant binnengekregen en de weggroei, winter- en voorjaarsproductie was goed. Deze winter hebben we een mooie generatieve plant kunnen neerzetten. Het voorjaar is koud en nat geweest met donkere periodes, wat een uitdaging was om het gewas gezond en ziektevrij te houden. Dat is op zich goed gelukt. Wel hebben we last van echte meeldauw gehad. Hiertegen hebben we met Frupica gespoten. Meeldauw is nu geen probleem meer.”

Van Onselen Aubergines beschikt over 4 locaties in het Westland, waar in totaal 14 hectare aubergines worden geteeld. Het bedrijf produceert van begin februari tot begin november aubergines.

In vergelijking met voorgaande jaren telen we iets luchtiger en stoken we de dag wat minder door

Periode met goede teeltomstandigheden

Van Onselen: “Na de koude en natte voorjaarsperiode hebben we in de eerste weken van juni veel zon gehad. We kregen deze instraling echter niet omgezet in de productie die je hierbij zou verwachten. Dit zal te maken hebben met de wisselende omstandigheden, waaronder deze vruchten zijn aangemaakt.”

In de voornacht ligt de stooktemperatuur op 16 graden Celsius en de luchttingstemperatuur op 17 graden. Op een donkere dag gaat dit 3 uur voor zonsondergang in en op een zonnige dag een half uur na zonsondergang. Dit zijn de uitersten. De voornacht eindigt om 00.30 uur en dan bouwt de temperatuur weer op naar 20 graden tot een half uur voor zonsopgang. Op de dag mag afhankelijk van de instraling de stooktemperatuur stijgen naar maximaal 27 graden stooktemperatuur en maximaal 28 graden luchttingstemperatuur. “In vergelijking met voorgaande jaren telen we iets luchtiger en stoken we de dag wat minder door.”

Het ene ras is het andere niet

“Voor de Tracey teelden we het ras Beyonce. Een prima ras, maar je moest het wel anders telen dan Tracey. Beyonce moest echt generatief worden gestookt en het hele jaar lieten we er een behoorlijk extreem klimaat op los. Bij Tracey is dat toch wat minder nodig. Doordat we het gewas nu iets spontaner hebben weten te houden, hopen we beter de tweede helft van het seizoen in te gaan en verwachten we een hogere najaarsproductie, wat essentieel is voor aubergines. We hebben Tracey op zich goed in de vingers, maar we denken dat er in die periode nog wel wat extra te halen is”, aldus Van Onselen.

Flinke tripsdruk

In een gedeelte van de kas was er begin mei een behoorlijk probleem met trips, omdat de roofmijt Transeius montdorensis aanzienlijk was afgenomen. Door extra inzet van zakjes met deze roofmijt en extra roofwantsen Orius en Macrolophus is het onder controle gekomen. “Na een maand zagen we een omslagpunt. Het gewas werd weer groener en groeide er doorheen.” Door het uitzetten van Macrolophus worden ook nauwelijks behaarde wantsen gezien.

In een ander gedeelte van de kas is met Neemazal gespoten, wat preventief werkt tegen behaarde wantsen. Spint, luis, witte vlieg en rups zijn onder controle.

Auteur: Harry Stijger

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Martijn van Onselen

teelt aubergines als teeltmanager bij Gebr. Van Onselen in 's-Gravenzande

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin