Tijdelijk twee middelen tegen Pepinomozaïek virus tomaat

Naast de tijdelijke vrijstelling voor PMV-01 heeft Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken ook het middel V10 tijdelijk vrijgesteld voor de bestrijding van Pepinomozaïekvirus in tomaat.

V10 is een microbiologisch middel op basis van twee milde varianten van pepinomozaïekvirus (VX1 en VC1). PMV-01 bevat één milde variant van Pepinomozaïekvirus. Dit product wordt toegepast voor bescherming van tomatenplanten tegen alle andere varianten van Pepinomozaïekvirus, stam CH2.

PMV-01 en V10 zijn momenteel niet beschikbaar. De procedure van beide middelenten behoeve van een toelating in tomaat is in gang gezet. Deze is echter, gezien het Europese plaatsingstraject van de werkzame stof en het toelatingstraject van de middellen, niet afgerond vóór het komende teeltseizoen. Gezien de urgente situatie heeft staatssecretaris Dijksma daarom besloten voor beide middelen vrijstelling te verlenen. De Nederlandse tomatensector heeft zich daar wel hard voor gemaakt.

Pepinomozaïekvirus (PepMV) is al sinds 1999 aanwezig in Nederland en veroorzaakt zowel productieverlies als kwaliteitsproblemen in de productieteelt van tomaten.

PepMV komt op 90 procent van de Nederlandse bedrijven in de intensieve teeltgebieden voor. PepMV komt in verschillende stammen in Nederland voor, namelijk de Peruviaanse (LP), de Europese (EU) en de Chili-2 (CH2). De schade is in de afgelopen jaren moeilijker beheersbaar geworden doordat de CH2-stam opgekomen is en deze vaak in menginfecties voor komt. In 2008 bleek 87 procent van de Nederlandse besmettingen de CH2-stam te bevatten.