Wietkwekers VS waarschuwen Nederlandse telers

De lessen over financiering en stankoverlast van wietteelt in de Verenigde Staten moeten telers in Nederland ter harte nemen.

Dat zeggen Amerikaanse wiettelers met Nederlandse roots, die van bloemen overstapten op cannabis. In het Algemeen Dagblad zeggen teler Hans en Johnny Brand uit Carpinteria, net boven Los Angeles, dat Nederlandse telers zich ‘niet gek moeten laten maken’.

In Nederland starten binnenkort tien bedrijven met de legale productie van wiet. Dit doen zij na vaak hoge investeringen. De wietproef gaat dit jaar nog van start, als is de procedure vertraagd.

Lees ook: Nederland mikt op leidende rol cannabisteelt

Van bloemen naar cannabis

In het teeltgebied Carpinteria zijn meerdere Nederlandse bloemenkwekers neergestreken die overstapten op cannabis, ook familieleden van Brand. De teler zette de stap met zijn oude gerbera-kas met lage investeringskosten. Als de prijzen dalen, kan Brand daardoor blijven telen. De bomen groeien namelijk niet tot in de hemel in de cannabisteelt, verwacht de teler.

De Amerikaanse markt in legale wietproductie groeide vorig jaar met 67% naar ruim € 18 miljard. De investeringen zijn echter hoog evenals de teeltrisico’s. Dus pas op je centen en ga niet mee in die gekte, zegt hij.

Luchtwassers plaatsen

Carpinteria kent dus meerdere wiettelers. Dat leidt tot rechtszaken over stankoverlast voor omwonenden. Het is niet zozeer stank van de teelt, maar van de verwerking van de cannabis tot gerolde joints. Familie Brand heeft speciale luchtfilters geplaatst in de verwerkingsruimte. Een vernevelingsinstallatie rond de kassen verspreidt nu continu geur neutraliserende olie. Brand beschrijft een zeer strikt gereguleerde teelt waarbij alle planten gelabeld zijn en periodiek gewogen worden. Elke verplaatsing van de planten moet gemeld worden, ook als planten breken. De telers moet deze bewaren voor eventuele controles. Zo wil de overheid voorkomen dat wiet de zwarte markt op gaat.