Doorgaan naar artikel

De hippe niche van vertical farming

Wereldwijd proberen ondernemers van allerlei pluimage zich omhoog te werken op de uiterst beloftevolle markt van vertical farming. Met schijnbaar eindeloos kapitaal wakkeren particuliere investeerders en overheden het vuur aan. De Nederlandse tuinbouw ziet kansen om haar kennis van teelt en techniek te gelde te maken.

De niche van groente uit een vertical farm ziet er in Nederland ongeveer zo uit: hip en uit de stad zelf, bezorgd met de vriendelijke elektrokarretjes van Picnic of door de fietsende flitsbezorgers van Getir. Dat is wat de Nederlandse vertical pionier Plantlab nu wil uitstralen vanuit de productielocatie in Amsterdam. Vanaf november verviervoudigt het bedrijf areaal. Maar met in november 15.000 vierkante meter komt dat in de ogen van menig Nederlandse glastuinder toch nog steeds neer op vier keer niks.

Lisanne Meulendijks: "Vertical is van dezelfde vierkante meter wel 4x zoveel omzet te halen." - foto: Gerard-Jan Vlekke

Lisanne Meulendijks: “Vertical is van dezelfde vierkante meter wel 4x zoveel omzet te halen.” – foto: Gerard-Jan Vlekke

“Maar als je kijkt naar de geproduceerde kilo’s, dan kun je het wel weer met twee en een half vermenigvuldigen. In een kas kun je 40 kilo sla produceren per vierkante meter. In een vertical farm kun je, als alles klopt, 100 kilo halen. En de prijs die je voor die kilo’s krijgt is ook hoger, dus de omzet per vierkante meter is misschien wel vier keer zo hoog.” Dat zegt Lisanne Meulendijks. Zij leidt sinds begin dit jaar het team vertical farming van Delphy. Met op het Improvement Centre in Bleiswijk 2 grote onderzoekscellen, waarin een team van inmiddels 5 mensen proeven doet voor opdrachtgevers uit de hele wereld.

Behalve Nederland

De hele wereld behalve Nederland. “We krijgen meer aanvragen dan we kunnen uitvoeren”, zegt Meulendijks. “De opdrachten die we hebben aangenomen, komen allemaal van bedrijven uit het buitenland, die op zoek zijn naar hulp bij hun teelt. Plantenkennis is in een vertical farm juist nog belangrijker dan in een kas of in het open veld, omdat je in zo’n volledig van de buitenwereld afgesloten ruimte als teler tijdens de hele groeicyclus alles op elke minuut precies voor die plant moet beslissen.”

Drijvende krachten

Plantenkennis is in veel bedrijven die met vertical farming aan de slag gaan echter niet de drijvende kracht. Wel drijvende krachten zijn technologie, marketing en geld. Heel veel geld. Want investeerders en beleggers hebben zich op de wereld van voeding gestort. En sinds corona gaan die miljarden dan ook nog eens specifiek naar het zo lokaal mogelijk produceren van voedsel. Met dan liefst ook nog zo min mogelijk impact op het wereldwijde klimaat.

Dat hier vertical farming nog klein blijft, heeft alles te maken met de concurrentie van de bedekte teelt onder glas. - Foto: ANP

Dat hier vertical farming nog klein blijft, heeft alles te maken met de concurrentie van de bedekte teelt onder glas. – Foto: ANP

Het verst in Azië

De vraag naar indoor vertical farming is het verst gevorderd in Azië, het Midden-Oosten en Amerika. Delphy krijgt ook wel vragen uit Latijns-Amerika en Afrika, maar daar staat deze manier van planten telen nog in de kinderschoenen. En dat geldt eigenlijk ook wel voor Europa, al is het Verenigd Koninkrijk aan een tussensprint bezig. “Sinds de brexit is vertical farming daar echt wel op enige schaal aan het opkomen.”

Concurrentie van glas

Op het Europees vasteland zijn er ook wel initiatieven, maar die zijn meestal nog erg kleinschalig. Projecten die meer op marketing gestuurd zijn dan op kilo’s produceren. Dat hier vertical farming nog klein blijft, heeft alles te maken met de concurrentie van de bedekte teelt onder glas. Zon is gratis, ledlampen zijn duur. En de opeenhoping van anderhalve eeuw kennis die tot de hoogontwikkelde en super efficiënte glastuinbouw heeft geleid, die is niet zomaar ingehaald. Ook niet met de digitale datarevolutie die nu in zoveel andere sectoren voor disruptie zorgt.

Zal vertical farming over tien jaar dan een hype zijn gebleken? Nee, zegt Meulendijks. “Op locaties waar kassen rendabel zijn, lijkt het een hypeachtig karakter te hebben. Daar vult het nu hooguit een ander segment in de markt. Maar er zijn ook heel veel locaties in de wereld waar kassen inefficiënt zijn.”

De interesse in Nederland in vertical farming is heel groot. In de eerste plaats onder techniekbedrijven

Gematigd klimaat

In het gematigde Europese klimaat zijn de weersextremen relatief eenvoudig en goedkoop weg te vangen. Waar dat wel duurder is, kunnen indoor en vertical een oplossing zijn. Droge hitte met veel zon is in het Midden-Oosten een probleem. Daar is de zon de vijand. Maar ook vochtige hitte, zoals in Zuidoost-Azië is een voor de glastuinbouw minder gunstig klimaat. En uiteraard zijn extreme kou en winters met erg weinig licht evenmin verre van ideaal.

Uitdagende puzzel

Het sommetje dat leidt tot de ideale oplossing is overal anders. Donkere, koude winters, afgewisseld met zomers met veel en lang daglicht, zouden bijvoorbeeld goed geschikt kunnen zijn voor volledig gesloten kassen, die verduisterd kunnen worden voor een meerlaagse teelt van bladgewassen onder ledlampen, en die in de zomermaanden als reguliere kas kunnen fungeren voor een zomerteelt van tomaten. Opvallend is dat juist Nederlandse tuinbouwbedrijven het een uitdaging vinden om die puzzel op te lossen.

“De interesse in Nederland in vertical farming is heel groot. In de eerste plaats onder techniekbedrijven. Maar daarnaast ook bij bedrijven die actief zijn in de opkweek van jong plantmateriaal, die veel plantjes kweken per vierkante meter en ook het hele jaar door een zo uniform mogelijk product willen kunnen afleveren aan de telers. Ook in die sector wordt al veel vertical gewerkt.”

Open kennisuitwisseling

Veel teeltbedrijven hebben anno 2021 wel één of een paar cellen staan. Het legt een solide basis onder een typisch Nederlandse aanpak van deze nieuwe teelttechniek: die van een meer open kennisuitwisseling. Het door de provincie Zuid-Holland gesteunde Fieldlab Vertical Farming, waar behalve Delphy ook de buren van WUR Glastuinbouw in Bleiswijk aan meedoen, is daar een goed voorbeeld van. Dit zijn partijen uit de hele keten van techniek en teelt die elkaar wijzer maken en de sector vooruit helpen.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin