Doorgaan naar artikel

Aardbei: markt vollegrond slecht, glas fluctueert

Hoe gaat 2021 markttechnisch gezien de boeken in? Goed in het voorjaar, met veel getob in de zomer, en wellicht redelijk in het najaar. Vooral voor telers in de open lucht was het alweer tegenvallend. Telers met stookteelten konden profiteren van het matige weer, nog wel.

Corona heeft bedrijfseconomisch gezien veel schade teweeggebracht, vooral in 2020. Maar zoals iedere gebeurtenis naast verliezers ook winnaars telt, was dat ook nu het geval. De consument mocht de deur niet uit, was gedwongen thuis te eten, en aangewezen op de retail als het enige verkoopkanaal. De horeca en foodservice hadden het nakijken. Dat bezorgde retail een stevige volumegroei, voor aardbei tot en met september 2020 oplopend tot 15%. Deze voorsprong is dit jaar niet overeind gebleven, niet voor zachtfruit en niet voor aardbeien. Dit valt af te leiden uit IRI-data: de omzet van onbewerkt fruit tot en met afgelopen september is met 1% gekrompen, bij hogere prijzen in 2021. Want de winkelprijs voor aardbeien lag in het coronajaar 2020 – ondanks die gestegen vraag – op bijna elk moment (flink) lager of was hoogstens gelijk aan de prijs in 2021. Pas sinds half september is er sprake van een omslag, met prijzen die in 2021 juist lager zijn dan in 2020.


Tekst gaat verder onder de grafiek

Aardbeien hebben de primeur

Aardbeien zijn, van al het zachtfruit dat onder glas geteeld kan worden, in het voorjaar als eerste aan de markt: vroege glasaardbeien zijn daarom te kwalificeren als een primeurproduct, al begint die aanduiding wat te vervagen met de opkomst van belichte teelten. Het volume belichte aardbei is overigens nog beperkt, en het is de vraag hoe de productie zich gezien de energiemarkt gaat ontwikkelen. Aan de vraagkant is er vanwege de smaak en kwaliteit een duidelijk toenemende behoefte aan jaarrond aardbeien uit de eigen regio.

Voorjaar

Dit prijsbeeld hangt samen met het weerverloop dat volledig anders verliep dan in 2020.

Een koud, laat voorjaar is gunstig voor kasaardbeien, dat was zo in 2020, en ook dit jaar. Wel was dit voorjaar onverwacht koud, denk aan het schaatswaardige vriesweer eind februari, de vorstschade in winterprei en de weer terugkerende vorst in de loop van april. Telers van kwetsbare teelten als pruimen, bessen en kersen moesten ’s nachts aan de bak met vorstwerende maatregelen om dreigende bloesemschade te voorkomen.

Niet alleen in Nederland zorgde de langdurig ondermaatse temperatuur voor vertragingen. Ook in Zuid-Europa bleef het lang koud. Voor aardbei betekende het dat de import uit deze regio achterbleef wat betreft volume en kwaliteit, en eerder eindigde dan in andere jaren. Inkopers verlegden hun vizier naar glasteelten in Noord-Europa, specifiek in Nederland en in Vlaanderen. De genoemde vertraging zorgde ervoor dat de benodigde volumes groter waren dan de beschikbare volumes; de markt deed zijn werk, resulterend in een mooie prijsvorming. Die goede prijzen konden vervolgens lang in de benen blijven, doordat tunnel- en stellingteelten een flinke achterstand hadden opgelopen. Normaal sluiten deze producties redelijk goed aan op gestookte teelten, deze keer viel er in de eerste heft van juni een productiegat. Dat duurde zo’n drie weken. Tunnel- en stellingtelers moesten die tijd gedwongen op hun handen blijven zitten, omdat de vruchten maar niet wilden doorkleuren. Dat veranderde radicaal toen het weer omsloeg: de productie kwam in een keer los, en de prijsvorming ging hard onderuit. Dat was een moeilijke periode, tot eind juni/begin juli.

Zomer

Het was ook de tijd dat de buitenteelten op gang kwamen. Of beter gezegd: Op gang hadden moeten komen. Kersentelers klaagden op dat moment steen en been vanwege verzopen en gescheurde vruchten. Dat was een gevolg van (lokaal) massale neerslag. Ook bessen en aardbeien in de open lucht kregen een flinke tik, vanwege de regen, en omdat het vocht indirect zorgde voor optimale omstandigheden voor ziekten en plagen: vooral stroteelten moesten het ontgelden. De kwaliteit kwam flink onder druk te staan, en hand in hand daarmee ook de houdbaarheid en prijsvorming. Een consequentie was dat de aardbeien na de pluk direct moesten worden afgezet. Dat gaf nogal eens paniek bij en strubbelingen met de handel. Daar bleef het niet bij: telers zagen zich regelmatig gedwongen om teelten vervroegd te beëindigen, op diverse bedrijven ook nog eens vanwege onvoldoende beschikbaarheid van personeel. Het zorgde alles bij elkaar voor een grillige verloop van aardbeienteelt in de vollegrond. Voor het zoveelste jaar op rij is de conclusie dat aardbeien telen in de open lucht niet heeft gebracht wat het zou moeten brengen. Overigens was het ook voor telers met tunnels en stellingen een hele toer om een goed product weg te zetten.

Herfst

De kentering volgde in de tweede helft van september, met stabiel nazomerweer. Dat vertaalde zich in een verbetering van de productie en de kwaliteit van de stelling- en tunnelteelten: in eigen land maar ook in Duitsland, het VK en in de Scandinavische landen. Dat zette een rem op de exportmogelijkheden voor Nederland. Samen met de producties van glasteelten, zorgde dat voor prijsdruk. Pas vanaf half oktober is er weer meer lucht op de markt, doordat de producties in buitenlanden op een eind lopen, en de producties onder glas over hun top zijn.

Verwachting: de komende weken veel vraag, door mooie herfst en afnemende producties met hoge prijzen. Wel uitkijken dat het product niet te duur wordt en klanten aardbeien laten liggen. Optie: kleinere verpakkingsvolumes.

Bekijk meer

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin