Doorgaan naar artikel

Dit leren glastuinders van de zomer 2018

De hete zomer heeft in de kas het belang van beschikbaarheid van externe CO2 extra benadrukt. Plagen pakten verzwakte gewassen aan. De producties waren daardoor dit jaar niet top, in kilo’s noch kwaliteit. Wat waren de effecten en wat kunnen we leren van de zomer van 2018?

Hoe meer licht, hoe hoger de productie, luidt een oude teeltwijsheid. Maar in de glasgroenten lukte het in de zonnigste, heetste en droogste zomer sinds de metingen niet om de grote hoeveelheden licht om te zetten in extra productie.

In de knel met CO2

Luchtramen moesten wijd open om de kastemperatuur zo beheersbaar mogelijk te houden. Dit ging ten koste van de luchtvochtigheid en CO2-waarden. Meer gesloten huidmondjes zorgde voor een afnemende netto fotosynthese.

Sowieso was voldoende eigen productie van CO2 een probleem bij afwezigheid van warmtevraag. Ongelukkigerwijs kwamen daar ook nog eens leveringstekorten van externe vloeibare CO2 bij.

Werken in kas met hitte geen pretje

Een ander aspect van de langdurige hitte is de menselijke factor. Werken in de kas is geen pretje, terwijl het werk juist toeneemt. En het kaderpersoneel komt meer onder druk te staan door vakanties, snelle plaagontwikkeling en kwaliteitsproblemen.

“Het aantal foutjes in de gewasbescherming, klimaatinstellingen of watermanagement neemt dan meestal toe. Ook dat kost productie”, zegt teeltvoorlichter Barend Vrijbloed van adviesbedrijf Lucel.

Lees ook hoe tomatenteler Sjoerd van Adrichem tijdens de hitte en droogte doorwerkte

Kasdek coaten of krijten

Mochten extreme zomers structureel worden, dan zal zowel voor plant als voor personeel het aanbrengen van (IR-)coatings of tijdelijk werkend niet-regenvast krijt meer in de belangstelling komen om de temperatuur in de kas in de hand te houden. Nu is productieverlies als gevolg van lichtonderschepping in veel gevallen reden om dat nog niet te doen.
Lees verder onder de foto‘s

Vaker krijten om plant en personeel koel te houden, met productieverlies als risico. - Foto: G&F

Vaker krijten om plant en personeel koel te houden, met productieverlies als risico. – Foto: G&F

Extra koelen via luchtbevochtiging

Ook luchtbevochtiging kan helpen om de kas extra te koelen bij instraling. Nu is dat vaak nog geen standaard bedrijfsuitrusting, vanwege de best forse investeringen. En voor verneveling is goed water nodig, wat onder extreme zomeromstandigheden juist schaars is.

Bij komkommer speelt daarnaast de verleiding om de installatie te frequent te gebruiken, om de eenmaal gedane investering zo veel mogelijk te benutten. Dat brengt een extra kans op Mycosphaerella met zich mee.

Watertekort en bijmengen

Bij alle gewassen was een overkoepelend probleem dat regenwaterbassins leeg raakten door de langdurige hitte en droogte. Daardoor moest worden bijgemengd met omgekeerde-osmosewater, leidingwater, en in sommige gevallen zelfs slootwater. In ieder geval vanuit Delfland werd in de zomer gemeld dat de waterkwaliteit van die laatste optie gelukkig niet tegen viel.

Leeg rakende waterbassins zorgden voor warm druppelwater en moesten met slootwater worden bijgemengd. - Foto: Ton van de Scheer

Leeg rakende waterbassins zorgden voor warm druppelwater en moesten met slootwater worden bijgemengd. – Foto: Ton van de Scheer

Effecten hoger natriumgehalte

Het steeds meer bijmengen leidde wel tot behoorlijk hogere natriumcijfers. Gezien de effecten van overige moeilijke hitte-invloeden op de gewassen, is het echter lastig om eventuele problemen specifiek toe te schrijven aan een overmaat natrium. Bij paprika kan het wel een versterkende rol hebben gespeeld bij het optreden van meer neusrot. Komkommer leek niet veel hinder te ondervinden van hogere natriumconcentraties.

Aan de andere kant hadden druppelleidingen in de schaduw van een volgroeid paprikagewas veel minder last van opwarming en was niet echt te merken dat wortels eronder leden. Bij komkommer gaf warm water bij jonge gewassen na de teeltwisseling wel aanleiding tot bijvoorbeeld Pythium-schimmelproblemen.

Dubbele opwarming druppelwater

De opwarming van het druppelwater in de kassen werd soms nog versterkt door al opgelopen temperaturen van het uitgangswater, vanwege een resterend klein waterlaagje in de bassins dat makkelijk opwarmde. Er is veel op gestuurd om in ieder geval grote druppelbeurten te geven, om het water nog zo koel mogelijk aan te bieden.

Als de extreme hitte van deze zomer door klimaatverandering structureel zou worden, dan zijn misschien grotere buffervoorraden gewenst dan met de huidige normen. Ook kan dan apparatuur om selectief natrium uit het water te halen noodzakelijker worden.

Lees ook: Glastuinders houden bassins gevuld

Gewasproblemen komkommer: meer abortie

Teelttechnisch hadden de warmte en lange droogte effecten op de gewasontwikkeling. Naast Pythium-gevallen hadden alle komkommerplanten wel te lijden en trad meer abortie op, wat kilo-opbrengst kostte. Zeker hogedraadteelten vertoonden meer abortie. Vruchtjes werden doodgetrokken door de enorme verdamping van de planten, die alleen maar bezig waren om te proberen zichzelf nog zo goed mogelijk te koelen. Bij de traditionele parapluteelten viel dat minder op, hoewel ook daar minder vruchtjes werden aangelegd.

In tegenstelling tot de verwachting dat komkommerplanten snel versleten zouden zijn, viel dit opvallend genoeg mee. Gewassen kwamen na de hitte vaak juist heel sterk terug, mogelijk gestimuleerd door extra groeiruimte na de afgenomen productie, en het opvolgende mooie constante weer in de herfst. Periodes van meerdere opeenvolgende dagen donker weer, die een tik kunnen uitdelen aan de gewassen, ontbraken.


Lees in de rubriek Geluiden hoe deze komkommertelers dit teeltseizoen ervaren

Paprika’s bleven kleiner

Bij paprika veroorzaakte de hitte in de zomer meer brandvlekken en neusrot dan telers gewend waren uit voorgaande jaren. Verder moesten telers kort aanblijven met snijden om rijpheidsstippen te voorkomen. Ook bleven vruchten gemiddeld kleiner door de hoge temperaturen.

Heel warme nachten werkten ook nadelig op de zetting. Bloemen werden toch wat zwakker. Wel was er nog lange tijd een na-ijleffect van vruchten met brandplekjes.

Naast directe gewaseffecten ontwikkelden plagen zich heel snel met het extreem hete weer, door korte voortplantingscycli. Open luchtramen gaven daarbij extra invlieg van insecten. Bij paprika was met name trips een lastige kandidaat. Er is heel veel Orius ingezet, met regelmatig toch nog tegenvallend resultaat. Ook was extra bestrijding van rupsen nodig. Net als bij komkommer herstelden ook de paprikagewassen redelijk snel na de hitte.

Lange tijd na de hitte bleven vruchten met brandplekken de kwaliteit beïnvloeden. - foto: Peter Visser

Lange tijd na de hitte bleven vruchten met brandplekken de kwaliteit beïnvloeden. – foto: Peter Visser


Lees in de rubriek Geluiden hoe deze paprikatelers dit teeltseizoen ervaren

Tomaat lijdt onder plagen

Op tomatenbedrijven die de gewasbescherming en de CO2-voorziening goed op orde hadden, komt de eindproductie toch nog 2 tot 3 kilo per vierkante meter lager uit dan vorig jaar. Dat schat voorlichter Henk Kalkman van adviesbureau Delphy. De hitte zorgde voor zettingsproblemen, fijnere vruchten, kwaliteitsproblemen en verzwakte gewassen.

De perikelen van augustus resulteerden tot week 42 of 43 in matige kwaliteit: grauwe vruchten, onvolledig gezette trossen en veel neusrot bij gevoelige rassen. De problemen waren groter naarmate er meer was gevraagd van het gewas met hoge stengeldichtheid en plantbelasting.

Volgens Kalkman heeft echter de grootste pijn gezeten in het optreden van plagen in tomaat: vooral Tuta en Nesidiocorus. Ze kwamen tot voor kort alleen rond de Middellandse Zee voor, net als Bemisia, de vector van nieuwe virussen als ToCV. Door het warme weer ontwikkelen de plagen zich veel sneller dan in koele zomers.

Geen oplossing voor Tuta en Nesi

“Tot 5 jaar terug was de gewasbescherming in tomaat redelijk te doen. Nu worden er 8 keer zoveel Macrolophus-roofwantsen ingezet en het hele jaar door een mix van sluipwespen. Maar voor Tuta en Nesi is geen goede oplossing. Tuta heeft voor veel afval gezorgd. Nesi heeft veel productie gekost door gebroken koppen en een schrale gewassen”, zegt Kalkman.

Voor rassen die neusrotgevoelig zijn en/of weinig blad aanmaken, is een hoogwaardige coating als Redufuse of Redusol mogelijk een oplossing tegen hitte. Maar vanwege de kosten moet hiervoor in mei al een beslissing genomen. En bij een donkerder zomer leidt coaten of krijten juist tot een lager rendement.


Lees in de rubriek Geluiden hoe deze tomatentelers dit teeltseizoen ervaren

Aubergine: rassen maken het verschil

Bij aubergine leidde de hitteperiode in de eerste plaats tot een lager gemiddeld vruchtgewicht, vooral bij rassen die gevoelig zijn voor roodverkleuring.

Dit jaar maakten een stevig wortelgestel en robuuste rassen het verschil. Rassen als Rosheen die in een kwakkelzomer goed presteren vielen door de mand met een zwak gewas en veel rode vruchten. Mede daardoor wordt volgend jaar 110 van 130 hectare in de Benelux ingevuld met 2 sterke rassen: Tracey en Beyoncé.

Teeltvoorlichter Barend Vrijbloed van Lucel ziet dat auberginetelers die meer anticiperen met behulp van het weerbericht het over het algemeen beter gedaan hebben. “Als je weet dat de wind aantrekt kan je op een warme avond bijvoorbeeld niet afluchten en zo vocht sparen.”


Lees in de rubriek Geluiden hoe deze auberginetelers dit teeltseizoen ervaren

Belang van beschikbaarheid externe CO2

Dat de wind, ook tijdens de hitteperiode, lange tijd uit het noordoosten kwam, maakte het er niet makkelijker op. Dat heeft vooral bedrijven in het Westen zonder Ocap- of vloeibare CO2 pijn gedaan, denkt Vrijbloed. “Bedrijven die voor de CO2-productie stookten, moesten eerder warmte afluchten, waardoor de rv in de kas soms extreem daalde.”

Volgens Vrijbloed is het belang van externe CO2-beschikbaarheid een van de belangrijkste leerpunten die de hete zomer heeft opgeleverd.

Medeauteur: Peter Visser

Share this

Afbeelding
Gerard Boonekamp

oud-redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin