Doorgaan naar artikel

‘Overgang naar lampen uit is altijd lastig voor de tomaten’

“We zijn op 1 april overgeschakeld naar maximaal 50 procent belichten en sinds einde week 15 zijn de lampen helemaal uit. Die overgang is altijd lastig. Dat zie je nu aan de wat zwakkere trosstelen en de wat propperige trosjes. Maar als je tien dagen verder bent ziet het er al heel anders uit”, zei vorige week teeltmanager Berry Baruch van Kwekerij Schenkeveld in Schipluiden.

De grove trostomaten (ras Merlice) zijn op 7 oktober geplant. We moeten van de 10,5 megawatt 4,5 megawatt inkopen. Om de piekkosten laag te houden schakelen we vanaf april de helft van de lampen af. Als je zoveel licht hebt als de laatste weken, dan kan je die extra energie er beter overdag instoppen zodat je meer CO2 kunt doseren.

Het afbouwen van de belichting is in stappen gegaan. Eerst ging de helft van de lampen nog aan om 2 uur ’s nachts, maar met die geringe hoeveelheid licht is dat eigenlijk een vegetatieve actie. Dat wil je dus uitstellen dus deden we ze pas om 4 uur aan.  En op mooie dagen gingen ze dan om 7 uur al weer uit en dienden het belichten puur voor het warm houden van de koppen. Door het kort belichten kreeg de plant steeds meer rust in de nacht. De laatste twee weken zijn de vruchten daardoor zwaarder geworden. We zitten nu op een gemiddeld vruchtgewicht van 165 gram bij een plantbelasting van 160 vruchten per vierkante meter. We halen nog steeds een blaadje uit de kop, terwijl de meeste collega’s met belichte Merlice al gestopt zijn. Het is een mooi stuurmiddel en het is een goedkope manier van bladplukken. We hebben de frequentie wel verlaagd naar eens in de twee weken want anders wordt het gewas te schraal.

Schermen en meer gesloten telen

We passen ook steeds meer technieken van Het Nieuwe Telen toe. De voornacht mag bijvoorbeeld niet te lang en te diep zijn en bij extreem helder weer gaat het scherm tijdens de voornacht al dicht en luchten we boven het scherm af. In de nanacht mag het scherm dichtlopen als de buisvraag boven 45 graden komt. De voornacht start een uur voor zonsondergang en staat op 14 graden, maar de temperatuurdaling gaat erg langzaam via de minimum raamstanden. Ik wil geen kou binnen luchten want dat gaat ten koste van de grofheid. Pas om 21.30 wordt de minimumtemperatuur bereikt die tot 23 uur wordt aangehouden. Daarna stijgt de temperatuur heel langzaam naar 18 graden (om 3 uur). Vanaf een uur voor zonsopgang daalt de temperatuur naar 16,5 graden. Vanaf een uur na zonsopgang wordt langzaam naar de dagwaarde van 22 plus 2 graden (lichtverhoging) toegewerkt. Ik realiseer zo op zonnige dagen etmaaltemperaturen van 19,6 tot 19,8 graden. Overdag proberen we het vochtdeficit zo laag mogelijk te houden waardoor veel CO2 in de kas blijft. We hanteren overdag een vochtdeficit van 4 tot 5 waardoor we meer gesloten telen en de CO2-concentratie op 900 tot 1.000 ppm blijft. Daarbij blijft er constant een minimumbuis van 35 graden in staan. Aan het eind van de middag gaat dat zelfs even omhoog naar 50 graden om de doorkleuring te stimuleren. De groeibuis van 40 graden komt er rond zonsondergang ook bij en blijft er tot 6 uur in staan. In de voornacht blijven de vruchten zo langer warm wat meer grofheid geeft. Bovendien stimuleert de groeibuis ook de doorkleuring van de onderste vruchten.

Koppen zijn homogener

Het water geven is dit jaar wel anders doordat er het nieuwe ‘single plant system’ van Grodan ligt. Ieder duoblok staat op zijn eigen matje van 50 x 15 x 10 centimeter. Door het relatief grote oppervlakte teren de matten sneller in. Maar tegelijkertijd heb je ook sneller drain. We geven daarom gemiddeld 2,8 cc per Joule terwijl dat normaal 3,1 cc per Joule is. We gaan ook langer door met water geven: zolang het lichtniveau boven 180 Watt ligt, meestal tot 18.30 uur. Daarna volgt om 22 uur nog een avondbeurt. In de nacht teren de matten 11 procent in. Bij 80 Joules licht of 2 uur na zonsopkomst start de watergift weer. Ondanks de aanpassingen bevalt het nieuwe systeem met de kleine matten wel. Ik weet niet zeker of het door dit systeem komt, maar het valt op dat de koppen erg homogeen zijn, beter dan ik ooit gezien heb. De ec van het druppelwater staat ingesteld op 3,4 en 0,2 lichtverlaging. De mat-ec zit op de streefwaarde van 4,2. Het voedingsschema is mooi stabiel. Om de week worden bladsapanalyses gedaan. “Daar zijn we vorig jaar mee begonnen. Het is een mooi controlemiddel. We letten vooral goed op dat de calcium hoog genoeg blijft in de jonge blaadjes.” Niet dat er reden is voor twijfel. Ik heb nooit last van bladrandjes in het gewas en tegen Botrytis hoeft nooit gedruppeld te worden.

Gezond gewas

Met de gewasbescherming gaat het voorspoedig. Witte vlieg is geen probleem en Tuta is in dit gebied nooit een probleem. Macrolophus is voldoende aanwezig. We vinden er 7 tot 10 per plant. Dat is precies goed. Als het er 15 worden moet je ze al weer gaan bestrijden. De aantasting van overmatige wortelgroei zit nog in dezelfde hoek van de tuin en breidt zich licht uit. We zien het bij 2 tot 3 procent van de planten in een hoek van 10 procent van het totale oppervlak. Het kost nog geen productie en met ECA houden we het goed onder controle.

 

door Gerard Boonekamp

 

Lees de voorgaande teeltgeluiden van Berry Baruch

 

Lees alle teeltgeluiden uit de kas

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Berry Baruch

teeltmanager

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin