Aubergine

Het gewas van de Scorpio bij Adrie Veldhuyzen in Helenaveen staat goed in balans. Dankzij veel licht verlopen zowel de vruchtaanleg als de gewasgroei voorspoedig. Veldhuyzen: “We blijven rond de 2 kilo per week knippen. En het belooft zo te blijven. Het gewas blijft bloeien en veel scheutgroei geven.”
Er wordt veel CO2 in gestopt om korter blad te houden, en daarmee steviger scheutgroei te stimuleren. Op etmaalbasis zit hij rond een concentratie van 700 ppm.
De scheuten probeert hij op twee bladeren te toppen. “Dat kost wel meer arbeid, maar anders worden de scheuten te lang, en breken ze te makkelijk af als daar een vrucht te hoog komt aan te hangen.”
Veldhuyzen oogst dagelijks een kwart van de tuin. “Dat zullen we denk ik nog wel een paar weken vol houden. Rond half juni gaan we naar een vijfde deel per dag toe.”

Niet extreem potten
De voornacht zit op 17 graden Celsius. “Als je dat haalt.” Na de nanacht van 19,5 graden Celsius probeert hij de temperatuur zo lang mogelijk op 20 graden te houden, met zo weinig mogelijk gebruik van de luchtramen aan de windkant. Vanaf 11.00 uur mag de temperatuur stijgen tot 27 graden Celsius om 17.00 uur. “Maar we gaan daarvoor niet extreem potten. Vanaf 20.00 uur kan dat wel, als de zon weg is, maar eerder op de dag is de kans te groot dat de temperatuur dan ineens te hard oploopt.”
Op koelere dagen haalt hij de temperatuur beneden de 23 graden op met de minimumbuis. “Meer verdamping is meer plantactiviteit.”

RV op peil
Dankzij de goede gewasactiviteit, is de RV steeds aardig op peil gebleven. “Het laagste is 68 procent geweest. En zulke lage RV’s zijn dan meestal nog een korte dip, direct na het weer openlopen van het scherm dat boven de 800 Watt instraling voor 80 procent dicht ligt.”
Er wordt bronwater gebruikt. Daardoor heeft hij tijdens de droogteperiode altijd een constante gietwaterkwaliteit gehouden. “En met de capaciteit daarvan kunnen we altijd makkelijk 3,5 keer de instraling aan water geven.”
Bij de watergift op licht corrigeert hij gietbeurten op basis van de drain. “Komt de gewenste drain te laat, dan start hij daarna eerder, totdat hij weer voldoende drain geeft.” Andersom stelt hij de beurt uit bij te veel drain. “Loopt de drain-EC op, dan gaan de beurten iets groter worden. Bij een dalende EC is dat net andersom.”

Dipje in Macrolophus
De biolgische bestrijders houden plagen goed onder controle. “We hebben even een dipje in de Macrolophus gehad, maar die is nu weer op peil. Hij houdt de paar gevonden spintplekjes bij. Ook de luis blijft onder controle, al moest er eerst wel een plekje gecorrigeerd worden. “Er zat zwarte luis. Die is toch wat vervelender.”
Aan schimmels heeft hij alleen enkele stengels met wat Sclerotinia weggesneden, op een plek waar met kouder weer wat vocht van onder de goot naar beneden was gedrupt. “Nadat we die weg hadden gehaald, heb ik bijna niets meer gevonden.”

Bron: Groenten & Fruit actueel – Auteur: Peter Visser