Doorgaan naar artikel

‘Paprikaplant loopt op zijn tenen’

Met hoge kastemperaturen zijn brandplekjes op paprikavruchten niet te voorkomen, zegt paprikateler Geert van de Sande.

De klimaatcomputer bij Nieuwkoop Paprika’s in Nootdorp geeft begin week 22 een buitentemperatuur aan van net boven 29 graden. Ook de kastemperatuurmeting geeft tot meer dan 30 graden aan. Het warme, zonnige weer heeft wat brandplekjes op vruchten veroorzaakt. Geert van de Sande: “Het scherm gaat voor 80 tot 85% dicht tegen felle instraling. Maar onder de strook die open blijft, worden vruchten toch 40 tot 45 graden. Als de temperatuur in de kas oploopt naar meer dan 30 graden, ontkom je daar niet aan.”

Bij een dubbel scherm kun je de twee doeken tegen elkaar in dicht trekken, maar die paar keer per jaar dat een aantal vruchten echt zo warm wordt, is te weinig om alleen daarvoor te investeren in een dubbel doek.

Gevoelig voor brandplekjes

“Het zijn maar een paar dagen dat je brandplekjes oploopt. Maar je hebt er daarna wel een paar weken lang last van.” Hoe sterk het schadelijke effect is, wordt pas bij de oogst pas duidelijk. “Tot nu toe valt het nog wel mee, maar Maranello is er wel gevoelig voor.”

De daksproeiers worden ook ingezet. Het brengt de kastemperatuur misschien maar een enkel graadje verder naar beneden, maar het kan net helpen om het aantal brandplekjes te verminderen.

Hoge temperaturen

“We draaien etmalen van net boven 25 graden. Daar is een paprikaplant niet gelukkig mee. Boven de 23 graden kom je in de gevarenzone. De bloemkwaliteit gaat dan achteruit. Bovendien bevordert het ook de zetting niet”, zegt Van de Sande.

Het gewas vraagt onder zulke warme omstandigheden veel water. “Op dit soort dagen ga je zeker naar 7 liter per vierkante meter. Soms is het zelfs niet verkeerd om in de na-avond nog een beurt te geven. Met de ramen lang wagenwijd open, kunnen de planten dan nog wel een slokje gebruiken.”

Het valt niet mee om de CO2-concentratie op peil te houden, met ramen die veel open staan. “Er wordt soms wel gezegd dat het gewas toch niet veel meer doet, en dus wel zonder CO2 kan. Maar wij proberen toch voldoende te blijven geven.”

Kans op binnenrot minimaliseren

In deze periode probeert Van de Sande het nog zo koel mogelijk te houden in de kas. Bij koelere weersomstandigheden houdt hij een nachttemperatuur van 18 graden aan. Daarbij stookt hij altijd naar 21 graden op. Het ’s morgens tijdig op temperatuur zijn en het heel rustig opbouwen van de temperatuur met 1 graad per 2 uur, vormen bij van de Sande de belangrijkste maatregelen om binnenrot te voorkomen. “Als het eenmaal middag is, en de plant- en vruchttemperatuur zijn hoog genoeg, dan gebeurt er niets meer. Maar als de planttemperatuur 18 graden is en de ruimtetemperatuur loopt al op naar 20 graden, wordt het gevaarlijk.”

Hoge plantbelasting

De plantbelasting is momenteel best hoog. “Bij de tellingen komen we zonder moeite boven de 40 vruchten per vierkante meter uit. Voor Maranello is dat vrij hoog. Het gewas heeft daarom nu wat moeite met zetten. Als de energiebelasting wat gaat afnemen, zie je weer neiging om wat te zetten. Veel zal dat niet zijn. De plant loopt echt op zijn tenen.”

Sorteercapaciteit

De grofheid van de paprika’s is goed, vindt Van de Sande. “Al zouden we ze wel ietsje fijner willen hebben. Als je boven de 221 gram komt, gaat alles in dozen. Met een maatje kleiner gaan er meer paprika’s in poolfust. Je sorteercapaciteit gaat dan behoorlijk omhoog.” Vanwege de hoge plantbelasting verwacht de teler echter dat de plant zelf wel gaat regelen dat de vruchten ietsje fijner gaan worden.

Zo veel mogelijk biologisch

Qua plagen is het over het algemeen vrij rustig. Er zijn wel enkele luisjes te vinden, maar ook veel geparasiteerde. Van de Sande: “We willen zo veel mogelijk biologisch blijven doen. Dan moet je soms een paar vruchten met luis tolereren en schoonspuiten. Als je direct ingrijpt, loop je tegen je biologische programma aan. Dus probeer ik het spuiten zo lang mogelijk uit te stellen.”

Last van rupsen

Op één tuin heeft het gewas wel behoorlijk last van rupsen. “Daar is al 6 keer gespoten. Maar op de tuinen direct ernaast hebben we pas 1 keer hoeven spuiten.” Wat meer vlinders de binnen komen vliegen, kunnen net dat verschil maken. “Je probeert die vlinders wel gelijk weg te vangen, maar ook op planten recht onder de blauwe vanglampen zagen we rupsen zitten. Dan ga je toch wel wat vraagtekens zetten bij het effect van die lampen”, zegt Van de Sande.

Werk verdelen over koelste uren

Niet alleen de planten hebben het soms moeilijker met de hitte, ook voor het oogstpersoneel is het niet prettig. “We beginnen ’s morgens 1,5 tot 2 uur eerder en stoppen dan ook eerder. Degenen die gewaswerk doen, kiezen er zelf voor dat ze liever op de zaterdag erbij willen werken, dan dat ze in de week ’s middags tot de normale eindtijd moeten doorwerken.”

Auteur:

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin