Doorgaan naar artikel

‘Overgang naar los oogsten’

Met sterk zonnige weersomstandigheden probeert Gertjan van der Spek van Solyco in Bergschenhoek ’s morgens goed op te stoken, zodat de planten bijtijds op temperatuur zijn.

“Voorheen hield ik het met warm weer zo koel mogelijk, maar dan bleef het gewas niet actief genoeg. Daarom houden we het de laatste jaren tijdens zonnige dagen warmer.”

Belichting gestopt

Bij de pruimtomaten wordt in de ochtend 18 graden Celsius aangehouden, om in de loop van de morgen naar de 20 graden te gaan. De ventilatie staat ingesteld op 21 graden Celsius. “Dat lijkt misschien een beetje laag, maar de kas en de planten worden toch wel warmer.”

Na 17.00 uur wordt de temperatuur afgebouwd naar een voornacht van 15 graden. Vanaf 23.00 uur wordt alweer rustig opgebouwd naar de 18 graden. Op basis van de instraling mag die laatste nachttemperatuur met een of twee graden worden verhoogd.

Tot 30 april is er belicht. Op het eind meestal nog slechts ongeveer 5 uurtjes per etmaal. Alleen eind april, tijdens een aantal donkere dagen, bleef de helft van de lampen nog wel de hele dag branden.

Sapstroom op gang brengen

De watergift volgt grotendeels de instraling. Alleen bij echt donker weer wordt om de 3 kwartier een beurt gegeven op tijd. Maar meestal volgt binnen het verstrijken van die tijd al weer een volgende druppelbeurt op basis van straling. 2 uur na zonop krijgen de planten hun eerste beurt. Op warme dagen van meer dan 2.500 Joules of meer dan 25 graden Celsius wordt een uur eerder begonnen, om te zorgen dat de sapstroom bijtijds goed op gang is.

Snoei op voldoende stuks

De kwaliteit van de vruchten is goed. Het vruchtgewicht zit net onder de 100 gram. “Dat zou iets hoger mogen. Aan de andere kant hebben we de trossen bewust niet te kort gesnoeid, om voldoende stuks te hebben. We doen namelijk ook redelijk wat in kleinverpakking.”

Het regelmatig bijvoeren van Macrolophus biedt ook gelegenheid voor gewasbeoordelingen. - Foto: Roel Dijkstra

Het regelmatig bijvoeren van Macrolophus biedt ook gelegenheid voor gewasbeoordelingen. – Foto: Roel Dijkstra

Aandacht voor galmijt

Op de locatie met de grove trostomaat Merlice blijft galmijt een punt van aandacht bij de plaagbeheersing. “We hebben veel met zwavel moeten doen om het onder controle te houden.” In de oudste kas zit ook wat wittevlieg. “Daar hebben we best wat tegen moeten doen. Een paar keer met Oberon. Verder hebben we daar extra vanglinten bijgetrokken.”

De Macrolophus doet het goed en wordt nog om de twee weken bijgevoerd. Het regelmatig door de kas gaan om te verblazen biedt tevens gelegenheid om het gewas te kunnen beoordelen.

Goede groei

De planten van de Merlice staan nu weer sterk. “Bij de omschakeling van belicht naar onbelicht staat het gewas er nooit helemaal lekker op. Maar nu zie je weer goede groei. De productie begint ook aardig toe te nemen.”

Los oogsten

Eind week 20 wordt overgeschakeld van trossen oogsten naar het los oogsten van de tomaten. Jarenlange ervaring heeft geleerd om daar het geschikte moment voor te kiezen, ten opzichte van het stoppen met de trossnoei. “Als je er te vroeg mee begint, dan pluk je losse tomaten van trossen die nog gesnoeid zijn met oog op de oogst als tros. Tomaten worden dan makkelijk te grof. En als je te laat omschakelt, dan moet je nog even trostomaten oogsten van trossen die al niet meer gesnoeid zijn. Dat betekent groene vruchten aan het eind van de tros afknippen.”

Vocht binnen houden

De klimaatinstellingen komen in grote lijnen overeen met wat hierboven voor de pruimtomaten is beschreven. ’s Middags hebben we wel iets meer aan de windkant geknepen, om vocht binnen te houden.” Er wordt flink CO2 gedoseerd. “Er waren de laatste weken wel weer wat beperkingen bij de OCAP, maar dat viel toch nog wel mee. En met warm weer van boven de 27 graden ga je ook minder doseren.”

Aandacht voor galmijt

Bij de plaagbeheersing blijft galmijt een punt van aandacht. “We hebben veel met zwavel moeten doen om het onder controle te houden.” In de oudste kas zit ook wat wittevlieg. “Daar hebben we best wat tegen moeten doen. Een paar keer met Oberon. Verder hebben we daar extra vanglinten bijgetrokken.”

De Macrolophus doet het goed, en wordt nog om de twee weken bijgevoerd. Het regelmatig door de kas gaan om te verblazen biedt tevens gelegenheid om het gewas te kunnen beoordelen.

Grove vleestomaten

De vleestomaat Ducovery zit met 80% BBB goed in zijn grofheid. Met meer zomers weer wordt het alleen maar makkelijker om grofheid te houden. “Maar dan wordt een vleestomaat wel weer gevoeliger voor andere dingen, zoals zwelscheuren.” Door te zorgen dat de nachten niet te koud zijn, probeert Van der Spek dat zo veel mogelijk te beperken.

Auteur: Peter Visser

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin