Doorgaan naar artikel

‘0 milligram, normaal alleen in oude spruitengewassen’

Net zo min als de neerslag van de afgelopen weken het gewas parten speelde, gold dat voor de droogte die daaraan voorafging, vertelt Leo Kleijwegt in Blaaksedijk, doelend op de teelt van spruiten.

Het gewas hoefde niet beregend te worden in tegenstelling tot de aardappelen. “Andere jaren zagen we dat als de aardappelen extra vocht nodig hadden, dit ook aan de orde was voor de spruiten. Deze keer dus niet.” Een sluitende verklaring heeft Kleijwegt niet, wel kan het zijn dat de wortels van de spruiten zich deze keer wat anders of dieper hebben ontwikkeld. Dat is dan mogelijk een gevolg van de andere aanpak van de bemesting: in het begin van de teelt niet meer conventioneel volvelds met korrels, maar in rijen met vloeibare meststoffen. “Het is in ieder geval niet toe te schrijven aan de bodemstructuur, want die was dit voorjaar na de slappe winter niet geweldig.”

Misschien nog snufje stikstof

De rijenbemesting is gevolgd door een bijbemesting op 4 juli, afhankelijk van het ras met 100 tot 150 kilo KAS per hectare. De vroege rassen als Abacus, Gladius, Octia en Sofia moeten daarmee de eindstreep halen. “Misschien dat we nog een snuifje stikstof meegeven voor de vitaliteit, maar dat moeten we nog bekijken.” De latere rassen worden zeker wel nog een keer licht bijbemest.

Voor de vroege rassen gaat de totale giftgrootte voor stikstof uitkomen op 260 tot 270 kilo per hectare. “Dat is voor ons doen weinig; tot nu toe kwamen we nogal eens in de knel met de landelijk toegestane norm voor spruiten van 290 kilo stikstof per hectare. Vorig jaar bijvoorbeeld gingen we dik over de 300 kilo stikstof per hectare heen.” De lengtegroei is vanaf de start van de teelt vlot gegaan. “Het gewas heeft er ook nooit zo egaal bij gestaan als nu. Ook matige groeiers als Albarus en Irene zijn goed op lengte.”

Bladsteelonderzoek interpreteren

Het nitraatgehalte in het gewas wordt gevolgd via bladsteelonderzoek door laboratorium Eijkpunt. “Het lijkt erop dat de cijfers die daaruit komen, na vloeibare bemesting in rijen anders geïnterpreteerd moeten worden dan na bemesten met uitsluitend korrels. Een voorbeeld: we hebben het ras Abacus laten bemonsteren om te weten of we deze planten konden toppen. We hadden onze twijfels, want de planten stonden op het moment van de monstering wel erg groen en vitaal. Om ‘veilig’ te kunnen toppen, moet het nitraatgehalte in de bladstelen onder de 5.000 milligram per kilo droge stof zijn gezakt. Uit de analyse kwam naar voren dat er niets meer in zat: 0,0 milligram nitraat. Dat komt wel vaker voor, maar dan altijd in oude gewassen.” Hij vervolgt: “We zijn dus nu aan het toppen, voor de pluk vanaf de derde week van september. Maar het moet vanaf nu wel hard gaan, zodat er tijdig voldoende blad af is.”

Koolmot hardnekkig

De druk van koolmot en koolvlieg was de afgelopen weken aanzienlijk en hardnekkig, en na adequaat bestrijden inmiddels achter de rug. Kleijwegt heeft niet het idee dat de bemesting en weggroei van het gewas daarop van invloed is geweest. “Die ongenode visite was deze keer niet anders dan andere jaren.”

Bekijk meer

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin