Doorgaan naar artikel

‘In het begin volop muizen, dat is al minder’

Na veel beregenen om de droogte voor te blijven heeft de peen van groentenbedrijf Baetsen in Grubbenvorst vervolgens veel natuurlijke neerslag gehad. “De afgelopen weken is hier zo’n 100 millimeter gevallen”, aldus René Baetsen eind week 35. “Op sommige plekken viel die hoeveelheid in drie dagen.”

Het vocht heeft geen consequenties voor de teelt, behalve dat voorkomen moet worden dat de stikstofhoeveelheid in de grond onderuit gaat. Het is immers in deze periode dat de peen dikker moet worden en zo productie moet maken. “Daarom laten we nu nog een keer monsteren op stikstof, en bemesten we eventueel bij.”

 

Maestro en Nairobi

Het grootste deel van de teelt gebeurt met het ras Maestro, dat normaliter vanaf half juni tot eind januari wordt geoogst. Dit jaar was de start veertien dagen later, in de eerste week van juli. “Het deel van de Maestro dat gerooid wordt tot Kerst, blijft onbedekt staan; de peen voor rooien in januari, dekken we in november af. Daarna volgt de onderdekkersteelt van het ras Nairobi tot begin april, en daarna de peen uit de koelcel tot 15 juni. Zo is het jaar rond. We spoelen alles voor de klanten van Fossa Eugenia waar de verkoop plaats vindt.”

 

Wat lagere productie

Baetsen is dik tevreden over de kwaliteit. “Dat is vanaf het begin al zo, we mogen daar zeker niet over klagen. Wel zijn we dit seizoen in vergelijking met vorig jaar zo’n twee weken later gestart met oogsten, en desondanks zat de productie in het begin aan de lage kant. Dat is puur een gevolg geweest van het koude voorjaarsweer. De druk van wortelvlieg is behoorlijk geweest, blijkt uit de tellingen op de plakvallen, maar is inmiddels aanzienlijk afgenomen. “Misschien is dat vanwege de omslag naar natter weer. Coragen heeft in ieder geval bewezen goed te werken. Dat stelden we vorig jaar ook al vast.”

 

Muizen te lijf

Muizen vormen eveneens een aandachtspunt. Het bedrijf gaat ze dit jaar voor het eerst te lijf gaat met huisjes. In een huisje zit een klem, en op het huisje zit een indicator. Is die geel, dan is de klem gespannen, is die zwart dan is de klep dichtgeslagen. In totaal staan er 250 huisjes opgesteld, op 20 meter onderlinge afstand langs de randen van de percelen. “Je moet ze wel regelmatig controleren. Met die kleurindicator gaat dat gemakkelijk, maar het kost al met al toch wel tijd.” Het resultaat is veelbelovend. “We werken er nu zo’n 6 weken mee. In het begin moesten we elke twee, drie dagen wel 30 procent van de huisjes leeg maken. Dat aantal is nu wel minder geworden. Ik hoop uiteraard dat het werkt, maar het wordt echt duidelijk als de peen onder het stro gaat. Als zich daar muizen gaan vestigen, kan het hard gaan.”

Bekijk meer

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin